15 ECTS credits
450 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6004260ENW voor werkstudenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Het opleidingsonderdeel 'Masterproef SORE met of zonder stage' kan je enkel opnemen in de afstudeerfase van je opleiding. Inschrijven voor dit opleidingsonderdeel is enkel mogelijk voor werkstudenten. Dagstudenten kunnen registreren voor opleidingsonderdelen waarvan de code eindigt op een R.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Publiek recht
Onderwijsteam
Guido Van Limberghen (titularis)
Onderdelen en contacturen
450 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

In een inleidend hoorcollege licht de masterproefcoördinator het concept en alle praktische zaken i.v.m. het opleidingsonderdeel toe. Deze informatie (video-opname, slides  en documenten) wordt ook ter beschikking van de studenten gehouden via het leerplatform.

De studenten kiezen één van de onderstaande masterproeftrajecten. Elk masterproeftraject bestaat uit een schriftelijk en een mondeling gedeelte. Het schriftelijk gedeelte bestaat uit een scriptie en, in het traject masterproef met stage, een stageverslag. Het mondeling gedeelte bestaat uit de presentatie en verdediging van de scriptie.

Masterproeftraject 1: masterproef met stage

Het traject masterproef met stage bestaat uit een stage en een casestudy.

De stage beslaat ten minste 120 uur en kan worden aangevat en volbracht, zodra de student is ingeschreven als student aan de VUB, zelfs ingeval de student zich nog niet heeft geregistreerd voor het opleidingsonderdeel Masterproef SORE in de selfservice voor studenten. De stage kan worden volbracht in het eerste en/of tweede semester en/of tijdens vakantieperiodes die bijvoorbeeld voorafgaand aan het begin van het academiejaar. Het volstaat, maar is vereist dat de student is ingeschreven aan de universiteit. Als de student is ingeschreven voor de opleiding maar de masterproef slechts in het volgend academiejaar wil verdedigen, kan de student dus reeds de stage aanvatten en dient hij zich slechts in het daaropvolgend academiejaar voor het opleidingsonderdeel Masterproef SORE te registreren in de selfservice voor studenten. De stageplaats en -leider worden vóór de aanvang van de stage bepaald. De stageplaats wordt hetzij gekozen uit een door de masterproefcoördinator ter beschikking gestelde lijst van stageplaatsen, hetzij voorgesteld door de student en goedgekeurd door de masterproefcoördinator. De lijst van stageplaatsen wordt ter beschikking gehouden van de studenten via de website van de faculteit en via het leerplatform. De stage mag in voorkomend geval worden gevolgd in een stageplaats waar de student beroepsactief is of wordt. De stage wordt beheerst door de stage-overeenkomst waarvan het stagereglement integraal deel uitmaakt. De opleiding stelt een modelovereenkomst m.i.v. stagereglement ter beschikking. Na afloop van de stage maken de studenten een stageverslag op met behulp van een standaardformulier dat hen ter beschikking wordt gesteld via het leerplatform. In het stageverslag analyseren de studenten de volbrachte stage en reflecteren zij kritisch daarover. Zij beantwoorden daartoe de op het standaardformulier geformuleerde vragen (max. 10 pagina’s). De stageleider brengt een beoordeling uit van de volbrachte stage op een daartoe door de opleiding ter beschikking gesteld standaardformulier.

De case study (20 à 25 pagina’s) vertrekt van een concrete casus of opdracht. In principe gaat het om een casus of opdracht die zich voordoet of zich heeft voorgedaan in de stageplaats en die verband houdt met één van de opleidingsonderdelen die worden onderwezen in de opleiding. Het is niet noodzakelijk dat de studenten de casus of opdracht zelf hebben behandeld of eraan hebben meegewerkt tijdens de stage. Zo nodig stelt de opleiding opdrachten ter beschikking aan studenten die geen casus of opdracht kunnen putten uit hun stage. De casestudy of opdracht wordt uitgewerkt in een scriptie. Daarin formuleren en beantwoorden de studenten de rechtsvragen die rijzen bij de analyse van de casus of opdracht op een juridisch-wetenschappelijk verantwoorde wijze. Zij formuleren oplossingen of toekomstgerichte voorstellen en geven de eventueel daarmee gepaard gaande beperkingen of dimensie van onzekerheid aan. De casestudy wordt afgesloten met een referentielijst.

Masterproeftraject 2: masterproef zonder stage

In dit masterproeftraject voert de student een beroepenveldgerichte opdracht of een voor het sociaal recht relevant rechtswetenschappelijk onderzoek uit. De opdracht respectievelijk het onderwerp van het onderzoek houdt verband met één van de opleidingsonderdelen die worden onderwezen in de opleiding. De studenten kiezen zelf het onderwerp van hun opdracht respectievelijk het te onderzoeken onderwerp. Zij kunnen daarbij gebruik maken van de lijst van suggesties die via het leerplatform wordt ter beschikking gehouden.

De beroepenveld gerichte opdracht kan bijvoorbeeld bestaan in het opstellen van een gemotiveerd wetsvoorstel (met memorie van toelichting, verwijzing naar onderzoeksrapporten, enz.), een beleids- of ander advies (met op basis van wetenschappelijk onderzoek gemotiveerde aanbevelingen of voorstel van aanpak), een juridisch gefundeerde werkwijze voor de invoering van een bedrijfspensioenplan, etc. In hun scriptie (35 à 40 p.) omschrijven en analyseren de studenten de uitgevoerde opdracht en reflecteren zij kritisch daarover. Zij formuleren de sociaalrechtelijke en eventuele andere vragen die gepaard gaan met de uitvoering van de opdracht, zetten de gekozen methodologie uiteen en motiveren deze. De scriptie geeft zowel het resultaat van de uitvoering van de opdracht, als de sociaalrechtelijke onderbouwing ervan weer. Studenten formuleren oplossingen of toekomstgerichte voorstellen en geven eventueel daarmee gepaard gaande beperkingen of dimensie van onzekerheid aan. De scriptie wordt afgesloten met een referentielijst.

Als studenten een rechtswetenschappelijk onderzoek uitvoeren, omschrijven zij in hun onderzoeksgerichte scriptie de probleemstelling waaruit het gekozen onderwerp voortvloeit en de positionering van het onderzoek ten opzichte van de bestaande rechtswetenschap. Zij formuleren de centrale onderzoeksvraag en daarvan afgeleide onderzoeksdeelvragen en geven aan welke onderzoeksresultaten worden verwacht bij uitvoering van het onderzoek. Zij zetten de gekozen onderzoeksmethodologie uiteen en motiveren deze. De studenten lichten de structuur van hun scriptie toe en geven hun onderzoeksbevindingen weer in opeenvolgende hoofdstukken. In de conclusie vatten de studenten het gevoerde onderzoek bondig samen en beantwoorden hij de onderzoeks(deel)vragen. Zij geven eventueel daarmee gepaard gaande beperkingen of dimensie van onzekerheid aan De scriptie wordt afgesloten met een referentielijst.

Studiemateriaal
Handboek (Aanbevolen) : Het juridisch verwerkingsproces, Eggermont Frederic, Geuens Maaike, Ginis B., Gowie Frank, Timbermont Evelien, Die Keure, 9789048632053, 2017
Handboek (Aanbevolen) : Juridisch schrijven in de praktijk, P. Schoukens, K., Hendrickx en E. Terryn, 3ed, Leuven, Acco, 9789463797511, 2019
Handboek (Aanbevolen) : Handleiding juridisch schrijven, G. Bouckaert en B. De Moor, 2ed, Antwerpen, Maklu, 9789062157334, 2004
Digitaal cursusmateriaal (Aanbevolen) : Juridische verwijzingen en afkortingen, Interuniversitaire Commissie, http://www.legalworld.be/legalworld/juridische-verwijzingen-en-afkortingen.html?LangType=2067, 2017
Handboek (Aanbevolen) : Praktijkboek rechtsmethodologie, Inleiding tot het opzoeken en analyseren van de bronnen van het nationaal, Europees en internationaal recht, Eggermont, F., Smis, S., & Paepe, P., Scheurs, W., Brugge, Die Keure, 9789048644810, 2022
Bijkomende info

Voor bijkomende informatie kan men terecht bij de masterproefcoördinator en kan men de masterproefrichtlijnen van de opleiding raadplegen. In de eerste weken van het academiejaar wordt een inleidend masterproefcollege georganiseerd.

Het opleidingsonderdeel kan niet worden gevolgd met creditcontract.

Leerresultaten

Algemene competenties

  • Afgestudeerden zijn in staat om de sociaalrechtelijke vragen die rijzen bij een bepaalde problematiek te detecteren, relevante bronnen op te sporen, op basis van een adequate methodologie een wetenschappelijk onderbouwd antwoord te formuleren en, zowel schriftelijk als mondeling, helder en gevat te rapporteren over de uitgevoerde opdracht en de resultaten ervan.
  • Afgestudeerden kunnen een voor het sociaal recht relevante probleemstelling analytisch en synthetisch onderzoeken op academisch niveau.
  • Afgestudeerden hebben een algemeen kritisch-reflecterende of onderzoeksingesteldheid, zowel met betrekking tot toegepaste methodologieën en werkwijzen, als inzake de resultaten van eigen en andermans onderzoek.
  • Afgestudeerden hebben een zelfstandig probleemoplossend vermogen en geven zich rekenschap van beperkingen of dimensies van onzekerheid die kunnen gepaard gaan met geformuleerde oplossingen.
  • Afgestudeerden hebben een gespecialiseerde kennis van en inzicht in de deelgebieden van het sociaal recht die relevant zijn voor het door hen behandelde onderwerp.
  • Afgestudeerden begrijpen de samenhang tussen de internationale en Europese normen en de nationale regels van het sociaal recht die relevant zijn voor het door hen behandelde onderwerp.
  • Afgestudeerden nemen een actieve studiehouding aan en kunnen de ontwikkelingen in wetgeving, rechtspraak en nieuwe theorievorming in het sociaal recht volgen.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Masterproef met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De mondelinge presentatie en verdediging van de scriptie bepaalt 25% van het eindcijfer, het schriftelijk gedeelte 75%.

In het traject masterproef zonder stage bepaalt de beoordeling van de scriptie 100% van het cijfer voor het schriftelijk gedeelte.

In het traject masterproef met stage bepaalt de beoordeling van het stageverslag 25% en de beoordeling van de scriptie 75% van het cijfer voor het schriftelijk gedeelte.

Studenten zijn pas geslaagd, als zij ZOWEL OP HET MONDELINGE GEDEELTE ALS OP HET SCHRIFTELIJKE GEDEELTE MINSTENS DE HELFT VAN DE PUNTEN behalen.

Studenten die niet geslaagd zijn, dienen in de tweede zittijd een verder uitgewerkte versie van hun scriptie in. Een nieuwe presentatie en verdediging wordt gehouden, ook al was de student geslaagd voor het mondelinge gedeelte. Zij kunnen tussen eerste en tweede zittijd niet overstappen naar een ander masterproeftraject, noch een onderzoeksgerichte scriptie omzetten in een beroepenveldgerichte scriptie of omgekeerd. Studenten die niet zijn geslaagd in de tweede zittijd, kunnen in het volgende academiejaar naar keuze een verder uitgewerkte versie van hun scriptie dan wel een nieuwe scriptie indienen en presenteren en verdedigen. Zij kunnen daarbij overstappen naar een ander masterproeftraject of een onderzoeksgerichte scriptie omzetten in een beroepenveldgerichte scriptie of omgekeerd.

Studenten die voor de scriptie of, in het traject masterproef met stage, voor het stageverslag en de scriptie samen minstens 50% hebben behaald, kunnen ervoor opteren om dat cijfer te behouden. Zij worden geacht die optie te nemen, als zij de scriptie (en het stageverslag in het traject masterproef met stage) niet opnieuw indienen. In het traject masterproef met stage kunnen studenten het cijfer niet behouden voor alleen de scriptie of alleen het stageverslag. In de tweede zittijd wordt dan alleen een nieuwe presentatie en verdediging gehouden. Is de student niet geslaagd in de tweede zittijd, dan heeft hij in dit geval de keuze in het volgende academiejaar hetzij de eerder ingediende scriptie opnieuw te presenteren en te verdedigen, hetzij een verder uitgewerkte versie van zijn scriptie dan wel een nieuwe scriptie (al dan niet in het kader van hetzelfde masterproeftraject) in te dienen en te presenteren en te verdedigen.

BEOORDELINGSCRITERIA EN -WIJZE

1. Mondelinge presentatie en verdediging:

presentatie: aantrekkelijk en goed gestructureerd; repliek op kritiek in beoordeling van de scriptie
verdediging: kennis en inzicht die blijken uit de antwoorden op de vragen over de scriptie.
De stage en het stageverslag maken niet het voorwerp uit van de presentatie en verdediging.

beoordeling: masterproefjury met behulp van waarderingsschaal

 2.1. Stageverslag

  1. kritische reflectie over de stage
  2. analyse van behandelde juridische problemen
  3. schriftelijke rapportering: taalgebruik en verwijzingen

Beoordeling: masterproefcoördinator met behulp van beoordelingsformulier van stageleider en waarderingsschaal

De masterproefcoördinator motiveert zijn beoordeling in een verslag dat per e-mail aan de student wordt meegedeeld, behoudens overmacht, uiterlijk 3 kalenderdagen vóór de mondelinge verdediging.

2.2. Scriptie

  1. de formulering van de juridische vragen bij de casus of opdracht respectievelijk van de probleemstelling, onderzoeksvragen en relevantie van het onderzoek
  2. adequaatheid van de gevolgde methodologie
  3. geïntegreerde analyse en zin voor synthese van voldoende en actuele bronnen
  4. grondige kennis van en inzicht in het relevante recht
  5. kritische en onbevooroordeelde ingesteldheid: weegt standpunten of mogelijke oplossingen tegen elkaar af, neemt standpunt in of onderzoekt een weinig ontgonnen onderwerp/heeft een vernieuwende benadering t.o.v. eerder onderzoek en wijst op de dimensie van onzekerheid die eventueel gepaard gaat met standpunten/oplossingen/stellingen
  6. schriftelijke rapportering: taalgebruik en verwijzingen

Beoordeling: promotor+commissaris met behulp van beoordelingsformulier + waarderingsschaal

Promotoren en commissarissen motiveren hun beoordeling in een verslag dat aan de student wordt meegedeeld, behoudens overmacht, uiterlijk 3 kalenderdagen vóór de datum van de mondelinge verdediging. Behoudens overmacht wordt de beoordeling meegedeeld via MaThis.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in het sociaal recht: Standaard traject