6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4001549FEW voor werkstudenten in het 1e semester
met een gespecialiseerd master niveau.
- Semester
- 1e semester
- Inschrijving onder examencontract
- Mogelijk
- Beoordelingsvoet
- Beoordeling (0 tot 20)
- 2e zittijd mogelijk
- Ja
- Inschrijvingsvereisten
- Dit opleidingsonderdeel is enkel toegankelijk voor werkstudenten.
- Onderwijstaal
- Nederlands
- Onder samenwerkingsakkoord
- Onder interuniversitair akkoord mbt. opleiding
- Faculteit
- Faculteit Recht en Criminologie
- Verantwoordelijke vakgroep
- Publiek recht
- Onderwijsteam
- Eleni De Becker
(titularis)
- Onderdelen en contacturen
- 18 contacturen Hoorcollege
100 contacturen Zelfwerk en -studie
- Inhoud
Dit opleidingsonderdeel behandelt het Belgisch socialezekerheidsrecht vanuit grondrechtelijk en EU-rechtelijk perspectief.
- Ten eerste, komt de grondrechtelijke bescherming van het socialezekerheidsrecht aan bod. Hiermee worden de fundamentele rechten bedoeld zoals opgesomd in de Belgische Grondwet, de instrumenten van de EU en de Raad van Europa. Wanneer de wetgever aan het socialezekerheidsrecht invulling geeft, moeten fundamentele rechten worden gerespecteerd. Een voorbeeld: wanneer de wetgever bepaalde beperkingen aanbrengt aan bestaande socialezekerheidsrechten (bv. beperken werkloosheidsuitkeringen in de tijd) rijst de vraag of dit verenigbaar is met fundamentele rechten, zoals bv. het recht op sociale zekerheid en het recht op eigendom.
- Een tweede invalshoek betreft de EU-rechtelijke bescherming en de wisselwerking tussen het EU-recht en het Belgische socialezekerheidsrecht. Hoewel het socialezekerheidsrecht grotendeels in handen blijft van de EU lidstaten, speelt de EU wel een belangrijke rol in die nationale socialezekerheidsstelsels (bv. bij grensoverschrijdende situaties tussen EU lidstaten).
Dit grondrechtelijk en EU-rechtelijk kader vormt de basis om sociale risico’s te bespreken vanuit die twee invalshoeken. Bij de bespreking van de sociale risico’s wordt steeds volgende structuur gehanteerd:
- Bespreking van de EU regelgeving bij grensoverschrijdende situaties in het licht van de besproken sociale risico’s; en
- Bespreking van rechtspraak vanuit het grondrechtelijk en EU-rechtelijk perspectief.
De vooropgestelde werkwijze laat toe om de principes aangeleerd over het grondrechtelijk en Europees socialezekerheidsrecht toe te passen op enkele sociale risico’s waarvoor de Belgische sociale zekerheid bescherming biedt.
- Studiemateriaal
- Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Wetboek - basiswetboek sociaal recht voor studenten, E. Alofs, Kluwer, 9789403025858
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Slides en andere documenten, Afhankelijk van de actualiteit wordt bijkomende informatie besproken tijdens de hoorcolleges. De bijkomende informatie wordt ook ter beschikking gesteld via het online leerplatform., beschikbaar via het online leerplatform
Cursustekst (Vereist) : Cursustekst per module, beschikbaar via het online leerplatform
- Bijkomende info
Het vak kent 18 uren hoorcolleges. De nadruk ligt in dit vak sterk op zelfstudie (100 uren). De cursus is zo opgebouwd dat tijdens de hoorcolleges de wetgeving, rechtspraak en rechtsleer aan bod komt. De student verwerkt vervolgens via oefeningen en testen beschikbaar op het online platform de leerstof zelfstandig.
- Leerresultaten
-
Algemene competenties
Na het volgen van dit opleidingsonderdeel:
- Kan de student zelfstandig de fundamentele rechten relevant voor het socialezekerheidsrecht benoemen, alsook de werking ervan in eigen woorden toelichten.
- Kan de student zelfstandig de EU bevoegdheden in het socialezekerheidsrecht en de EU wetgevende en beleidsinstrumenten relevant voor het socialezekerheidsrecht identificeren en de werking ervan in eigen woorden toelichten.
- Kan de student aantonen dat die de samenhang begrijpt tussen de wettelijke bepalingen van het socialezekerheidsrecht en de grondrechtelijke en EU-rechtelijke normen.
- Kan de student zelfstandig het grondrechtelijk recht en het EU socialezekerheidsrecht toepassen op de besproken sociale risico’s.
- Kan de student zelfstandig met constructief-kritische houding een opiniërend waardeoordeel vellen over rechtszaken in het licht van het grondrechtelijk en het EU socialezekerheidsrecht. De student maakt daarbij gebruik van de toepasselijke wetgeving, rechtspraak en rechtsleer.
- Beoordelingsinformatie
-
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 50% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 50% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
- Examen Mondeling
met een wegingsfactor 50
en aldus 50% van het totale eindcijfer.
Toelichting: De student wordt beoordeeld via een mondeling examen, dat het eindcijfer voor 100% bepaalt. Tijdens het mondelinge examen wordt de student getest op de hoger vermelde leerdoelen. De student krijgt twee kennis- en inzichtvragen en één casusvraag. Deze vragen laten toe de kennis van en het inzicht van de student in het grondrechtelijk en Europeesrechtelijk socialezekerheidsrecht te bevragen, alsook de wijze waarop de student de gegeven casus oplost en de motieven van de student bij de toelichting van zijn/haar oplossing.
Daarnaast dient de student ook twee casussen voorafgaand aan het mondelinge examen voor te bereiden: één met betrekking tot het grondrechtelijk socialezekerheidsrecht en één met betrekking tot het EU-rechtelijk kader over één van de besproken sociale risico’s. De casussen worden door de docent verdeeld over de studenten nadat de eerste twee modules zijn afgelopen. Van de student wordt gevraagd de casussen te analyseren in het licht van de geziene leerstof. Bijkomende toelichting hieromtrent wordt gegeven nadat de docent de eerste twee modules heeft gegeven. Tijdens het afleggen van het examen, zal de student één casus moeten toelichten. De student mag de gemaakte voorbereiding meenemen naar het examen. De docent geeft tijdens het mondelinge examen aan welke van de twee casussen de student moet beantwoorden. Indien de student tijdens het mondelinge examen al een casus-vraag had over het grondrechtelijk socialezekerheidsrecht, zal hij/zij de voorbereide casus over het Europees socialezekerheidsrecht moeten toelichten en vice versa.
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
- Paper
met een wegingsfactor 50
en aldus 50% van het totale eindcijfer.
- Aanvullende info mbt evaluatie
De student wordt beoordeeld via een paper en een mondeling examen. Het eindcijfer wordt voor 50% bepaald door de paper en voor 50% door het mondelinge examen.
- In de paper behandelt de student twee rechtszaken in functie van het grondrechtelijk en Europees socialezekerheidsrecht. Eén rechtszaak vertrekt vanuit het grondrechtelijk socialezekerheidsrecht en één rechtszaak vertrekt vanuit het Europees socialezekerheidsrecht, dat de student toepast op één van de sociale risico’s. Deze werkwijze laat toe de kennis van en het inzicht van de student in het grondrechtelijk en Europees socialezekerheidsrecht te bevragen, alsook de wijze waarop de student de gegeven rechtszaak analyseert en de motieven van de student bij de toelichting van de analyse.
- De rechtszaken worden door de docent verdeeld over de studenten nadat de eerste twee modules zijn afgelopen. De student analyseert in de paper de rechtszaken in functie van het grondrechtelijk en Europees socialezekerheidsrecht. Bijkomende toelichting hieromtrent wordt gegeven door de docent via een module beschikbaar op het online leerplatform. De student verwijst in de paper naar de relevante wetgeving, rechtspraak en rechtsleer. Kruisverwijzingen in de wetteksten zijn toegestaan.
- De student dient de paper in bij de aanvang van de eerste examenperiode. De docent vermeldt op het online leerplatform het exacte tijdstip en hoe de student de paper moet indienen. Het is alleen toegestaan om generatieve AI te gebruiken als brainstorm en/of taalkundige aspecten te verbeteren. Elk gebruik van generatieve AI moet op passende wijze worden erkend.
- De student bereidt aan de hand van de paper het mondelinge examen voor. Tijdens het mondelinge examen licht de student de rechtszaken mondeling toe aan de hand van de paper. De student neemt de paper mee naar het examen alsook (niet-geannoteerde) wetteksten. De student krijgt tijdens het examen gerichte bijvragen van de docent.
- Toegestane onvoldoende
- Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.
Academische context
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de rechten: Dual Master in Comparative Corporate and Financial Law
Master in de rechten: burgerlijk en procesrecht
Master in de rechten: criminologie
Master in de rechten: economisch recht
Master in de rechten: fiscaal recht
Master in de rechten: internationaal en Europees recht
Master in de rechten: publiek recht
Master in de rechten: sociaal recht
Master in de rechten: strafrecht
Master in de rechten: Law and Technology
Master in het sociaal recht: Standaard traject
Master in het internationaal en Europees recht: Standaard traject