3 ECTS credits
90 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 4022861DNW voor werkstudenten in het 1e semester met een inleidend master niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
'VD NT2 1’ opnemen houdt in dat je gelijktijdig ‘Krachtige Leeromgeving TA’ volgt of reeds geslaagd bent voor ‘Krachtige Leeromgeving TA’.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Verantwoordelijke vakgroep
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Onderwijsteam
Jill Surmont (titularis)
Canigia Mestdagh
Wim Keyaerts
Yves Blieck
Nienke Verwijs
Sarah Van der Aa
Onderdelen en contacturen
10 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
80 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Leerlijn Beroepspraktijk

De studenten voeren een participerende observatiestage en een miniles uit. 

  • In de participerende observatie observeren studenten de klaspraktijk van het vak NT2 bij een mentor. In de mate van het mogelijke nemen de studenten actief deel aan deze lessen (volgens afspraak met de mentor). Het doel van de participerende observatiestage is een breed en genuanceerd beeld te vormen van de leeromgeving. Tijdens het observeren brengen de studenten daarom verschillende dimensies van de leeromgeving grondig in kaart (beginsituatie, lesopbouw, werkvormen, interactie etc.). De totale stageomvang bedraagt 4 uur participerende observatie voor vakdidactiek NT2 en een eindgesprek met de mentor.  

  • De studenten voeren een miniles uit tijdens de werkcolleges vakdidactiek. Actieve deelname aan de miniles is verplicht om de stages in Vakdidactiek 2 te mogen aanvatten.  

Voor studenten met een LIO-statuut: In-service stage van 28 uren. Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt of indien de lesopdracht van de LIO-student niet of onvoldoende aansluit bij de vakdidactiek, wordt een bijkomende opdracht uit het reguliere traject gegeven. 

Leerlijn Vakdidactiek

Binnen dit opleidingsonderdeel wordt er naast de situering van het vakdomein in het huidige Vlaamse onderwijs specifieke aandacht besteed aan het vertalen van vakspecifieke concepten en referentiekaders voor het creëren van een optimale krachtige leeromgeving. De studenten NT2 leren binnen opleidingsonderdeel hoe ze de talige competenties van hun leerlingen (verder) kunnen ontwikkelen door middel van didactische keuzes. Vertrekpunt is de leraar als deel van een groter geheel. Ze leren hoe ze eindtermen, curriculumdossiers (indien van toepassing) en leerplannen kunnen vertalen naar de klasvloer, maar ook hoe maatschappelijke en politieke debatten/discussies en nieuwe wetenschappelijke inzichten een impact (kunnen) hebben op hun klaspraktijk.

De rode draad doorheen dit opleidingsonderdeel is de stapsgewijze vakspecifieke ondersteuning bij het ontwerp van een krachtige leeromgeving zodat deze kunnen uitgetest worden op het einde van dit opleidingsonderdeel. De studenten hebben de kans een individuele mini-les te geven binnen het domein vakdidactiek NT2. 

 
 
Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Ontwikkelingsdoelen Nederlands voor nieuwkomers
Handboek (Aanbevolen) : Haal meer uit meertaligheid, Van Praag et al., Acco, 9789462925632, 2016
Digitaal cursusmateriaal (Aanbevolen) : MARS-rapport
Digitaal cursusmateriaal (Aanbevolen) : Wegwijs in OKAN, De Bruyne, Decroos, Hauben & Sterckx, http://www.cteno.be/downloads/wegwijs_okan_webversie_nov_16.pdf, 2016
Bijkomende info
  • Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 9 contacturen ingericht. 81u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage). 

  • Er wordt verwacht dat studenten alle lessen binnen dit opleidingsonderdeel bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden (professionele attitude). 

  • Bijkomende info leerlijn stage: De observatiestage vindt plaats in de daarvoor voorziene stageperiode (6 november 2023 t.e.m. 1 december 2023). Er wordt verwacht dat studenten de stage-uren evenwichtig spreiden met oog op een optimaal leerrendement. Voor gedetailleerde informatie over de modaliteiten van de stage wordt verwezen het stagereglement. 

  • In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan een geïntegreerde set van competenties die nodig is voor het ontwerpen van een krachtige leeromgeving. In de stage wordt de integratie van de leerresultaten uit de andere leerlijnen en uit het opleidingsonderdeel Krachtige leeromgeving beoogd. 

Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

1, 2, 3, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 20

Doelen

Leerlijn Beroepspraktijk

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude (m.i.v. planning/ voorbereiding van en communicatie over de stage en miniles). 

  2. De student kan aan de hand van een instrumentarium voor breed observeren de verschillende kenmerken van de beginsituatie van een leergroep identificeren en in kaart brengen. 

  3. De student kan onderbouwde voorstellen formuleren om de diversiteit in een leergroep constructief te benutten in de onderwijspraktijk.  

  4. De student kan aan de hand van pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders de geobserveerde onderwijspraktijk analyseren. 

  5. De student kan een lesvoorbereiding voor een leergroep uitwerken, waarin beginsituatie, leerdoelen en leer- en evaluatieactiviteiten geëxpliciteerd en op elkaar afgestemd zijn. 

  6. De student kan de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, nodig voor het ontwerpen van een krachtige leeromgeving, verwerken in de voorbereiding van een miniles (m.i.v. gepaste leerdoelen formuleren en leermiddelen en leer- en evaluatieactiviteiten ontwerpen aansluitend op de beginsituatie van een leergroep). 

  7. De student gaat constructief om met feedback op de voorbereiding en uitvoering van de miniles en kan aan peers onderbouwde feedback geven over hun minilessen. 

  8. De student kan kritisch terugkijken naar de gegeven miniles en participerende observatiestage, erover reflecteren en eventueel een alternatief formuleren. 

  9. De student gaat op een respectvolle manier en discreet om met informatie over de leerling/ student/ leerkrachten/ school/ begeleiders. 

Leerlijn Vakdidactiek

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude. 

  2. De student kent en begrijpt de opbouw van de verschillende leerplannen NT2 en kan op basis hiervan lesinhouden selecteren.

  1. De student vertrekt vanuit de beginsituatie van de leerlingengroep om lesdoelen te formuleren en koppelt voor de uitwerking van de les de nodige werkvormen hieraan. Doordat de meeste leerlingengroepen heterogeen zijn (verschillende moedertalen en tweedetalenkennis) voorziet hij hiervoor de nodige ondersteuning op maat. 

  1. De student kan lesdoelen formuleren en deze koppelen aan de leerinhouden en taalvaardigheidsverwerving die hij geselecteerd en geconstrueerd heeft binnen de horizontale en verticale samenhang (i.e. de constructive alignment) van een les(senreeks).

  1. De student kan les- en instructiemodellen uit de taaldidactiek benutten, waaronder de OVUR-methode, om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en werkt hiervoor de meeste geschikte vorm van uit naargelang de beginsituatie van een klasgroep.

  1. De student kan een krachtige leeromgeving ontwerpen vanuit het kader van de 21st century skills. In deze krachtige leeromgeving is er plaats voor grammatica, woordenschat en de verschillende vaardigheden. 

  1. De student kan vakdidactisch onderzoek benutten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen, om het eigen didactisch handelen te kaderen en om over zijn eigen lespraktijk te reflecteren. 

  1. De student laat leerlingen actief aan de slag gaan met de verschillende vaardigheden en leerinhouden via zinvolle en logische werkvormen gecombineerd met doordachte vormen van ondersteuning en groeperingsvormen. De student kent ook verschillende bestaande handboeken en materialen die gebruikt kunnen worden in OKAN-klassen en volwassenonderwijs. De student is vertrouwd met bestaande handboeken, materialen en methodes voor Nederlandse voor anderstaligen-didactiek. 

  1. De student kan de basismodellen voor differentatie naar interesse, leerstatus en leerprofiel toepassen bij het uitwerken van lesvoorbereiding.  

  1. De student maakt gebruik van actuele en authentieke contexten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen. 

  1. De student past verschillende manieren toe om na te gaan in welke mate lesdoelen al dan niet bereikt zijn. 

  1. De student verwerkt een op groei gerichte opvolging in zijn lessen op basis van de beginsituatie en de doelen. 

  1. De student kan een krachtige leeromgeving ontwerpen zowel in fysieke als in digitale vorm en gebruik maken van de geschikte tool voor de lessen NT2. 

  1. De student maakt gebruik van de mogelijkheden en de opportuniteiten die een diverse klasgroep met zich meebrengt om een krachtige leeromgeving in de lessen NT2 te creeëren.  

  1. De student kan via taalgericht vakonderwijs cultuur aanbrengen. Hij kan de leerlingen laten kennis maken met de Nederlandstalige cultuur en maatschappij. 

 
 
 

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer

Examen Praktijk bepaalt 20% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 20% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Werkstuk met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De studenten maken een werkstuk

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Observatiestage met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Observatiestage met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.
    Toelichting: De participerende observatiestage omvat de aanvraag van de stageplaats, de stageadministratie (stagecontract, stageplanning), de uitvoering van de participerende observatie met nabespreking en het opvolgingsverslag.



    Voor studenten met een LIO-statuut: De evaluatie van de in service stage gebeurt door de stagebegeleider of de LIO-begeleider o.b.v. stage-administratie, 2 exemplarisch uitgewerkte lesvoorbereidingen en ontwikkeld materiaal, feedback van de mentor en gesprek, etc.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Miniles met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Miniles met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.
    Toelichting: De studenten voeren een miniles uit buiten de examenperiode (december 2023) voor hun peers.

Aanvullende info mbt evaluatie
  • Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als: 

  • Niet deelnemen aan of niet slagen voor de miniles of observatiestage resulteert in een remediëringstraject voor Vakdidactiek 2 (bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding). 

  • Een tekort op de observatiestage kan slechts worden ingehaald in een volgende nuttige zittijd. De titularis kan in het geval van doorverwijzing naar de volgende nuttige zittijd toestaan dat de punten behouden blijven voor de reeds succesvol afgelegde onderdelen. 

  • En als hij/zij voor elk onderdeel van de evaluatie (werkstuk, observatiestage en miniles) minstens 7/20 heeft behaald. Als voor minstens één van de onderdelen een score lager dan 7/20 werd behaald, is de toegekende eindscore gelijk aan het cijfer dat toegekend werd aan het laagst gescoorde examenonderdeel. 

  •  Hij/ zij heeft deelgenomen aan alle onderdelen van de evaluatie: het werkstuk, de observatiestage en de miniles. Er kan pas een eindcijfer worden berekend als voor al deze onderdelen een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere onderdelen resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw). 

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de talen: 1 taal (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: 2 talen (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Diest)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Leuven)