6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1017158ANR voor alle studenten in het 2e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen
Verantwoordelijke vakgroep
Educatiewetenschappen
Onderwijsteam
Free De Backer (titularis)
Aline Verbeke
Onderdelen en contacturen
20 contacturen Hoorcollege
10 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
Inhoud

Het niet bereid zijn om kunst binnen een levensontwerp op te nemen is doorgaans gestoeld op vooroordelen. Een aantal van deze vooroordelen worden besproken in deze cursus. Ze worden gekaderd in een geschiedenis van het denken over kunsteducatie, uitmondend in een overzicht van de actuele theorieën. Daarnaast wordt bijzondere aandacht besteed aan het museum als krachtige leeromgeving.

Praktijkvoorbeelden en bezoeken ter plaatse worden geïntegreerd om van theorie naar praktijk te gaan. Verschillende werkvormen komen aan bod om vervolgens zelf aan de slag te gaan als culturele bemiddelaar.

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Reader, Canvas
Bijkomende info

NVT

Leerresultaten

Algemene competenties

De cursus beoogt inzicht te verschaffen in de hedendaagse beeldende kunst als educatief medium. Hierin wordt kunsteducatie ruimer opgevat dan "kunstzinnige vorming" dat een traditioneel vrij beperkt onderdeel is van het sociaal-cultureel werk. De centrale vraagstelling is daarentegen: wat kan de educatieve functie zijn van hedendaagse kunst binnen een agogische context. In de agogische praktijk vormt het hedendaagse kunstsysteem een goede basis om inhoudelijke gesprekken te hebben. Uitgangspunt bij de vraag naar wat kunsteducatie is luidt: wil kunst een "middel tot" zijn het eerst als doel op zich moet kunnen begrepen worden. In de cursus wordt ook vertrokken van de verschillende kunsttheorieën die dat op wisselende wijze benaderen. De studenten worden niet verondersteld voorkennis te hebben van het hedendaagse kunstgebeuren. Hierdoor worden zij zelf vaak proefpersoon.

De leerresultaten:

  • De student kan praktijkvoorbeelden analyseren op basis van theoretische kaders en hierop feedback geven aan de hand van weloverwogen argumenten.
  • De student kan een brede waaier van werkvormen, verbonden aan een doelgroep, beschrijven en in verband brengen met de aangeleerde theorieën.
  • De student kan belangrijke figuren en theorieën op het vlak van kunst- en beeldeducatie situeren en verduidelijken in eigen woorden.
  • De student kan de rol van het museum in de 21ste eeuw en de daarbijhorende gevolgen voor het publiek uitleggen.
  • De student kan in functie van een doelgroep een kunsteducatieve activiteit ontwerpen en begeleiden waarin de theorieën rond kunst- en beeldeducatie worden toegepast.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 70% van het eindcijfer

WPO Praktijkopdracht bepaalt 30% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Mondeling examen met een wegingsfactor 70 en aldus 70% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Met schriftelijke voorbereidingstijd

Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Opdracht met een wegingsfactor 30 en aldus 30% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Bij niet deelname aan één der verplichte evaluatieonderdelen (mondeling examen en opdracht) kan de student niet slagen voor het geheel van het opleidingsonderdeel en wordt het eindcijfer teruggebracht naar een onvoldoende (ten hoogste 7/20). Om te slagen voor het opleidingsonderdeel moet de student minstens het equivalent van 8/20 behalen voor alle onderdelen. Indien het eindcijfer toch een cijfer van 10 of meer op 20 zou zijn, maar voor één onderdeel van de evaluatie minder dan het equivalent van 8/20 werd behaald, wordt dit teruggebracht tot het hoogste niet-geslaagd cijfer (nl. 9/20).

Het deelcijfer van minstens 10/20 of geslaagd in eerste zittijd, mag worden overgedragen naar de tweede zittijd van hetzelfde academiejaar en hoeft de student dus niet opnieuw af te leggen.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de agogische wetenschappen: profiel culturele agogiek
Bachelor in de agogische wetenschappen: Verkort traject Profiel Culturele Agogiek
Educatieve master in de gedragswetenschappen: agogische wetenschappen (120 ECTS, Etterbeek)
Schakelprogramma Master of Science in de agogische wetenschappen: Profiel Culturele Agogiek
Schakelprogramma Master of Science in de Onderwijskunde: Standaard traject
Schakelprogramma Master of Science in Educational Sciences: Exchange Ma Economics/Manageme
Voorbereidingsprogramma Master of Science in de agogische wetenschappen: Profiel Culturele Agogiek