6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1022208CNW voor werkstudenten in het 2e semester met een gespecialiseerd bachelor niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Je hebt 'Grondwettelijk recht' gevolgd, alvorens 'Bestuursrecht' op te nemen. Inschrijven voor dit opleidingsonderdeel is enkel mogelijk voor werkstudenten. Dagstudenten kunnen registreren voor opleidingsonderdelen waarvan de code eindigt op een R.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Publiek recht
Onderwijsteam
Kaat Leus (titularis)
Onderdelen en contacturen
52 contacturen Hoorcollege
90 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Met dit opleidingsonderdeel verwerven de studenten een grondige kennis van en verkrijgen zij verdiepend inzicht in de basisbegrippen en - basisbeginselen van het Belgisch (federale en deelstatelijke) bestuursrecht met inzicht in de doorwerking van (in het bijzonder) het recht van de Europese Unie daarop.

Omdat het bestuursrecht bijzonder ruim is, wordt met deze cursus beoogd kennis en inzicht te verschaffen in:

I. de bronnen en de basisbegrippen, technieken, concepten en -beginselen van het (materieel) bestuursrecht aan de hand van

II. de studie van de hierna aangeduide “klassieke leerstukken" van het bestuursrecht.

Dat betekent dat, naast kennis en inzicht in:

(I.) de kenmerken, de bronnen, de beginselen (bijvoorbeeld: de beginselen van behoorlijk bestuur) en de aard van het bestuursrecht,

(II.) verdiepend inzicht wordt verworven in de belangrijkste (publiek- en privaatrechtelijke) technieken en concepten van het (klassiek) bestuursrecht:

(1.) de eenzijdige administratieve rechtshandeling, de soorten bestuurlijke besluiten en beslissingen, de technieken van de schorsing, de vernietiging, de goedkeuring, de intrekking, de erkenning, de vergunning enz..,

(2.) het bestuurlijk handhavingsrecht,

(3.) het bestuurlijk organisatie- en rechtspersonenrecht (centralisatie en decentralisatie, hiërarchisch gezag, autonomie en bestuurlijk toezicht m.i.v. het bestuurlijk beroep, evenals de federale en Vlaamse bestuursindeling)

(4.) het administratief contractenrecht (overheidsopdrachten en openbare diesnten-concessies en andere vormen van publiek-private samenwerking),

(5.) de rechtspositie van het overheidspersoneel (statutairen, contractanten en mandaathouders) m.i.v. het tuchtrecht,

(6.) het bestuurlijk domeinrecht en bijhorende overheidsinstrumentarium (domeinconcessies en - vergunningen, onteigening, opeising, publiekrechtelijke erfdienstbaarheden, ...).

Omwille van het onlosmakelijk karakter ervan met het bestuursrecht wordt ook, doch enkel waar dat nodig is, aandacht besteed aan de jurisdictionele rechtsbescherming van de rechtszoekende tegenover de overheid.

Behoren niet tot de bachelorcursus "bestuurrecht": de specifieke of bijzondere leerstukken zoals het klimaat- en omgevingsrecht, het energierecht, het vreemdelingenrecht, het publiek ondernemingsrecht, het publiek procesrecht, ...

Studiemateriaal
Handboek (Vereist) : Overzicht van het Belgisch administratief recht, Mast - Dujardin -Van Damme - Vande Lanotte, 22ste, Kluwer, Mechelen, 9789403020624, 2021
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Powerpointpresentatie van de hoorcolleges, Canvas
Handboek (Vereist) : Bamacodex 1, Staats - en bestuursrecht, De Groote - Debersaques - D'Hooghe - Eggermont - Haeck - Leus - Lierman - Lust - Moonen - Neuts - Va, Die Keure, 9980000145103, 2023
Bijkomende info
  1. De hoorcolleges vinden plaats onder hybride vorm: afstandsonderwijs (dmv lesopnames) en face-to-face onderwijs (on campus).
  2. Tijdens de hoorcolleges zullen de bronnen, beginselen, concepten en technieken van de klassieke leerstukken (zie supra Inhoud) van het bestuursrecht worden overlopen. De hoorcolleges worden in beginsel opgenomen en in Canvas geplaatst. Zij kunnen (tijdelijk) worden geraadpleegd. Korte webinars kunnen ook worden gehanteerd en via Canvas ter beschikking worden gesteld. Op die wijze wordt de studenten een kapstok en syntheseoverzicht gegeven van de te kennen stof aan de hand van Powerpoint-presentaties (PPP) die digitaal ter beschikking worden gesteld (leerplatform Canvas). Het Handboek van A. Mast e.a., Overzicht Belgisch Administratief recht is vereist. De daarin te kennen stof wordt aangeduid en inzichtelijk gemaakt aan de hand van de PPP en praktijkvoorbeelden.
  3. De studenten worden aangemoedigd om interactief vragen te stellen. Een student moet er zich van bewust zijn dat een lesopname een fysieke aanwezigheid tijdens het hoorcollege niet kan vervangen. Deelname aan de hoorcolleges 'on campus' wordt dan ook sterk aanbevolen.
  4. Belangwekkende arresten of doctrinale bijdragen kunnen door de docent tijdens de hoorcolleges worden vermeld en, in voorkomend geval, op het leerplatform worden gepost.
  5. De studenten dienen (is een must) de PPP die slechts een kapstok zijn, te bewerken met de informatie tijdens de hoorcolleges én daarbij (ook een must) intensief gebruik te maken van het hiervoor vermelde Handboek.
  6. Tot slot kan gebruik worden gemaakt van vernieuwende onderwijstools: zoals vergaderingen in groep via de vergaderingentool van Canvas of Teams (aangekondigd via Canvas).  
  7. Specifiek voor de werkstudenten die ook toegang hebben tot de opnames van de colleges, tot de Powerpoint-presentaties en de overige Canvas-documenten, worden drie bijeenkomsten van elk twee uur georganiseerd (in principe 'on campus') waar ze vragen kunnen stellen over de aangeleerde stof. Zij dienen de vragen minimaal een week van tevoren in bij de docent.
Leerresultaten

Algemene competenties

De studenten:

  • verwerven een gedegen kennis en verdiepend inzicht in de basisregels, beginselen, concepten, bestuursstructuren en - technieken van de hiervoor aangeduide klassieke leerstukken van het bestuursrecht en de rechtsregels die erop van toepassing zijn;
  • begrijpen de ratio legis ervan, kunnen de begrippen nauwkeurig omschrijven en de basisbestanddelen van de definities uitleggen, de rechtsgrond ervan aanwijzen en de regels die er op van toepassing zijn aanduiden en illustreren aan de hand van een of meer concrete voorbeelden of, omgekeerd, een rechtsregel in verband brengen met een aangereikt voorbeeld;   
  • hebben inzicht verworven in het feit dat het administratief recht in vele gevallen gekenmerkt wordt door zgn. ‘bevoegdheidswetten’ zodat belang moet worden gehecht aan algemene (ongeschreven) rechtsbeginselen, rechtspraak en rechtsleer (belangrijke strekkingen), het evolutieve karakter van deze beginselen en concepten, en de jurisprudentie;
  • hebben zicht op de onderscheiden bestuurlijke en, waar nodig, jurisdictionele procedures en bevoegde instanties en geven blijk van inzicht in de verschillende overheidsinstellingen;
  • hanteren een correct en nauwgezet juridisch-bestuursrechtelijk taalgebruik en zijn er zich van bewust dat taal en recht onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn,
  • kunnen op een overtuigende, logische wijze hun juridische argumentatie opbouwen en verdedigen aan de hand van de relevante rechtsbronnen,
  • volgen de actualiteit van het bestuursrecht.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 30% van het eindcijfer

Examen Schriftelijk bepaalt 70% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Beoordeling parate kennis met een wegingsfactor 1 en aldus 30% van het totale eindcijfer.

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Beoordeling diepgang kennis met een wegingsfactor 1 en aldus 70% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

1ste en 2de zittijd:

I. Schriftelijk examendeel (in kleine groepen): vier vragen waarbij wordt gepolst naar bestuursrechtelijke begrippen/beginselen/concepten/technieken/bestuursindelingen (i) waarbij deze worden uitgelegd én gesitueerd in de cursus, (ii) waarvan de rechtsgrond wordt aangeduid, (iii) waarvan de wezenskenmerken worden beschreven en de rechtsregels die er op van toepassing zijn worden aangeduid en (iv) die aan de hand van een of meerdere voorbeelden kunnen worden geïllustreerd. Tijdens het schriftelijk gedeelte mag de BAMA-codex 1 (Deel Staats-en Bestuursrecht) worden gehanteerd of die regelgeving (en enkel die regelgeving) die in die BAMA-codex 1 is opgenomen

 II. Mondeling examendeel (individueel): twee vragen waarbij wordt gepeild naar de parate kennis van bestuursrechtelijke begrippen, beginselen, technieken en concepten die ad rem kunnen worden beschreven (zonder hulpmiddelen, zonder BAMA-codex) en uigelegd aan de hand van een nauwkeurig en correct bestuursrechtelijk taalgebruik en terminologie.  Het mondeling examendeel volgt op het schriftelijk examen.           

     
    Toegestane onvoldoende
    Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

    Academische context

    Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
    Bachelor in de rechten: Standaard traject
    Bachelor in de rechten: Verkort traject
    Master in de rechten: Verkort traject
    Schakelprogramma Master of Laws in de rechten: Standaard traject
    Voorbereidingsprogramma Master of Laws in de rechten: Standaard traject