Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde tot 1850

6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1005579AER voor alle studenten in het 1e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester

1e semester

Inschrijving onder examencontract

Mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Verantwoordelijke vakgroep

Taal- en Letterkunde

Onderwijsteam

Stefan Clappaert
Hans Vandevoorde
An Faems (titularis)

Onderdelen en contacturen

0 contacturen Exam
26 contacturen Lecture
90 contacturen Self study

Inhoud

Het hoorcollege biedt een historisch overzicht van de Nederlandse letterkunde aan de hand van een gecontextualiseerde lezing van enkele hoogtepunten: middeleeuwse teksten (zoals Karel ende Elegast, Van den Vos Reynaerde en de lyriek van Hadewijch), rederijkersteksten (zoals Elckerlijc en Anthonis de Roovere of Anna Bijns) en renaissanceteksten (zoals gedichten van Jonker Jan van der Noot, P.C. Hooft en Vondel). Die worden aangevuld met een keuze uit de achttiende-eeuwse Spectatoriale geschriften en uit sentimenteel, romantisch en realistisch proza (zoals de Camera Obscura van Beets).

Tijdens de oefeningen worden aanvullende teksten uit de moderne tijd gelezen en besproken. De studenten schrijven een analyse van bijv. Elias van Maurice Gilliams.

Studiemateriaal

Cursustekst (Vereist) : Geschiedenis van de Nederlandstalige letterkunde, Middeleeuwen tot 1850, Vervaeck - Vandevoorde, VUB, 2220170008806, 2021
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Ppts, Canvas
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Reader, Canvas
Cursustekst (Vereist) : Schrijven met stijl, Oefeningen in schrijfvaardigheid, Rovers - van Zoggel - Verhees - Clappaert, VUB, 2220170008745, 2021

Bijkomende info

Dit vak wordt gedoceerd in het Nederlands. Voor het hoorcollege staan de studenten een gedrukte syllabus en een bundel digitale teksten op Canvas ter beschikking die zij tegen elk college moeten voorbereiden. Slides op Canvas ondersteunen de syllabus.

Ook voor de oefeningen is er een syllabus, Schrijven met stijl, waarin de basisprincipes van het schrijven over literatuur toegelicht worden.

Leerresultaten

Algemene competenties

- Studenten kennen teksten van de Nederlandse literaire canon vanaf de middeleeuwen tot aan het begin van de moderne letterkunde.
- Studenten kunnen teksten historisch situeren met aandacht voor de andere kunst- en cultuurvormen alsook voor contextuele factoren als economie, religie en wereldbeeld.
- Studenten hebben inzicht in de verscheidenheid aan literaire teksten in het Nederlands, op het vlak van periode, genre, stijl,...
- Studenten kunnen begrippen als 'allegorie', 'epiek', enzovoort verklaren.
- Studenten kunnen secundaire literatuur vinden en analyses schrijven, waarin ze laten zien dat ze de teksten kunnen bespreken én relateren aan de ontstaanscontext.
- Studenten kunnen de literaire waarde van teksten beoordelen.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 60% van het eindcijfer

WPO Paper bepaalt 20% van het eindcijfer

Andere bepaalt 20% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

Mondeling examen met een wegingsfactor 1 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Met schriftelijke voorbereiding (min. 15 minuten). Studenten kunnen niet slagen als ze het Standaardnederlands niet beheersen. De schriftelijke voorbereiding dient uitsluitend als steun voor de studenten, wordt ongewijzigd afgegeven maar wordt niet beoordeeld.

Binnen de categorie WPO Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

Schrijfoefeningen met een wegingsfactor 1 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Twee schrijfoefeningen

Binnen de categorie Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

Permanente evaluatie met een wegingsfactor 1 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Leesfiches. Enkel voor de tweede zittijd kan de permanente evaluatie vervangen worden door een schriftelijke opdracht.

Aanvullende info mbt evaluatie

Hoorcollege: mondeling examen (60% van de punten), permanente evaluatie (20% van de punten) en punten).

Oefeningen: twee schriftelijke opdrachten (samen 20 % van de punten), die beide ingeleverd moeten zijn, wil men deelnemen aan de examens.

Voor de tweede zittijd moeten alle opdrachten voor de oefeningen en permanente evaluatie binnengeleverd worden voor 31 juli.

In een studiehandleiding die de docent bij het begin van het semester geeft, wordt de evaluatie op bindende wijze gepreciseerd.

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context