6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 4020930DER voor alle studenten in het 2e semester met een inleidend master niveau.
Deze masterklas analyseert de vroegmoderne beeldtaal en –cultuur. Een beeldcultuur is zowel het eindproduct als een mediator van verschillende humane actie- en interesse-sferen: politieke en sociale-economische tendenzen, filosofie, literatuur,…. In de vroeg-moderne tijd explodeerde de beeldcultuur. De uitvinding van druk- en prentkunst vanaf 1450 ontketende daarbij een kenniscultuur met een ongekend sociaal en globaal bereik en hertekende het beeld van de mens in de kosmos, in de wereld, en van zichzelf.
We leren vanuit een multi-methodisch perspectief (iconografie, matieriële cultuur, gender, global art,…) en aan de hand van capita selecta om de vroeg-moderne visuele cultuur te ontrafelen. Een kritische reflectie over het historische “beeld als bron” rijkt tevens instrumenten aan om kritisch na te denken over waarheid, manipulatie en propaganda in de huidige beeld- en mediacultuur. Centraal staan de vroegmoderne Nederlanden in een Europees en globaal perspectief. Binnen deze afbakening kan de focus jaarlijk verschuiven. Lesonderdelen zijn thematisch opgevat (vb. handelsnetwerken, humanisme, landschap en ecologie...) en beschouwen casussen diachronisch (binnen de afbakening vroeg-moderne tijd). Grote kunstenaars dienen als referentie, maar evenzeer zal populaire en anonieme visuele cultuur aan bod komen.
De studenten nemen lesnota’s en kunnen aanvullend cursusmateriaal vinden op Canvas (PP’s van de docent).
Reader met verplichte leesopdrachten via leerplatform Canvas.
Elke les omvat ca. een uur "lecture" en een uur klas discussie op basis van de verplichte leesopdracht die wordt geintroduceerd door de studenten (beurtrol). Gezien het belang van deelname en de inhoudelijke discussie is aanwezigheid tijdens de lessen ten zeerste aanbevolen.
Het is mogelijk dat een excursie leidt tot bescheiden extra kosten voor de studenten die niet door de universiteit gedekt zijn.
1. De student heeft algemene kennis van, inzicht in en het vermogen te reflecteren over werking en impact van visuele cultuur in de vroeg-moderne periode;
2. De student heeft kennis van en inzicht in de debatten hieromtrent;
3. De student formuleert zelfstandig een probleemstelling en daaraan gekoppelde onderzoeksvragen over vroeg-moderne visuele cultuur;
4. De student rapporteert mondeling en schriftelijk over zijn/haar onderzoeksresultaten;
5. De student heeft algemene vaardigheden die voor de beoefening van het vakgebied noodzakelijk zijn, o.a. analytisch kijken, zelfstandig kunnen werken met het kunsthistorische apparaat, het zelfstandig bestuderen en interpreteren van relevante bronnen en vakliteratuur en het kritisch reflecteren op de neergelegde kennis en inzichten die zijn gesteld in voor het vak relevante talen.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 25% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 50% van het eindcijfer
Andere bepaalt 25% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Evaluatie:
Daarbij:
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: geschiedenis (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: kunstwetenschappen en erfgoedstudies (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: wijsbegeerte (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: moraalwetenschappen en humanistiek (120 ECTS, Etterbeek)