9 ECTS credits
250 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1008039ANR voor alle studenten in het 2e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Verantwoordelijke vakgroep
Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderwijsteam
Francis Berghmans (titularis)
Thomas Geernaert
Sidney Frans Goossens
Robbe Jan De Mey
Indy Magnus
Margot Marie-Christine Vandermotten
Hannah Duval
Onderdelen en contacturen
66 contacturen Hoorcollege
18 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
27 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De cursus behandelt 7 grote thema's en is dan ook volgens deze thema's ingedeeld.

  1. Algemene inleiding
  2. Werktuigen
  3. Golven en trillingen
  4. Elektromagnetisme
  5. Het deeltjeskarakter van elektromagnetische straling
  6. Inleiding tot de speciale relativiteit (niet voor studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde)
  7. Laagenergetische kernfysica en beginselen van de stralingsbescherming (niet voor studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde)

De HOC (interactieve hoorcolleges - 66 uur) behandelen deze thema's één voor één.

De WPO sessies (begeleide en interactieve oefeningen - 18 uur) illustreren de materie behandeld tijdens de hoorcolleges. Deze WPO hebben als doel de wetenschappelijke methodologie van probleemoplossend denken te ontwikkelen. Ook worden tijdens de oefeningensessies concrete toepassingen van de theorie besproken.

Het ZELF gedeelte (individuele niet-begeleide oefeningen via een online toepassing - 27 uur) heeft als doel de student voor te bereiden op de WPO sessies en heeft ook als doel op continue wijze te evalueren of de student inzicht in en begrip voor de materie behandeld tijdens de WPO sessies heeft ontwikkeld, alsook de student te ondersteunen voor de voorbereiding van het oefeningengedeelte van het examen.

De HOC over Delen VI en VII worden voor de studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde vervangen door aangepaste werkvormen over basisbegrippen en oplossen van elektrische schakelingen.

Studiemateriaal
Cursustekst (Vereist) : Golven en elektromagnetisme, Eigen nota's door de student genomen tijdens de HOC, Eigen nota's door de student genomen tijdens de HOC
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Transparanten door Prof. Berghmans gebruikt tijdens de HOC ter beschikking, Prof. Berghmans, Canvas
Handboek (Vereist) : Physics for Scientists and Engineers with Modern Physics, Douglas C. Giancoli, 4de, Pearson Education, Inc., 9781839614569, 2009
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Opgaves van de WPO sessies ter beschikking, Prof. Berghmans, Prof. Geernaert en assistenten, Canvas
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Lijst met hoofdvragen van het mondeling examen ter beschikking, Prof. Berghmans, Canvas
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : On-line oefeningen op te lossen op www.masteringphysics.com, Prof. Geernaert en assistenten, www.masteringphysics.com
Bijkomende info

De eigen nota's van de studenten die zij nemen tijdens de hoorcolleges vormen hun belangrijkste studiemateriaal.

De studenten beschikken als ondersteuning over de transparanten die tijdens de les door Prof. Berghmans worden gebruikt, alsook over opnames van HOC- en WPO-sessies. Deze zijn te verkijgen via de CANVAS leeromgeving. De Overkoepelende StudentencursusDienst (OSD) stelt afdrukken van deze transparanten ter beschikking.

Een Engelstalig referentiewerk wordt als handboek verplicht: "Physics for Scientists and Engineers with Modern Physics, Fourth Edition", Douglas C. Giancoli (Pearson Eduction, Inc.) - kostprijs van ongeveer 80 EURO. Er wordt in de transparanten regelmatig verwezen naar hoofdstukken en paragrafen uit dit boek, de transparanten maken dikwijls gebruik van illustraties uit dit boek en ze verwijzen naar oefeningen uit dit handboek. Bij aanschaf van dit handboek ontvangen de studenten een toegangscode die vereist is voor toegang tot het online leerplatform www. pearsonmylabandmastering.com (zie hieronder).

De opgaves van de WPO sessies wordt eveneens ter beschikking gesteld op de elektronische leeromgeving CANVAS, samen met voorbeelden van vroegere oefeningenexamens. Deze opgaves verwijzen ook regelmatig naar het handboek. 1 of 2 WPO sessies worden bovendien volledig in het Engels georganiseerd om de studenten vertrouwd te maken met Engelse termen uit de fysica, op een wijze die aansluit met het Engelstalige handboek.

De studenten moeten voor het ZELF gedeelte ook via het leerplatform www.pearsonmylabandmastering.com een aantal opgaves van oefeningen oplossen. Zij krijgen toegang tot dit leerplatform, waar ze de gelegenheid krijgen om zich in te schrijven op de "course-ID" van het studiedeel Golven en Elektromagnetisme, met de registratiecode die zij hebben verkregen bij de aankoop van het handboek. De studenten krijgen de gelegenheid om deze inschrijving te verlengen tot een maximumduur van 4 jaar.

Ter voorbereiding van het theoriegedeelte van het examen wordt een lijst met themavragen (zie ook bij "Aanvullende info mbt examinering") ter beschikking gesteld op de CANVAS leeromgeving die meteen ook de specifieke eindcompetenties weergeven.

Afhankelijk van de situatie wordt een gemengd interactief HOC/WPO en online HOC/WPO aanbod georganiseerd. In uitzonderlijke omstandigheden en mocht het naleven van sanitaire maatregelen verhinderen dat er interactieve HOC en WPO worden georganiseerd, dan zullen de HOC en WPO volledig vervangen worden door opnames van de sessies die via het CANVAS platform online ter beschikking worden gesteld. De studenten kunnen deze opnames raadplegen wanneer ze dat wensen. In dat geval wordt ook een wekelijkse planning via CANVAS meegedeeld, teneinde de studenten te informeren over de leerstof die ze in een bepaalde week verondersteld zijn te verwerken. Wekelijks wordt dan een interactieve vragensessie georganiseerd via de BigBlueButton-functionaliteit van CANVAS.

Leerresultaten

Algemene competenties

Dit is een opleidingsonderdeel gericht naar studenten in de Ingenieurswetenschappen en Wetenschappen, voor wie kennis van natuurkunde essentieel is in hun curriculum, om verschillende redenen.

Ten eerste is de essentie van fysica het construeren van modellen van de werkelijkheid, en modelconstructie is de kern van elke wetenschap die het louter beschrijvende niveau wil overstijgen. In weinig takken van de (natuur)wetenschappen reiken de voorspellingen van modellen zo ver buiten ons dagdagelijks waarnemingsgebied als in de fysica. Daarnaast is fysica ook een basiswetenschap die een beschrijving geeft van de structuur van de materie (in termen van atomen en moleculen), en van de interacties en energie-uitwisselingen tussen materiële deeltjes, tussen materie en straling.

Dit opleidingsonderdeel beoogt om, samen met andere onderdelen in de bachelor, de studenten een overzicht te geven van de wetenschappelijke verschijnselen en daarmee gepaarde theorieën (paradigma's) die de fysicus en de ingenieur vandaag de dag nodig heeft. Dit is niet alleen nodig om bestaande wetenschap en technologie verder te ontwikkelen en te verfijnen, maar ook om de werkelijkheid beter te kunnen vatten en ook om zelf creatief te kunnen bijdragen tot de wetenschappelijk/technologische omwentelingen van de 21ste eeuw.

Bedoeling is om de studenten niet alleen wetenschappelijke kennis, inzichten en vaardigheden mee te geven, maar ook noties van de geschiedenis van de fysica en vaardigheden bij het lezen van wetenschappelijke teksten in het Engels.

Algemene eindcompetenties:

* De student bezit een basiskennis van en heeft inzicht in de belangrijkste paradigma’s van de klassieke fysica. Hij/zij kent de begrenzingen van deze theorieën en weet in welke omstandigheden ze kunnen worden toegepast.

* De student kan fysische problemen modelleren met behulp van technieken uit de natuurkunde.

* De student heeft begrip van wetenschappelijke principes en de methodologie van de klassieke fysica met inbegrip van de specificiteit van hun toepassingen in de ingenieurswetenschappen.

* De student kan wetenschappelijke literatuur op zijn/haar niveau en standaardwerken over fysica inhoudelijk begrijpen en hierover rapporteren.

* De student is in staat om Engelstalige vakliteratuur op zijn niveau te begrijpen.

* De student heeft een elementair inzicht in de verschillende paradigma’s binnen de natuurkunde en is in staat om zelfstandig verdere kennis over deze paradigma’s te verwerven.

* De student kan correct werken met eenheden, grootte-ordes en dimensies van fysische en andere grootheden.

* De student is in staat een eenvoudig fysisch probleem te modelleren en dit model te interpreteren en te analyseren.

* De student heeft een basiskennis van de wetenschappelijke methode, van de relevantie van de fysica in andere domeinen van de wetenschappen en de maatschappij.

* De student is vertrouwd met het gebruik van wiskundige technieken in de fysica, zoals vectorrekening, afgeleiden, integralen, vectoroperatoren en complexe getallen, en kan wiskundige uitdrukkingen fysisch interpreteren.

* De student heeft een kritische houding ten aanzien van de eigen resultaten en die van de anderen.

Specifieke eindcompetenties:

de studenten moeten na het met succes voltooien van dit opleidingsonderdeel in staat zijn om de volgende vragen te beantwoorden en over deze begrippen oefeningen te maken. 

1. Definieer een “golf” en klasseer golven in die twee grote families met welke we in de cursus hebben gewerkt – bespreek de verschillen tussen beide. Hoe definieer je een vlakke monochromatische golf? Schrijf de algemene uitdrukking van zulke golf op en toon aan dat deze voldoet aan de golf­betrekking. Zoek de algemene oplossing van deze golfbetrekking en bespreek.

2. Wat zijn vlakke golven en wat zijn sferische golven? Vind de algemene uitdrukking van vlakke golven en van sferische golven (de uitdrukking van de Laplaciaan in sferische coördinaten hoef je niet uit het hoofd te kennen). Bespreek.

3. Bestudeer staande golven en resonante golven.  Wat zijn harmonieken? Wat zijn zwevingen? Wat is de zwevingsfrequentie of “beat-frequency”?

4. Bepaal de voortplantingssnelheid van een transversale perturbatie van een gespannen snaar. Doe dit op twee manieren. Bepaal eveneens de energiedichtheid gedragen door een golf op deze snaar. Bespreek.

5. Bespreek het Doppler-effect. Geef toepassingen in de hedendaagse technologie en in de kosmologie: wat is het verschil tussen het “gewone” Doppler-effect en het “relativistisch” Doppler-effect. Wat is een schokgolf en wat stelt het Mach getal voor?

6. Geef de intrinsieke definitie van de divergentie van een vectorveld, bespreek de betekenis ervan en geef minimum twee voorbeelden van een natuurwet waarin de divergentie een belangrijke speelt. Idem voor rotatie van een vectorveld. Maak de overgang van de globale naar de lokale vorm van die wetten (en/of omgekeerd). Geef de intrinsieke definitie van de gradiënt van een scalair veld, bespreek de betekenis en geef min. twee voorbeelden van natuurwetten waarin de gradiënt een belangrijke rol speelt. Geef de eigenschappen van een gradiënt.

7. Geef de Wet van Coulomb voor de kracht die twee puntladingen op elkaar uitoefenen. Toon kwantitatief aan dat elektrische wisselwerkingen, als ze bestaan, altijd véél groter zijn dan de effecten van gravitationele wisselwerkingen. Bereken het elektrisch veld van een dipool (op de as van de dipool en op het middelloodvlak). Geef en bespreek de Wet van Gauss in integrale en lokale vorm, en hoe je overgaat van de ene naar de andere. 

8. Bespreek de Wet van Gauss in integrale en lokale vorm, en hoe je overgaat van de ene naar de andere. Gebruik deze om het elektrisch veld te berekenen binnen én buiten een diëlektrische sfeer met homogeen verdeelde ladingsdichtheid. Bewijs dat een sferisch symmetrische ladings­verdeling, in de ruimte buiten de ladingsverdeling, een elektrisch veld opwekt zoals een puntlading. Bespreek ook het gedrag van de ladingsverdeling van de vrije ladingen in een geleider in elektrostatisch evenwicht.  Welke zijn de gevolgen voor het hiermee gepaarde elektrisch veld?

9. Bespreek de Wet van Gauss in integrale en lokale vorm, en hoe je overgaat van de ene naar de andere. Gebruik deze om het elektrisch veld te berekenen opgewekt door een oneindig lange rechte draad met homogeen verdeelde ladingsdichtheid. Wat is een condensator? Bereken het elektrisch veld, het potentiaalverschil en de capaciteit van een lange, coaxiale kabel.

10. Wat is de elektrostatische potentiaal (geef de definitie en de fysische betekenis)? Hoe kan je uit de potentiaal terug het elektrisch veld berekenen? Vertrekken­de van de Wet van Coulomb, bereken de elektrostatische potentiaal opgewekt door een punt­lading Q. Leg uit hoe je de elektrostatische potentiaal opgewekt door een elektrische dipool kan berekenen. Vergelijk. 

11. Definieer een elektrische dipool. Bereken het krachtmoment (synoniem “koppel”) en de potentiële energie van een elek­trische dipool in een extern (uniform) elektrisch veld. Schets ook kwalitatief wat er gebeurt met een dipool in een niet-uniform elektrisch veld. Verklaar kwalitatief hoe via de “Van der Waals” interactie twee ongeladen moleculen elkaar toch kunnen aantrekken.

12. Definieer een elektrische dipool. Bereken het krachtmoment (synoniem “koppel”) en de potentiële energie van een elektrische dipool in een uniform extern elektrisch veld. Idem voor een magnetische dipool (of “magnetisch moment”) in een uniform extern magnetisch veld. Geef toepassingen.

13. Wat is een condensator? Bereken het elektrisch veld, het potentiaalverschil en de capaciteit van een vlakke condensator. Bereken ook de energie opgeslagen in een vlakke condensator. Wat gebeurt er als er een diëlektricum tussen de platen van een condensator is? Is er een verschil tussen de Wet van Gauss in vacuüm en in diëlektrica? Verklaar en bespreek.

14. Bespreek de beweging van een lading in een constant magnetisch veld. Onderscheid verschillende gevallen (snelheid loodrecht op het magnetisch inductieveld, of niet). Bespreek de beweging van een lading in een (constant) magnetisch en elektrisch veld die loodrecht op elkaar staan. Geef van alle gevallen voorbeelden en/of toepassingen.

15. Wat is elektrische stroom? Wat zegt de wet van Ohm? Geef en bespreek het Drude-model voor de geleidbaarheid (of “conductiviteit”). Geef het verband tussen de weerstand van een lange rechte draad en de “resistiviteit” (definieer “resistiviteit”) van het materiaal.

16. Hoe zijn we tot de wet van Biot-Savart gekomen? Pas deze wet toe om het magnetisch inductieveld opgewekt door een oneindig lange rechte stroomdoorlopen draad te berekenen. Hoe zijn we verder tot de kringwet van Ampère gekomen (lokale en integrale vorm, en overgang tussen beide)? Pas hem toe om het magnetisch inductieveld opgewekt door een solenoïde te berekenen.

17. Leid vanuit de Lorentz-kracht de kracht af op een stroomdoorlopen draad. Bereken, vanuit de uitdrukking voor het magnetisch inductieveld van een lange rechte draad, de kracht tussen twee stroomdoorlopen draden en de definitie van de eenheid “Ampère”. Bereken de krachten op een stroomdoorlopen kring in een homogeen magnetisch inductieveld. Definieer het magnetisch moment, en bereken het krachtmoment (synoniem “koppel”) en de potentiële energie van zulk een magnetisch moment in een uniform magnetisch inductieveld. Bespreek de werking van een gelijk- en wissel­stroommotor.

18. Geef en bespreek de inductiewet van Faraday-Lenz. Beschrijf minstens drie experimenten die door deze wet verklaard worden. Bespreek toepassingen. Ga over naar de lokale formulering ervan. Bespreek de werking van een wissel­stroom­generator.

19. Definieer wederzijdse inductantie en zelfinductantie. Bereken de zelfinductantie L van een spoel. Bespreek de werking van de RL-kring, en leid daaruit verder een uitdrukking voor de energie opgeslagen in een stroomdoorlopen spoel af. Bespreek de analogie tussen de LC-kring en de harmonische oscillator.

20. Bespreek hoe Maxwell ertoe kwam om een term toe te voegen aan de kringwet van Ampère (geef de redeneringen in integrale en in differentiële vorm). Toon dan aan dat het elektromagnetisch veld in vacuüm aan de golf­betrekking voldoet. 

21.Toon aan dat het elektromagnetisch veld in vacuüm aan de golfbetrekking voldoet.  Leid de algemene oplossing af voor vlakke mono­chroma­tische golven en sferische mono­chroma­tische golven. Interpreteer. Leid de eigenschappen van vlakke monochromatische golven in vacuüm af.

22. Stel de algemene behoudsvergelijking op van elektromagnetische energie (stelling van Poynting).  Interpreteer de verschillende termen en geef hun dimensie. Definieer de “gemiddelde irradiantie” en bespreek de fysische betekenis ervan. Geef andere voorbeelden van behoudswetten.

23. Bespreek het interferentie-experiment van Young. Leid de voorwaarden af voor constructieve en destructieve interferentie. Doe dit ook in het algemene geval van interferentie van vlakke monochromatische golven. Bespreek ook het verschil tussen coherente en incoherente superpositie.

24. Bespreek de waarnemingen en experimenten die aantonen dat de uitwisseling van energie tussen elektromagnetische straling en materie in “energie-pakketjes” gebeurt. Welke universele wetten ken je?  Wat is de werkfunctie van een metaal, wat is de stoppotentiaal? Bereken deze laatste.

25. Bespreek het experiment (inclusief de betrokken waarnemingen) dat aantoont dat fotonen een impuls hebben. Bereken het verband tussen impuls en golflengte en verklaar de waarnemingen.

26. Bespreek het experiment van Michelson en Morley. Bereken wat je verwacht als resultaat van het experiment. Welk resultaat krijg je uiteindelijk?

27. Geef de probleemstelling van de speciale relativiteit van Einstein. Leid de formules af van de Lorentz-transformaties. Wat is het verband met de Minkowski ruimte?  Toon aan in welk geval de Lorentz-transformaties equivalent zijn met de Galileotransformaties. Som kort de gevolgen van de speciale relativiteitstheorie op.

28. Bespreek uitgebreid de gevolgen van de speciale relativiteitstheorie van Einstein. Bespreek ook “relativistische energie” en het gedachtenexperiment van Einstein om te komen tot E=mc2.

29. Bespreek de voornaamste eigenschappen van atoomkernen en de begrippen massadefect en bindingsenergie. Hoe kan men uit atoomkernen energie vrijmaken. Bespreek de formule van Bethe-Weizsäcker voor de massa van een kern (de formule hoef je niet van buiten te kennen) en bespreek alle termen die erin voorkomen.

30. Verklaar het concept werkzame doorsnede voor kernreacties. Geef het verband met de Wet van Beer-Lambert. Waarvoor kan deze wet gebruikt worden?

31. Leg uit wat radioactief verval is en welke vervalwijzen je kent. Hoe bekijk je verval op de nuclidekaart. Geef eigenschappen van de verschillende soorten straling. Geef de vervalwet voor nucleair verval. Wat zijn halfwaardetijd en activiteit”? Leg uit hoe je hiermee de ouderdom van een archeologische vondst kan bepalen via de 14C-methode.

32. Pas de wetten van Kirchhoff toe om elektrische schakelingen op te lossen. Pas ook de superpositiestelling toe om elektrische netwerken op te lossen en vind het Norton en Thévenin equivalent van schakelingen. Hoe kan je de methodes van de knooppuntpotentialen en van de maasstromen toepassen om stromen en spanningen in een elektrisch netwerk te vinden door gebruik te maken van een minimum aan vergelijkingen.

33. Bepaal de sinusoïdale regimerespons en de overgangsverschijnselen in een RLC-netwerk.

Specifieke eindcompetenties 26 tot 31 zijn alleen van toepassing voor de studenten 1 Ba Ingenieurswetenschappen en de studenten Wiskunde, en niet voor de studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde. Eindcompetenties 32 en 33 zijn alleen van toepassing voor de studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde en niet voor de studenten 1Ba Ingenieurswetenschappen, noch voor de studenten Wiskunde. Eindcompetenties 32 en 33 wordt enkel geëvalueerd tijdens het schriftelijke examen.

Indien deze lijst licht aangepast moet worden in functie van de behandelde leerstof, dan zal dit een paar weken voor het examen gebeuren en wordt de aangepaste lijst via CANVAS beschikbaar gemaakt. Voorbeelden van vroegere oefeningenexamens staan eveneens op CANVAS.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 80% van het eindcijfer

ZELF Praktijkopdracht bepaalt 20% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Schriftelijk examen met een wegingsfactor 80 en aldus 80% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Voor details: zie rubriek 'Aanvullende info m.b.t. evaluatie'

Binnen de categorie ZELF Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Mastering Physics met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Er wordt één enkel examenmoment van 4 uur voorzien, dat zowel een theoriegedeelte als een oefeningengedeelte inhoudt. Dit examenmoment verloopt volledig schriftelijk. Het gebruik van nota's, transparanten, handboek, zakrekenmachine of enig ander materiaal is NIET toegelaten tijdens dit examenmoment. Het theoriegedeelte bevraagt de stof gezien tijdens de hoorcolleges en het oefeningengedeelte bevat vraagstukken gelijkaardig aan deze opgelost tijdens de WPO-sessies en tijdens de ZELF-opdrachten. Elk gedeelte is zo ontworpen dat het ongeveer 2 uur in beslag neemt, maar de studenten zijn vrij om de beschikbare tijd over beide gedeeltes zelf te verdelen.

De verdeling van de punten over het theorie- en oefeningengedeelte is als volgt.
1) Het theoriegedeelte
- Voor studenten 1Ba Ingenieurswetenschappen en studenten Wiskunde 45% van de punten
- Voor studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde 40% van de punten

Het theoriegedeelte bestaat uit twee open vragen en 2 meerkeuzevragen.

Bij de open vragen wordt de diepgang van de kennis van de leerstof getoetst, inclusief alle concepten, alle relevante hypotheses, alle natuurkundige wetten, hun afleidingen, de gerelateerde figuren en grafieken, de dimensies en de eenheden, de besprekingen en fysische interpretaties van de wetten en vergelijkingen en de toepassingen. Ze bevragen de leerstof zoals aangegeven in een lijst van algemene themavragen die via CANVAS ter beschikking wordt gesteld. De open vragen gaan ook na of de studenten in staat zijn een duidelijke en gestructureerde synthetische neerslag van een antwoord op een uitgebreide vraag te geven. Teneinde de studenten hierbij de leiden worden de open vragen gestructureerd in deelvragen die specifiëren welke elementen in het antwoord zeker aan bod moeten komen.

Bij de meerkeuzevragen wordt het inzicht en diepgaand begrip van de leerstof getoetst. Deze meerkeuzevragen zijn zo opgesteld dat er slechts 1 correct antwoord (tenzij anders aangegeven) is uit een keuze van 4 mogelijke antwoorden. De meerkeuzevragen kunnen al dan niet een giscorrectie inhouden (dit wordt aangegeven bij de vraagstelling).

2) het oefeningengedeelte:
- Voor studenten 1Ba Ingenieurswetenschappen en studenten Wiskunde 35% van de punten
- Voor studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde 40% van de punten. De studenten 1Ba Fysica en Sterrenkunde worden tijdens het schriftelijk examen ook geëvalueerd op hun kennis en beheersing van de basisbegrippen en het oplossen van elektrische schakelingen.

Het oefeningengedeelte bestaat uit vraagstukken zoals behandeld tijdens de WPO-sessies en de ZELF-opdrachten van dit studiedeel. Dit oefeningengedeelte toetst naast de kennis en het begrip van de leerstof eveneens of de student in staat is om deze leerstof toe te passen teneinde geïntegreerde vraagstukken en problemen te beantwoorden.

Overdracht van het behaalde deelcijfer op het theorie- of oefeningengedeelte van het examen bij herkansing binnen hetzelfde academiejaar is mogelijk indien de student dit expliciet vóór de aanvang van de herkansing vraagt per e-mail aan de titularis en na samenspraak met de titularis. Dit is mogelijk voor zover er op het betrokken gedeelte meer dan 50% van de punten op dit gedeelte is behaald. Overdracht van de deelcijfers van één academiejaar naar het volgend academiejaar is eveneens mogelijk indien de student dit vóór de aanvang van het 2de semester van dat volgend academiejaar expliciet vraagt per e-mail aan de titularis en na samenspraak met de titularis.

Het theorie- en oefeningengedeelte van het schriftelijk examen tellen samen mee voor 80% van het eindcijfer. De overige 20% van het eindcijfer wordt behaald op de oefeningen opgelost via het www.pearsonmylabandmastering.com platform tijdens de ZELF-
opdrachten. Herkansing binnen hetzelfde academiejaar voor de oefeningen op www.pearsonmylabandmastering.com is niet mogelijk. Overdracht van het behaalde cijfer op de oefeningen op www.pearsonmylabandmastering.com van één academiejaar naar het volgende is mogelijk indien de student dit vóór de aanvang van het 2de semester per e-mail vraagt aan de titularis en na samenspraak met en goedkeuring van de titularis.

Studenten die binnen de VUB overstappen naar de bachelor ingenieurswetenschappen na volgen van de 2de bachelor ingenieurswetenschappen:architectuur en die geslaagd zijn voor het studiedeel Fysica: Elektromagnetisme kunnen, indien ze vrijstelling aanvragen volgens de gangbare procedure, vrijgesteld worden van delen I, III en IV van dit studiedeel op het schriftelijk theorie- en oefeningenexamen en de bijhorende ZELF-opdrachten, maar niet van delen II, V, VI en VII.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: elektronica en informatietechnologie
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: elektronica en informatietechnologie Profiel profiel computerwetenschappen
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: verkort traject elektronica en informatietechnologie na vooropleiding industriële wetenschappen
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: Startplan
Bachelor in de ingenieurswetenschappen: biomedische ingenieurstechnieken
Bachelor in de fysica en de sterrenkunde: Standaard traject
Educatieve master in de wetenschappen en technologie: biologie (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de wetenschappen en technologie: geografie (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de wetenschappen en technologie: chemie (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de wetenschappen en technologie: wiskunde (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de wetenschappen en technologie: ingenieurswetenschappen (120 ECTS, Etterbeek)