6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1002104BNR voor alle studenten in het 1e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Om dit vak te kunnen opnemen, moet je geslaagd zijn voor Nederlandse taalkunde: klank- en woordleer, of dit vak tenminste opnieuw registreren. Geef steeds voorrang aan vakken uit de laagste fase van je opleiding. Als je een verkort programma volgt, kan je dit vak zo opnemen.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
Linguistics and Literary Studies
Onderwijsteam
Rik Vosters (titularis)
Lauranne Harnie
Yasmin Crombez
Cora Pots
Onderdelen en contacturen
0 contacturen Exam
26 contacturen Lecture
26 contacturen Practical exercises
50 contacturen Self study
Inhoud

Bij dit studiedeel wordt de focus gelegd op de opbouw en werking van woorden en zinnen in het hedendaagse Nederlands. Concreet biedt het college een inleiding in de woordleer, flexionele morfologie, zinsleer en syntaxis van het Nederlands.

Enerzijds wordt er stilgestaan bij de woordleer en de binnenbouw van de bijhorende zinscomponenten: de woordsoorten van het Nederlands en hun functies als onderdeel van diverse soorten constituenten. We besteden hierbij bijzondere aandacht aan de flexionele eigenschappen van nomina, adjectieven en verba, en benadrukken gaandeweg ook de kruisverbanden tussen morfologie, syntaxis en semantiek.

Anderzijds wordt er uitvoerig ingegaan op de zinsleer vanuit een structuralistisch perspectief, en worden de buitenbouw en syntactische functies van zinsdelen binnen enkelvoudige en samengestelde zinnen in detail besproken (o.a. zinsrelator, subject, objecten, gezegdes, complementen, satellieten, modificeerders). Aansluitend hierbij worden ook diverse woordvolgordeverschijnselen in het Nederlands onder de loep genomen: we bespreken volgorde van subjecten, verba en objecten in diverse hoofd- en bijzintypes, en bieden een taaltypologisch overzicht van de Nederlandse zinsbouw in termen van polen en velden.

De behandelde theoretische concepten worden tijdens de bijhorende werkcolleges vertaald naar de praktijk, waarbij de belangrijkste aangereikte concepten worden ingeoefend aan de hand van praktische oefeningen in de woord- en zinsleer. 

Tot slot worden de studenten voor dit studiedeel ook geacht om een wetenschappelijke paper te schrijven. Dit werk omvat een literatuurstudie van een zelfgekozen (toegepast) taalkundig onderwerp, aangevuld met een bescheiden empirisch onderzoek. Mogelijke onderwerpen kunnen aansluiten bij de behandelde thema’s in de colleges Nederlandse taalkunde. Een deel van de (werk)colleges wordt ingevuld met een klassikale voorbereiding op deze wetenschappelijke studie. 

Het onderwijs kan, afhankelijk van de situatie, face-to-face en/of digitaal plaatsvinden. Mogelijk worden lesopnames gemaakt van het live onderwijs. 

Studiemateriaal
Cursustekst (Vereist) : Nederlandse taalkunde, Woord- en zinsleer, R. Vosters, VUB, 2220170007922, 2020
Handboek (Aanbevolen) : Grammatica van de Nederlandse zin, W. Vandeweghe, 8de, Antwerpen/Apeldoorn: Garant., 9789044130546, 2013
Handboek (Aanbevolen) : Morfologie, De woordstructuur van het Nederlands, G. Booij & A. van Santen, 3de geheel herziene druk, Amsterdam: Amsterdam University Press., 9789462986077, 2017
Bijkomende info

Hand-outs, slides en oefeningen uit de lessen, verzameld in een syllabus, vormen het hoofdbestanddeel van het verplichte studiemateriaal, aangevuld met uitvoerige eigen notities bij de colleges door de studenten zelf.

Verder kunnen de studenten voor aanvullende informatie en hulp bij het instuderen van de aangereikte concepten terugvallen op de relevante hoofdstukken in:

W. Vandeweghe (2013), Grammatica van de Nederlandse zin. Achtste of meest recente uitgave. Antwerpen/Apeldoorn: Garant.

Het onderdeel over woordleer en flexionele morfologie is gebaseerd op hoofdstuk 4 (‘Flexie’) van Booij, G. & A. van Santen (2017), Morfologie. De woordstructuur van het Nederlands (3de of meest recente editie). Amsterdam: Amsterdam University Press.

Beide studieboeken kunnen, indien gewenst, via de Standaard Student Shop worden aangekocht.

Leerresultaten

Leerdoelstellingen

1. De studenten kunnen basisbegrippen uit de woord- en zinsleer herkennen, definiëren en illustreren aan de hand van in de les of in de literatuur behandelde voorbeelden. [Dublin-descriptor NVAO: kennis en inzicht]
2. De studenten kunnen zelfstandig diverse soorten (morfo)syntactische analyse van woordsoorten en functies van ongeziene enkelvoudige en samengestelde zinnen uitvoeren, en de behandelde theoretische materie zo toepassen op authentiek taalmateriaal. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht]
3. De studenten doen de nodige vaardigheden op om zelfstandige basis geziene en ongeziene zinnen vanuit morfologisch en syntactisch oogpunt adequaat te beschrijven en analyseren. [Dublin-descriptor NVAO: leervaardigheden]
4. De studenten zijn in staat om onder begeleiding een bescheiden literatuur- en empirisch onderzoek over een taalkundig onderwerp naar keuze op te zetten en uit te voeren. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht + oordeelsvorming]
5. De studenten kunnen met een wetenschappelijke paper in geschreven Standaardnederlands rapporteren over hun inzichten, gebruik maken van het gepaste wetenschappelijke register en met een accuraat gebruik van de aangeleerde vakterminologie. [Dublin-descriptor NVAO: communicatie]

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer

ZELF Paper bepaalt 40% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Schriftelijk examen met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Fysiek of digitaal schriftelijk examen

Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Wetenschappelijke paper met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Studenten die niet deelnemen aan  of niets indienen voor één onderdeel van de evaluatie zullen voor dat onderdeel 0/20 behalen.

Deelcijfers kunnen op schriftelijke vraag (voorafgaand aan de examenperiode) van de student worden overgeschreven naar een latere zittijd binnen hetzelfde academiejaar. 

Late indieningen van opdrachten, taken of papers worden tot 48 uur na de in het college opgegeven deadline aanvaard. Voor een indiening tot 24 uur na de deadline wordt het behaalde deelcijfer met 15% verminderd, en voor een indiening tussen 24 en 48 uur na de deadline wordt het behaalde deelcijfer met 30% verminderd. Indieningen die meer dan 48 uur na de deadline worden ontvangen, worden niet gequoteerd en worden als afwezigheidscijfers ingevoerd.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Spaans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Italiaans-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Duits-Spaans
Schakelprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: Standaard traject
Schakelprogramma Educatieve Master of Science in de talen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: één taal
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in het vertalen: Traject na vooropleiding ac. bachelor taal- en letterkunde met twee vreemde talen in het studiepakket identiek aan de talen waarvoor men zich inschrijft.