15 ECTS credits
410 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6014473FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Alvorens men een inschrijving kan nemen voor ‘Probleemoplossend vermogen en vaardigheden in dermatologie en venerologie deel 1’ moet men ingeschreven of geslaagd zijn voor ‘Aanvullingen in dermatologie en venerologie deel 1’ en ‘Capita Selecta voor de ziekenhuisarts’
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Snijdende klinische wetenschap
Onderwijsteam
Jan Gutermuth (titularis)
Onderdelen en contacturen
20 contacturen Hoorcollege
100 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
150 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Tijdens de specialisatie in Dermatologie en Venerologie kan er geen echte scheiding gemaakt worden tussen de 4 jaren.  De kennis, probleemoplossend vermogen en de vaardigheden zijn specifiek gebonden aan elk domein en worden van de basis tot de eindtermen aangeleerd wanneer de ASO in dit domein actief is.

Tijdens het volgen van niveau 2 van de opleiding worden de frequente algemene dermatopathologieën herzien.



Op het einde van de opleiding heeft de arts-specialist in opleiding de competenties verworven binnen de hieronder opgesomde aandachtsgebieden om doelmatige, hoogwaardige patiëntenzorg te verlenen. De ASO levert  zelfstandig op wetenschap gebaseerde, alomvattende en doeltreffende diagnosen en behandeling voor patiënten met huidaandoeningen.



De gedetailleerde doelstellingen beschrijven de minimale standaarden en verhinderen op geen enkele wijze de noodzaak om toegevoegde kennis, vaardigheden of attitudes te leren voor de meest doeltreffende behandeling van de patiënten met huid- en geslachtziekten.



De ASO krijgt de kans om tijdens zijn opleiding een breed aantal domeinen binnen het specialisme te beoefenen. De ASO verwerft tijdens deze stages specifieke kennis en vaardigheden en past deze toe in de praktijk.



De ASO loopt stage en leert er de voor de dienst relevante activiteiten.

Mogelijke leeractiviteiten:

-  Cursus

-  Multidisciplinaire stafvergaderingen

-  Stafvergaderingen van de discipline

-  Zaalronde

-  Bedside teaching

-  Consultatie met supervisie

-  Sessies voor technische vaardigheden

-  Chirurgische technieken op de huid

-  Vaardigheden met belichtingstoestellen en lasers

-  Vaardigheden voor allergische testen

-  dermatologie algemeen en subspecialisatie toer

-  dermatopathologische toer



Overzicht kennis en vaardigheden



I. Algemene dermatologie

1. Basiskennis



- de wetenschappelijke vakgebieden aan de basis van de dermatologie en venerologie zoals reeds aangeboden tijdens de basisopleiding tot arts (anatomie,  embryologie, histologie, microbiologie, biochemie, genetica, fysiologie en immunologie);

- de embryologische ontwikkeling van de huid, en hoe congenitale aandoeningen en afwijkingen ontstaan tijdens dit proces;

- de anatomische en fysiologische basis voor het normale huidonderzoek rekening houdend met de gevolgen van de leeftijd. Hieronder valt ook de anatomie van de huid in termen van locatie van bloedvaten, zenuwen, spieren/pezen, skeletreferentiepunten, lymfedrainage, locaties bevattelijk voor complicaties bij ingrepen, richting van insnijden, en het belang van de cosmetische eenheden van het gelaat;

- klinische genetica zoals gekend door de basisarts en de toepassing op genodermatosen;

- klinische epidemiologie in verhouding tot huidziekten;

- de functie en dysfunctie van het immuunsysteem met bijzondere nadruk op de gevolgen voor de huidziekten.

2. Diagnostiek



- de klinische eigenschappen, waaronder presenterende symptomen, natuurlijk beloop en prognose van inflammatoire, bulleuze, vasculaire, infectieuze, benigne en maligne neoplastische, degeneratieve en congenitale aandoeningen van de huid en van seksueel overdraagbare aandoeningen;

- de manifestaties van huidziekten bij ouderen en kinderen en alle etnische groepen;

- de huidmanifestaties van systeemziekten bij patiënten van alle leeftijden;

- de huidafwijkingen die door geneesmiddelen kunnen ontstaan;

- de psychosociale aspecten van huidziekten en van de diagnostiek en behandeling/begeleiding van stoornissen op dit gebied. Daarbij dient ook inzicht verkregen te zijn in de mogelijkheden die instanties als maatschappelijke dienstverlening, psychologische en psychiatrische diensten kunnen bieden;

- de basisprincipes onderliggend aan de belangrijkste klinische huid- en slijmvliesonderzoeken, inclusief microscopische onderzoek, huidkweken, Woods lamp onderzoek, dermatoscopie, diascopie, fotodiagnostische mogelijkheden, plakproeven en fotoplakproeven, en intracutane testen; gegeven de indicaties voor en de potentiële waarde van en de beperkingen en contra-indicaties voor de bovengenoemde onderzoekingen in elke klinische situatie waar het gebruik ervan wordt overwogen;

- de relevante chemische, serologische en cytologische bloedparameters bij dermatologische en venerologische ziekten;

- de formulering van een geëigende differentiële en voorlopige diagnose;

- het aanvragen van geëigend laboratoriumonderzoek;

- verwerven van technische vaardigheden die nodig zijn om dermatologische praktijk te voeren, inclusief microscopisch onderzoek, Woods lamp onderzoek, plakproeven, intracutane testen en dermatoscopie; gegeven de indicaties voor en de potentiële waarde van en de beperkingen en contra-indicaties voor de bovengenoemde onderzoekingen in enige klinische situatie waar het gebruik ervan wordt overwogen;

- klinische vaardigheden in het op een systematische wijze diagnosticeren van huidziekte (huid en huidadnexen, subcutis en aangrenzende slijmvliezen) gebruikmakend van anamnese, lichamelijk onderzoek en de benodigde aanvullende onderzoeksmethoden.



3. Therapie



- de therapeutische mogelijkheden in de dermatologie en venerologie (percutane resorptie, farmacologie en bijwerkingen van lokale en systemische medicatie) en de toepassing en complicaties van fysische behandelingen en chirurgie;

- de indicaties, werkingsmechanismen, bijwerkingen, doseringen en voorzorgsmaatregelen volgens geldende richtlijnen van de belangrijkste behandelingsmodaliteiten voor lokale en systemische toepassing in de dermatologie;

- de mogelijke geneesmiddeleninteracties en de teratogene effecten van de belangrijkste geneesmiddelen toegepast in de dermatologische therapie;

- de normale fasen van wondgenezing, alsmede de noodzakelijke voorwaarden die nodig zijn om normale wondgenezing te laten plaatsvinden;

- de indicaties en contra-indicaties van wondzorgtechnologieën die beschikbaar zijn voor acute en chronische wonden;

- het opstellen en uitvoeren van een geëigend zorgplan rekening houdend met zaken zoals leeftijd van de patiënt, algemene gezondheidstoestand, indicaties en kosten van bijkomend onderzoek, kansen en kosten van therapeutische interventies en epidemiologie en natuurlijk beloop van de ziekte;

- het opzetten en uitvoeren van een behandelplan voor lokale en systemische therapie.

Volgende onderdelen bouwen verder op de kennis en vaardigheden zoals beschreven onder  I ‘Algemene dermatologie’.



II. Venerologie, andere infectieziekten en importdermatosen

1. Basiskennis



- de voor infectieziekten van de huid en slijmvliezen toepasselijke microbiologie;

- de basisprincipes van klinische epidemiologie, specifiek voor venerologie, andere infectieziekten en importdermatosen.



2. Diagnostiek



- de microbiologische methoden en daarbij op de hoogte zijn van de geëigende relevantie;

- de relevante chemische, serologische en cytologische bloedparameters bij dermatologische en venerologische ziekten.



3. Therapie



- de epidemiologie, registratie, contactopsporing en “caseholding” van seksueel overdraagbare aandoeningen;

- het kunnen toepassen van de verschillende behandelingsmogelijkheden die voor seksueel overdraagbare aandoeningen, infectieziekten en importdermatosen kunnen worden ingesteld.



III. Allergologie en omgevingsdermatologie

1. Basiskennis



- de huidveranderingen die door arbeidsomstandigheden ontstaan;

- de sociale wetgeving betrekking hebbende op problemen bij allergische dermatosen en omgevingsdermatosen.



2. Diagnostiek



- uitvoeren van cutane en serologische testen;

- uitvoeren van fotobiologische testen;

- het kunnen interpreteren van de gevonden resultaten van allergietesten in relatie tot de huidafwijkingen en werkomstandigheden.



3. Therapie



- zelfstandig een plan opstellen voor het uitvoeren en beoordelen van de hogergenoemde testen en het opstellen van een beleidsplan (preventief en therapeutisch) op basis van de gevonden resultaten.



IV. Dermatopathologie

1. Basiskennis



- de histologie van normale huid;

- het histopathologisch beeld van frequente dermatosen;

- adequaat afnemen van histopathologisch materiaal.



2. Diagnostiek



- clinicopathologische correlaties en relevanties kunnen maken aan de hand van het resultaat door de patholoog gebracht;

- courante histopathologische technieken zoals H&E kleuring, (in)directe immuunfluorescentie, immuunhistochemie kunnen plaatsen;

- weten bij welke diagnose welk onderzoek past (keuze materiaal en fixatief) en bijgevolg weten aan welke kwaliteit het materiaal moet voldoen voor goed histopathologisch onderzoek;

- weten of een biopt lesioneel of perilesioneel moet worden genomen;

- a.d.h.v. dermatopathologie incl. immunohistochemie zelf op een systematische wijze de belangrijkste inflammatoire en neoplastische aandoeningen kunnen diagnosticeren.



3. Therapie



- zelfstandig een beleidsplan opstellen op basis van de klinische en de histopathologische bevindingen.



V. Flebologie, lymfologie en proctologie

1. Basiskennis



- de fysiologie en pathofysiologie van het veneuze, arteriële en lymfatisch stelsel in relatie tot huidafwijkingen;

- basisproctologische semeiologie.



2. Diagnostiek



- de methoden die bestaan om het functioneren van de vaatstelsels te kunnen onderzoeken;

- interpretatie van de resultaten.



3. Therapie



- de behandelingsmodaliteiten van veneuze insufficiëntie, waaronder compressietherapie, sclerocompressietherapie, ambulante flebectomie volgens Muller en echogeleide sclerotherapie, intralumenale technieken kunnen plaatsen;

- de verschillende compressietherapiemodaliteiten waaronder therapeutisch elastische kousen;

- de behandeling van aandoeningen en hun behandeling van het proctum, het anale- en perianale gebied;

- het bedreven zijn in het functioneel onderzoek van het vaatstelsel. Kunnen omgaan met en interpreteren van gangbaar instrumenteel niet-invasief vasculair onderzoek;

- het kunnen behandelen van een ulcus cruris, waaronder invasieve en niet-invasieve methoden;

- het implementeren van een lymfologisch therapieplan.



VI. Kinderdermatologie



1.  Basiskennis



- Kennis hebben van de specifieke eigenschappen van een normale kinderhuid en van de belangrijkste dermatosen in de kinderleeftijd.



2.  Diagnostiek



- Zie I, rekening houdend met de specifieke eigenschappen van de kinderhuid.



3. Therapie



- de leeftijdsgebonden toxicologische eigenschappen van lokale en systemische therapieën hanteren;

- inzicht in ideale timing van therapeutische opties.



VII. Dermato-oncologie

1. Basiskennis



- kennis van ontstaan, risicofactoren, groeigedrag en natuurlijk verloop van goedaardige en kwaadaardige tumoren van de huid;

- kennis van de behandelingsopties.



2. Diagnostiek



- de acties kennen om tot een accurate diagnose te komen;

- indicatiestelling tot bijkomend diagnostisch onderzoek en stadiëringsonderzoek.



3. Therapie



- opstellen van beleidsplan dat al bovenstaande gegevens incorporeert.



VIII. Lichtdermatologie

1. Basiskennis



- kennis van therapeutische en toxische effecten van monochromatisch en polychromatisch licht op de huid al dan niet in combinatie met fotodynamische stoffen.



2. Diagnostiek



- de basisprincipes, indicatiestelling en uitvoeren van fotodiagnostische mogelijkheden, gegeven de potentiële waarde van en de beperkingen en contra-indicaties voor de bovengenoemde onderzoekingen in die klinische situatie waar het gebruik ervan wordt overwogen.



3. Therapie



- indicatiestelling en uitvoeren van therapie met monochromatisch en polychromatisch licht incl. fototherapie, fotodynamische therapie en lasertherapie.



IX. Dermatochirurgie

1. Basiskennis



- de normale fasen van wondgenezing, alsmede de noodzakelijke voorwaarden die nodig zijn om normale wondgenezing te laten plaatsvinden;

- het gebruik van chirurgische instrumenten, anaesthetica, hechtmaterialen, hemostatische toepassingen en agentia, antiseptische technieken, instrument sterilisatie en onderhoud van de steriliteit in de operatiekamer;

- het uitvoeren van een preoperatieve beoordeling om te bepalen welke therapeutische modaliteit het meest geschikt is;

- het begrijpen en toepassen van de principes van lokale anesthesie.



2. Diagnostiek



Niet van toepassing



3. Therapie



- indicaties en mogelijke complicaties van een biopsie van huid en mondslijmvlies, curettage, cryochirurgie, elektrochirurgie, primaire en secundaire wondsluiting, schuif, rotatie en transpositie plastieken en split skin en full thickness huidtransplantaten en Mohs micrografische chirurgie;

- de indicaties, beperkingen en verwachtingen ten behoeve van gerichte verwijzing voor cosmetisch dermatologische procedures;

- het uitvoeren van excisie technieken met adequate steriele chirurgische techniek zoals ponsbiopsie, curettage, elektrodissecatie, cryochirurgie, fusiforme excisie en gelaagde operatieve sluiting met gebruikmaking van basis hechttechnieken;

- het verlenen van postoperatieve zorg en wondbehandeling.



X. Systeemgebonden huidaandoeningen.



Onder dit punt worden alle immunologische en inflammatoire huidaandoeningen al dan niet geassocieerd voorkomend met een inwendige pathologie gecatalogeerd.



1. Basiskennis



- Immunologische dysfuncties en semiologie van interne geneeskunde.



2. Diagnostiek



- Herkennen en kunnen plaatsen van de huidmanifestaties en aanverwante symptomen met betrekking tot het algemeen ziektebeeld;

  Relevantie kennen van histopathologische, immunofluorescente en immuunhistochemische bevindingen;

- Relevantie van medische beeldvorming en biochemische, serologische, en cytologische bijkomende onderzoeken.



3.Therapie



- opstellen van beleidsplan dat al bovenstaande gegevens incorporeert;

- efficiëntie en veiligheid kennen van het specifiek therapeutisch armamentarium.



XI. Erfelijke en congenitale huidaandoeningen



1. Basiskennis

- de embryologische ontwikkeling van de huid, en hoe congenitale aandoeningen en afwijkingen ontstaan tijdens dit proces;

- de toepassing van de principes van de klinische genetica op genodermatosen.



2. Diagnostiek



- Specifieke huidmanifestaties kunnen plaatsen in een breder syndromaal kader;

- Kennis van de diagnostische mogelijkheden;

- Relevantie van de onderzoeken.



3. Therapie



- Genetische ‘counseling’ kunnen leveren, al dan niet in multidisciplinair verband;

- Een optimaal therapeutisch beleid opstellen rekening houdend met de  beperkingen eigen aan de aandoening;

- Psychosociale omringing voorzien.



De doelstellingen worden overwegend in de praktijk verworven door:



De ASO loopt stage en leert er de voor de dienst relevante activiteiten.

Mogelijke leeractiviteiten:



- Multidisciplinaire stafvergaderingen

- Stafvergaderingen van de discipline

- Zaalronde

- Bedside teaching

- Consultatie met supervisie

- Sessies voor technische vaardigheden

- Chirurgische technieken op de huid

- Vaardigheden met belichtingstoestellen en lasers

- Vaardigheden voor allergische testen

Studiemateriaal
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Tijdschriften in het vakgebied
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Cutaneous Medicine and Surgerey
Handboek (Aanbevolen) : Fitzpatrick's Dermatology, 2-Volume Set, Paller - Gilchrest - Leffell - Wolff - Goldsmith - Katz , 9de, McGraw-Hill , 9780071837798, 2019
Handboek (Aanbevolen) : Rook's textbook of Dermatology, 4 Volume Set, Griffiths, 9de, Wiley-Blackwell, 9781118441190, 2016
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Dermatology
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Uptodate en evidence based databanken
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Zwarte huid
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Kinderdermatolgoie
Bijkomende info

Tijdschriften in het vakgebied. Uptodate en evidence based databanken,
Studiebegeleiding gebeurd door de stagemeesters

tekstboeken
- Dermatology (Jean Bologna et al)
- Rook's textbook of Dermatology (Tony Burns et al)
- Fitzpatrick's Dermatology in General medicine (Irwin Freedberg et al)
- Cutaneous Medicine and Surgerey (Arndt et al) + Tromovitch
- Kinderdermatolgoie
- Zwarte huid

Leerresultaten

Algemene competenties

De dermatoloog verwerft specialistische kennis op het gebied van diagnose, therapie en prognose in de meest frequente klinische beelden in de dermato-venerologie. Het diagnostische beleid is effectief en doelmatig. De dermatoloog formuleert in de context van de patiëntenproblematiek advies over de behandeling, de levensstijl, niet-farmacologische therapie en prognose. De dermatoloog doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag, reflecteert over persoonlijke competenties en werkt aan de kwaliteitsverbetering in de uitoefening van zijn beroep door het bijhouden van een portfolio met reflectief onderdeel.

II.2 Diepgaande kennis verwerven in het specialisme
II.3 Vaardigheden verwerven, eigen aan het specialisme
II.4 Probleemoplossend vermogen ontwikkelen en toepassen in de praktijk
III.2 Rekening houden met de economische aspecten van de geneeskunde, in het bijzondere het doelmatig omgaan met middelen, waarbij onder- en overgebruik van middelen vermeden worden
III.3 Beschikken over de nodige communicatieve eigenschappen, waarbij humane, ethische en maatschappelijke aspecten een belangrijke rol spelen en dit binnen de relevante wettelijke regelgeving
III.7 Kennis van de principes van de medische informatica voor het leveren van optimale patiëntenzorg en voor het onderhouden van de eigen deskundigheid
III.9 Hebben van vakspecifieke kennis en probleemoplossend vermogen en deze in de praktijk weten toe te passen
III.10 Hebben van praktische vakspecifieke vaardigheden en deze toepassen. Werken aan verdere ontwikkeling en verbeteren van deze vaardigheden in functie van levenslang leren attitude.
III.11 Zetten van “standards of care” en formuleren van kwaliteitseisen met betrekking tot de verschillende aspecten van zijn vak
III.12 Voldoen aan de algemene en specifieke eindtermen eigen aan het specialisme betreffende diagnostiek, ziektebeelden/aandoeningen


Specifieke competenties:

-  Continuering van het verwerven van medische kennis (en kennis van  inbreng van basale wetenschappen in de klinische praktijk) en inzicht (II1)
-  Diepgaande kennis verwerven in het specialisme (II2)
-  Vaardigheden verwerven, eigen aan het specialisme (II3)
-  Probleemoplossend vermogen ontwikkelen en toepassen in de praktijk (II4)
-  Rekening houden met economische aspecten van de geneeskunde, in het bijzonder het doelmatig
   omgaan met middelen, waarbij onder- en overgebruik van middelen wordt vermeden (III2)
-  De ASO in de dermatologie beschikt over de nodige communicatieve eigenschappen, waarbij humane,
   ethische en maatschappelijke aspecten een belangrijke rol spelen en dit binnen de relevante wettelijke regelgeving (III 3)

-  Kennis van principes van de medische informatica voor het leveren van optimale patiëntenzorg en voor
   het onderhouden van de eigen deskundigheid (III7)
-  De ASO in de dermatologie heeft vakspecifieke kennis en probleemoplossend vermogen en weet deze in
   de praktijk toe te passen( III  9)
-  De ASO in de dermatologie heeft praktische vakspecifieke vaardigheden en kan deze toepassen. Hij
   werkt aan de verdere ontwikkeling en verbetering van deze vaardigheden in functie van een levenslang leren attitude (life-long learning) (III 10).
-  De ASO in de dermatologie zet “standards of care” en formuleert kwaliteitseisen met betrekking tot de
   verschillende aspecten van zijn vak (III 11).
-  De ASO in de dermatologie zal na de masteropleiding voldoen aan de algemene en specifieke eindtermen
   eigen aan het specialisme betreffende diagnostiek, therapeutisch beleid, prognose en preventie van de ziektebeelden/aandoeningen(III 12)
-  Het zelfstandig aanpakken, stellen van diagnose en behandelen van de meest frequente
   ziektebeelden/aandoeningen en/of situaties in de klinische praktijk (VI, 10)
-  Het zelfstandig kunnen functioneren op de urgentie-eenheid (VI, 11)
-  Correct kunnen inschatten wanneer overleg nodig is met een arts uit een andere discipline (VI, 12)

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 33% van het eindcijfer

ZELF Presentatie bepaalt 33% van het eindcijfer

ZELF Praktijkopdracht bepaalt 34% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Toetsing klinische gevallen met een wegingsfactor 1 en aldus 33% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Toetsing door klinische gevallen

Binnen de categorie ZELF Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Voorstellingen en discussies met een wegingsfactor 1 en aldus 33% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Voorstellingen en discussies

Binnen de categorie ZELF Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Portfolio beoordelingsgesprek met een wegingsfactor 1 en aldus 34% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: portfolio met beoordelingsgesprek of erkenningsboekje

Aanvullende info mbt evaluatie

Evaluatie van klinische en poliklinische werkzaamheden. Observatie door opleiders, stafleden in de dagelijkse praktijk en directe feed-back.  Directe beoordeling van het patiëntendossier.
-  portfolio met beoordelingsgesprek of erkenningsboekje
-  Toetsing door klinische gevallen
-  Voorstellingen en discussies

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: dermatologie en venereologie