Module algemene inzichten in de geriatrische revalidatie

3 ECTS credits
85 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4013580FNR voor alle studenten in het 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester

2e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Inschrijvingsvereisten

Je hebt ‘Module onderzoek en behandeling 3A’ en 'Module onderzoek en behandeling 3B gevolgd, alvorens dit opleidingsonderdeel op te nemen.

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit Lichamelijke Opvoeding & Kinesitherapie

Verantwoordelijke vakgroep

Kinesitherapie, Menselijke Fysiologie en Anatomie

Onderwijsteam

David Beckwee (titularis)
Matthias Eggermont
Lynn Leemans
Tony Mets

Onderdelen en contacturen

24.5 contacturen Hoorcollege
10 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen

Inhoud

Dit OO bestaat uit:

Hoorcolleges omtrent de volgende onderwerpen

De geriatrische patiënt
Voedingsproblemen
Vallen, osteoporose, fracturen en artrose
Doorligwonden, huidziekten
Infecties, incontinentie
Cardiovasculaire ziekten
Bindweefseldegeneratie
Kanker
Diabetes mellitus
Frailty
Active aging/kwetsbaarheid
Sarcopenie
Fysieke activiteit
Uithoudingsvermogen bij ouderen
Ondervoeding en dehydratie bij ouderen
Valpreventie en pijn

De inhoud van de lessen van prof. Mets ('Klinische aspecten van Gerontologie en Geriatrie') zijn verplichte kennis voor de module 'Module Algemene inzichten in de geriatrische revaki'. De leerstof uit die lessen moet dus gekend zijn voor het examen. De slides en bijhorend lesmateriaal worden weergegeven op het leerplatform.Aanwezigheid is verplicht voor de werkcolleges en de contactmomenten van de opdracht klinische besluitvorming.

Opdracht Klinische redeneren en besluitvorming:

Aan de hand van casussen worden minimaal 3 lesmomenten gewijd aan klinisch redeneren en klinische besluitvorming bij de oudere patiënt. Aanwezigheid is verplicht – flexibiliteit wordt toegestaan voor werkstudenten. Er wordt gewerkt in groepjes van ongeveer 5 studenten. Binnen dit onderdeel werken we met blended learning. Diverse onderwijsmethoden zoals ‘Think, pair, share’ en ‘flipped classroom’ zullen worden toegepast:

Think: de studenten krijgen een theoretische casus en beantwoorden individueel de vragen die op het online forum (‘Piazza’) worden gesteld.
Pair: de studenten vergelijken vervolgens in een kleine werkgroep (n=5) de antwoorden die ze hebben gevonden op de kernvragen die nog niet aan bod kwamen op het forum en ontwikkelen een consensusdocument. Dit consensusdocument wordt als groep ingeleverd aan het einde van het Pair-moment en wordt tevens door álle groepsleden op het persoonlijk portfolio geplaatst.
Share: Iedere groep rapporteert de bevindingen aan de gehele klas middels een korte presentatie. Deze presentatie wordt tevens door álle groepsleden op het persoonlijk portfolio geplaatst.

Studenten worden verwacht om actief te participeren en een kritische attitude te hanteren tijdens het uitwerken van de opdracht en tijdens de presentaties.

Het studiemateriaal bestaat uit de handouts van de slides en uit de commentaar op de slides die tijdens de hoorcolleges en WPO's wordt gegeven. Er wordt gebruik gemaakt van het leerplatform. Begeleidende wetenschappelijke literatuur en kennisclips kunnen ter beschikking gesteld worden door docent (via kopie of leerplatform).

Studiemateriaal

Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Handouts presentaties HOC + Begeleidende wetenschappelijke literatuur, Canvas
Handboek (Aanbevolen) : Geriatrie in de fysiotherapie en kinesitherapie, D. Cambier ; J.S.M. Hobbelen ; N.M. de Vries, Churchill Livingstone, 9789036813495, 2017

Bijkomende info

Afwezigheden wegens topsportactiviteiten van de studenten met een topsportstatuut dienen bij aanvang van het semester gecoördineerd te worden door de dienst Topsport & Studie om tijdig een mogelijke alternatieve datum voor het WPO of vervangopdracht te vinden.

Studiefaciliteiten (afstandsonderwijs) kunnen aangeboden worden aan werkstudenten (af te stemmen met de titularis)

Leerresultaten

Algemene competenties

Dit OO draagt bij aan de volgende leerresultaten:

De master beheerst de wetenschappelijke begrippen en theorieën van complexe specifieke aandoeningen binnen de revalidatie-wetenschappen en kinesitherapie, m.i.v. de gangbare evidence based physiotherapy en de technologische en strategische ontwikkelingen in de revalidatie. (Zorgverlener, Beroepsontwikkelaar en Wetenschappelijk Vorser)
De master past zelfstandig de juiste anamnese- en onderzoeksmethoden toe en getuigt van een systematische en doelgerichte aanpak die transparant en toetsbaar is, op basis van evidence-based practice en internationale kaders (ICF). (Zorgverlener)
De master evalueert de onderzoeksbevindingen en formuleert een kinesitherapeutische diagnose voor complexe, specifieke aandoeningen en op basis daarvan het behandelplan, dat hij kan uitvoeren (met kennis over validiteit, betrouwbaarheid en responsiviteit van de gebruikte meetinstrumenten) en, indien nodig, bijstelt na kritische evaluatie, in overleg met de cliënt. (Zorgverlener)
De master beheerst wetenschappelijk gefundeerde gespecialiseerde kinesitherapeutische behandelingsstrategieën en –technieken voor patiënten met complexe en specifieke aandoeningen. (Zorgverlener)
De master heeft inzicht in de impact van psychologische en sociale aspecten die invloed hebben op gezondheidsproblemen bij complexe en specifieke aandoeningen en de werkzaamheid van de behandeling. (Zorgverlener)
De master implementeert de stappen om een complexe cliënt tot gedragsverandering te brengen. (Manager)
De master is in staat om vernieuwende behandelmethodes en in richtlijnen aanbevolen diagnostische procedures en therapeutische middelen kritisch te beoordelen op effectiviteit en desgevallend toe te passen. (Beroepsontwikkelaar en Wetenschappelijk Vorser)

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 70% van het eindcijfer

ZELF Groepswerk bepaalt 30% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

Deel Prof. Mets met een wegingsfactor 60 en aldus 42% van het totale eindcijfer.
Deel Prof. Beckwée met een wegingsfactor 40 en aldus 28% van het totale eindcijfer.

Binnen de categorie ZELF Groepswerk dient men volgende opdrachten af te werken:

Taak Klinische besluitvorming met een wegingsfactor 100 en aldus 30% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De eindscore is samengesteld uit:

- het theoretisch examen (70%); bestaande uit het deel van Prof. Beckwée (40%; dus 28% van de eindscore) en het deel van Prof. Mets (60%, dus 42% van de eindscore)

- de taak klinisch redeneren en besluitvorming (30%).

Het theoretische examen bestaat uit een schriftelijk proef met multiple choice vragen en open vragen.

De taak klinisch redeneren wordt beoordeeld op basis van de voorbereidingen, betrokkenheid (via peer assessment), het consensusdocument en de presentatie. Zo is het mogelijk dat verschillende mensen binnen de groep een ander eindcijfer krijgen. Indien de student de voorbereiding niet heeft uitgevoerd of indien hij/zij niet heeft deelgenomen aan de opdracht, zal de quotering op de taak 0/20 zijn in de eerste zittijd. In het geval dat de student een onvoldoende heeft op de taak, zal de student een individuele vervangopdracht krijgen in de tweede zittijd.

Voor de totstandkoming van de score van de opdracht klinisch redeneren zal dus gebruik worden gemaakt van peer assessments. Het resultaat hiervan zijn individuele aanpassingsfactoren. Deze beoordelingen dienen telkens tijdig, voor de deadlines (gecommuniceerd via Canvas) te worden ingevuld. Als er geen peer assessment binnen de periode vòòr de deadline wordt ingevuld, zal automatisch een aanpassingsfactor van 0.7 worden toegekend aan de student die niet heeft ingediend.

De student dient op alle onderdelen te slagen (min. 10/20 oftewel min. 50%). Indien de student niet geslaagd is op een onderdeel, wordt er afgeweken van het gewogen gemiddelde en geldt het laagste deelresultaat als examenresultaat. Een deelresultaat van een examenonderdeel wordt, bij een resultaat van minstens 10/20 (oftewel minstens 50%), automatisch overgedragen naar de tweede zittijd. Een student kan niet afzien van de automatische overdracht van het deelcijfer. Er worden geen deelscores overgedragen naar een volgend academiejaar.

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context