6 ECTS credits
180 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1002104BNR voor alle studenten in het 1e semester met een verdiepend bachelor niveau.
Bij dit studiedeel wordt de focus gelegd op de opbouw en werking van woorden en zinnen in het hedendaagse Nederlands. Concreet biedt het college een inleiding in de woordleer, flexionele morfologie, zinsleer en syntaxis van het Nederlands.
Enerzijds wordt er stilgestaan bij de woordleer en de binnenbouw van de bijhorende zinscomponenten: de woordsoorten van het Nederlands en hun functies als onderdeel van diverse soorten constituenten. We besteden hierbij bijzondere aandacht aan de flexionele eigenschappen van nomina, adjectieven en verba, en benadrukken gaandeweg ook de kruisverbanden tussen morfologie, syntaxis en semantiek.
Anderzijds wordt er uitvoerig ingegaan op de zinsleer vanuit een structuralistisch perspectief, en worden de buitenbouw en syntactische functies van zinsdelen binnen enkelvoudige en samengestelde zinnen in detail besproken (o.a. zinsrelator, subject, objecten, gezegdes, complementen, satellieten, modificeerders). Aansluitend hierbij worden ook diverse woordvolgordeverschijnselen in het Nederlands onder de loep genomen: we bespreken volgorde van subjecten, verba en objecten in diverse hoofd- en bijzintypes, en bieden een taaltypologisch overzicht van de Nederlandse zinsbouw in termen van polen en velden.
De behandelde theoretische concepten worden tijdens de bijhorende werkcolleges vertaald naar de praktijk, waarbij de belangrijkste aangereikte concepten worden ingeoefend aan de hand van praktische oefeningen in de woord- en zinsleer.
Tot slot worden de studenten voor dit studiedeel ook geacht om een wetenschappelijke paper te schrijven. Dit werk omvat een literatuurstudie van een zelfgekozen (toegepast) taalkundig onderwerp, aangevuld met een bescheiden empirisch onderzoek. Mogelijke onderwerpen kunnen aansluiten bij de behandelde thema’s in de colleges Nederlandse taalkunde. Een deel van de (werk)colleges wordt ingevuld met een klassikale voorbereiding op deze wetenschappelijke studie.
Zowel de oefeningensessies als de papersessies kunnen (afhankelijk van het aantal ingeschreven studenten) apart worden ingericht voor de studenten 'Taal- en Letterkunde' en de studenten 'Toegepaste taalkunde'.
Hand-outs, slides en oefeningen uit de lessen, verzameld in een syllabus, vormen het hoofdbestanddeel van het verplichte studiemateriaal, aangevuld met uitvoerige eigen notities bij de colleges door de studenten zelf.
Verder kunnen de studenten voor aanvullende informatie en hulp bij het instuderen van de aangereikte concepten terugvallen op de relevante hoofdstukken in:
W. Vandeweghe (2013), Grammatica van de Nederlandse zin. Achtste of meest recente uitgave. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.
Het onderdeel over woordleer en flexionele morfologie is gebaseerd op hoofdstuk 4 (‘Flexie’) van Booij, G. & A. van Santen (2017), Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands (3de of meest recente editie). Amsterdam: Amsterdam University Press.
Beide studieboeken kunnen, indien gewenst, via de Standaard Student Shop worden aangekocht.
1. De studenten kunnen basisbegrippen uit de woord- en zinsleer herkennen, definiëren en illustreren aan de hand van in de les of in de literatuur behandelde voorbeelden. [Dublin-descriptor NVAO: kennis en inzicht]
2. De studenten kunnen zelfstandig diverse soorten (morfo)syntactische analyse van woordsoorten en functies van ongeziene enkelvoudige en samengestelde zinnen uitvoeren, en de behandelde theoretische materie zo toepassen op authentiek taalmateriaal. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht]
3. De studenten doen de nodige vaardigheden op om zelfstandige basis geziene en ongeziene zinnen vanuit morfologisch en syntactisch oogpunt adequaat te beschrijven en analyseren. [Dublin-descriptor NVAO: leervaardigheden]
4. De studenten zijn in staat om onder begeleiding een bescheiden literatuur- en empirisch onderzoek over een taalkundig onderwerp naar keuze op te zetten en uit te voeren. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht + oordeelsvorming]
5. De studenten kunnen met een wetenschappelijke paper in geschreven Standaardnederlands rapporteren over hun inzichten, gebruik maken van het gepaste wetenschappelijke register en met een accuraat gebruik van de aangeleerde vakterminologie. [Dublin-descriptor NVAO: communicatie]
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 40% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
Studenten kunnen enkel slagen voor het opleidingsonderdeel als geheel, als ze voor elk van de aparte evaluatieonderdelen minimaal een deelcijfer van 8/20 hebben behaald. Als ze voor één van de aparte evaluatieonderdelen minder dan 8/20 hebben gescoord, kan het eindcijfer voor het opleidingsonderdeel als geheel maximaal 9/20 bedragen.
Studenten die niet deelnemen aan één onderdeel van de evaluatie zullen voor het geheel van het college een afwezigheidscijfer ontvangen.
Deelcijfers kunnen op schriftelijke vraag (voorafgaand aan de examenperiode) van de student worden overgeschreven naar een latere zittijd binnen hetzelfde academiejaar.
Late indieningen van opdrachten, taken of papers worden tot 48 uur na de in het college opgegeven deadline aanvaard. Voor een indiening tot 24 uur na de deadline (per e-mail en op papier) wordt het behaalde deelcijfer met 15% verminderd, en voor een indiening tussen 24 en 48 uur na de deadline (per e-mail en op papier) wordt het behaalde deelcijfer met 30% verminderd. Indieningen die meer dan 48 uur na de deadline worden ontvangen, worden niet gequoteerd en worden als afwezigheidscijfers ingevoerd. Alle opgegeven deadlines gelden zowel voor digitale als voor papieren indieningen.
Spreekuur: na afspraak via http://www.rikvosters.be/afspraak
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de geschiedenis: Standaard traject
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Duits-Spaans
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: één taal