Aspecten van poëziestudie en de visuele cultuur

6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4020133FNR voor alle studenten in het 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester

2e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Verantwoordelijke vakgroep

Taal- en Letterkunde

Onderwijsteam

Carl De Strycker (titularis)
Hans Vandevoorde

Onderdelen en contacturen

0 contacturen Exam
13 contacturen Lecture
15 contacturen Practical exercises
75 contacturen Self study

Inhoud

In dit college worden thematisch verwante gedichten met elkaar vergeleken, ofwel wordt een stroming (bijv. het surrealisme na 1945) of een genre (bijv. het hedendaagse historiegedicht; de elegie) uitgediept, wordt een institutioneel fenomeen (poëziebloemlezingen en -tijdschriften; poëzie in nieuwe media) bestudeerd of wordt een aspect van de poëziebeschouwing (bijv. pathos en emotie) behandeld.

Studiemateriaal

Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Reader met teksten
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Hand-outs
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Powerpointpresentaties, Canvas
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Teksten
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Schrijven met stijl

Bijkomende info

Deze cursus wordt gedoceerd in het Nederlands. De studenten nemen zelf notities tijdens de les en krijgen hand-outs. Een reader met teksten wordt ter beschikking gesteld.
Aanvullend studiemateriaal: wordt tijdens de colleges meegedeeld.

Leerresultaten

Algemene competenties

- De student heeft kennis van de thematische samenhang van gedichten, de internationale inbedding van dichters en/of de diachrone traditie van poëtische genres. Tevens heeft hij/zij inzicht in de werking en het effect van een modern gedicht en van zijn verbanden met andere teksten.
- De student kan op kritische en wetenschappelijke wijze een complex gedicht analyseren. Hij/zij doet dat aan de hand van de aangebrachte methodologie(ën). Daarbij geeft hij/zij blijk van een zelfstandig en creatief vermogen en is hij/zij in staat om in groepsverband te communiceren en te reflecteren over de verworven inzichten.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 25% van het eindcijfer

Examen Praktijk bepaalt 25% van het eindcijfer

ZELF Paper bepaalt 50% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

Mondeling examen met een wegingsfactor 1 en aldus 25% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Het mondeling examen is in de eerste plaats een verdediging van de paper.

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

Permanente evaluatie met een wegingsfactor 1 en aldus 25% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Bijv. bloemlezing

Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

Paper met een wegingsfactor 1 en aldus 50% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Paper & logboek

Aanvullende info mbt evaluatie

Paper (met voorafgaande mondelinge uiteenzetting), mondeling examen (in de eerste plaats een verdediging van de paper) en permanente evaluatie. Enkel voor de tweede zittijd wordt de permanente evaluatie vervangen door een schriftelijke opdracht. Voor deze zittijd moeten alle opdrachten voor 31 juli binnengeleverd worden.

In een studiehandleiding die de docent bij het begin van het semester geeft, wordt de evaluatie op bindende wijze gepreciseerd.

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context