15 ECTS credits
410 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6014493FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Alvorens men kan inschrijven voor de vakken van het laatste jaar, dient men opgenomen te zijn in de groep 'afstudeerfase'. Dit kan door een aanvraag in te dienen via secretariaat@gf.vub.ac.be
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Observerende klinische wetenschappen
Onderwijsteam
Hendrik Reynaert (titularis)
Onderdelen en contacturen
20 contacturen Hoorcollege
100 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
150 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

- De ASO dient na iedere stageperiode de ABC-vragenlijst in te vullen.

Probleemoplossend vermogen

De ASO scherpt het eigen probleemoplossend vermogen verder aan tijdens de verschillende seminaries en het dagelijkse werk.

Werkvormen:

Dagelijks werk in de zaal en endoscopiezaal.

Interactieve seminaries: 1u per week (eigen tijd ook telkens 1u ook in begeleiidng masterstudenten)

MOC: 1x/week 2 uur multidisciplinair oncologisch consult

Avondseminarie: 1x per maand 2u (1 maal per jaar zelf 25u voor eigen sessie)

Wekelijkse zaaltoer: 1u/week

Dagelijkse debriefing: 1u/dag

Vaardigheden

Overzicht vaardigheden 

A. Motiliteitsstoornissen en functionele stoornissen 

Doelstelling 

g. Grondige kennis van de ziektebeelden 

h. Grondige kennis van indicaties, tekortkomingen, beperkingen en contra-indicaties van motiliteitsstudies : slokdarmmanometrie – pH-meting – maagontledigingstests – dunne darmmotiliteitstests – anale manometrie en sfincter biofeedback training 

i. Herkenning van manometrische trace van achalasie – sclerodermie – anale sfincter zwakte – verlies van recto-anaal inhiberende reflex 

j. Interpretatie van pH meting 

k. Grondige kennis van therapeutische aanpak van motiliteitsstoornissen 

l. Kost economisch verantwoorde aanpak en behandeling van functionele stoornissen van het gastro-intestinaal stelsel 

Training 

- Expertise in interviewtechnieken en integratie van psychologische informatie in klinisch redeneren, besluitvoering, diagnostische en therapeutische aanpak 

- Training in manometrie en pH registratie 

B. Zuur-gerelateerde ziekten 

Doelstelling 

e. Grondige kennis van zuur-gerelateerde ziektebeelden met inbegrip van hun complicaties en premaligne condities zoals Barrettslokdarm, pernicieuze anemie 

f. Indicaties en contra-indicaties van medicamenteuze, endoscopische en chirurgische behandelingen 

g. Expertise in diagnostische en therapeutische endoscopie van bovenste tractus 

h. Interpretatie van radiologische tests (radiologie à blanc – echografie - barium onderzoek – CT ) 

Training 

- Expertise in anamnese (met inbegrip van familiale, genetische, medicamenteuze geschiedenis), klinisch onderzoek, opstellen van diagnostische en therapeutische plan bij patiënten met zuur-gerelateerde ziekten 

- Training in de endoscopie van de bovenste tractus (electief en in urgentie) met inbegrip van behandeling bloeding, poliepectomie en dilatatie                                      

- Indicatie en interpretatie van studies voor specifieke entiteiten zoals hypersecretoire toestand, H. pylori infectie en NSAID gerelateerde ziekten 

- Indicaties en contra-indicaties van videocapsule endoscopie en dubbel-ballon enteroscopie 

C. Ziekten van galwegen en pancreas 

Doelstelling 

e. Grondige kennis van de acute en chronische biliaire en pancreatische ziektebeelden 

f. Competentie in het opstellen van de beslissingsboom aangaande de indicaties, de timing en de sequentie van de diagnostische procedures 

g. Kennis van voordelen en de nadelen van de verschillende radiologische en endoscopische diagnostische en therapeutische opties 

h. Herkenning en behandeling van complicaties 

Training 

- Expertise in anamnese, klinisch onderzoek, opstellen van diagnostisch en therapeutisch plan bij patiënten met biliaire of pancreatische pathologie (met deelname aan multidisciplinair overleg) 

- Grondige kennis van indicaties en contra-indicaties van endoscopische technieken (ERCP - echo-endoscopie) gebruikt voor diagnose en behandeling met inbegrip van potentieel risico, beperkingen en kostprijs 

- Grondige kennis van alternatieve radiologische diagnostische (echo - CT-scan – MR – PET-scan), therapeutische (transhepatische cholangiografie) en chirurgische therapeutische technieken 

D. Gastro-intestinale infecties 

Doelstelling 

​d. Kennis van prevalentie, virulentie factoren en grondige kennis van klinische presentatie van gastro-intestinale pathogenen (virussen, bacteriën, schimmels en parasieten) 

e. Grondige kennis van diagnostische mogelijkheden 

f. Grondige kennis van de indicaties, contra-indicaties en neveneffecten van antimicrobiële therapie, mechanismen van drug-resistentie 

Training 

- Deelname aan evaluatie en behandeling van patiënten met infectie (poliklinisch en in hospitaalmilieu) 

- Ontwikkeling van competentie in behandeling van risicogroepen: immunogesupprimeerde patiënten – AIDS patiënten 

- Kennis van preventieve maatregelen: vaccinatie – advies aan reizigers 

E. Acute en chronische inflammatoire darmziekten 

Doelstelling 

e. Grondige kennis van de kliniek van de acute en chronische inflammatoire darmziekten zoals ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, appendicitis, collageneuse colitis, lymfocytaire colitis, NSAID enteropathie, diverticulitis, radiatie enteritis, coeliakie, diversion colitis 

f. Indicatie en interpretatie van de endoscopische onderzoeken en de verschillende medische beeldvormingstechnieken 

​g. Opstellen van diagnostisch en therapeutisch plan overeenkomstig ernst en uitgebreidheid van ziekte 

h. Grondige kennis van indicaties, contra-indicaties en farmacologie van therapieën 

Training 

- Deelname aan poliklinische consultaties 

- Ervaring in opname en opvolging van gehospitaliseerde patiënten 

F. Vasculaire pathologieën 

Doelstelling 

d. Grondige kennis van de ziektebeelden van vasculaire origine met inbegrip van mesenteriële ischemie, vasculitiden en vasculaire malformaties 

e. Grondige kennis van de overeenkomstig endoscopische en radiologische afwijkingen 

f. Kunnen opstellen van diagnostisch en therapeutisch plan 

Training 

- Deelname aan poliklinische consultaties 

- Ervaring in opname en opvolging van gehospitaliseerde patiënten 

G. Digestieve oncologie 

Doelstelling 

i. Grondige kennis van de epidemiologie, preventie, opsporing van gastro-intestinale oncologische aandoeningen met in begrip van de richtlijnen voor screening 

j. Grondige kennis van de genetische achtergrond van familiale syndromen zoals FAP, Lynch syndroom en andere polyposis syndromen 

k. Grondige kennis van de anatoompathologische stadia van gastro-intestinale tumoren en hun overeenkomstige prognose 

l. Grondige kennis van de diagnostiek en verschillende behandelingsvormen (curatief en palliatief) van gastro-intestinale tumoren 

m. Principes en indicatiestelling van chemotherapie en radiotherapie voor de behandeling van gastro-intestinale tumoren 

n. Grondige kennis van de richtlijnen voor opvolging van patiënten met gastro-intestinale tumoren 

o. In staat zijn poliepen endoscopisch te behandelen en op te volgen 

p. Grondige kennis van de mogelijkheden en beperkingen van de mucosale resectie bij vroegtijdige gastro-intestinale tumoren 

Training 

- Deelname aan het multidisciplinair oncologisch overleg 

- Deelname aan ambulante en hospitaalgebonden patiëntenzorg met gastro-intestinale oncologische problemen 

- Training in doelmatige en kost-economische verantwoorde aanwending van onderzoeken voor diagnose, stagiëring en opvolging van digestieve tumoren 

- Endoscopische training voor diagnose en behandeling van gastro-intestinale tumoren met in begrip van Barrettslokdarm, poliepresectie, palliatietechnieken 

H. Hepatologie 

Doelstellingen 

7. Grondige kennis van ziektebeelden, diagnostisch en therapeutische aanpak van hepatische aandoeningen, met inbegrip van: 

a. Acute hepatitis: viraal, medicamenteus, toxisch 

b. Fulminant leverfalen, inbegrepen de behandeling van coagulopathie, hersenoedeem en andere verwikkelingen gepaard gaande met acuut leverfalen 

c. Herkenning en diagnosestelling van chronische hepatitis en cirrose; biologische, serologische diagnose van chronische virale hepatitis, inbegrepen uitgebreide kennis in histopathologische aspecten 

d. Verwikkelingen van leverziekten: ascites, leverencephalopathie, spontane bacteriële peritonitis, hepatorenaal syndroom, preventie en behandeling van slokdarm- en maagvarices, portale hypertensieve gastropathie, diagnose en behandeling van hepatocellulair carcinoom 

e. Diagnose en behandeling van chronische leverziekten van niet virale oorsprong, zoals alcohol, non alcoholic fatty liver disease (inbegrepen non alcoholic steatohepatitis), ziekte van Wilson, primaire biliaire cirrose, autoimmune hepatitis, hemochromatose, en a1 anti-trypsine deficiëntie, primaire scleroserende cholangitis 

f. Hepatobiliaire problemen geassocieerd met zwangerschap 

g. Preoperatieve evaluatie en postoperatieve aanpak van patiënten met leverziekte of hepatobiliaire dysfunctie 

8. Grondige kennis van adequaat gebruik van antivirale en immunosuppressieve geneesmiddelen voor de behandeling van leverziekten 

9. Grondige kennis van indicaties, contra-indicaties en verwikkelingen van interventionele en chirurgische therapeutische technieken met inbegrip van kennis van levertransplantaties 

10. Grondige kennis van de aanpak en de behandeling van nutritionele problemen gepaard gaande met chronische leverziekte 11. Een basiskennis van pediatrische en aangeboren hepatobiliaire aandoeningen 

12. Een goede kennis van de lever beeldvorming, inclusief CT-Scan, magnetische resonantietechnieken (MR-beeldvorming, MR angiografie, MR cholangio-pancreatografie), lever angiografie, en voldoende kennis van ultrasonografie. De beperkingen inherent aan elke techniek moeten gekend zijn. 

Training 

- Deelname aan multidisciplinair hepatologisch overleg 

- Deelname aan poliklinische hepatologische consultaties 

- Deelname aan hospitaal gebonden zorg van patiënten met hepatologische aandoeningen 

- De technische opleiding in leverziekten zou uit percutane leverbiopten bestaan en diagnostische en therapeutische paracentese 

I. Endoscopie 

Doelstelling 

i. Grondige kennis van indicaties en contra-indicaties van endoscopische technieken (oesophagogastroduodenoscopie, jejunoscopie, enteroscopie, coloscopie, endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie, echoendoscopie, ileocoloscopie) met inbegrip van hun diagnostische en therapeutische mogelijkheden 

j. Grondige kennis van desinfectie van endoscopisch materiaal 

k. In staat zijn om specifieke endoscopische procedures (oesofagogastroduodenoscopie en coloscopie) te verrichten op een veilige, verantwoorde en zelfstandige wijze 

l. Grondige kennis van diagnostische en therapeutische alternatieven 

​m. In staat zijn om endocopische bevindingen te plaatsen in een breed en totaal diagnostisch en therapeutisch beleidsplan van patiënt 

n. Grondige kennis van risico van endoscopische procedures met vermogen om verwikkelingen te herkennen en beheersen 

o. In staat zijn gastro-intestinale bloedingen diagnostisch en therapeutisch te benaderen 

p. In staat zijn een percutane gastro-enterostomie te plaatsen. 

Training - Endoscopische training moet gebeuren in het kader van de globale klinische benadering van de patiënt 

- Endoscopische training moet gebeuren onder leiding van ervaren endoscopisten in goed uitgebouwde endoscopische eenheden beantwoordend aan vereiste normen 

- Training in endoscopieën (diagnostische en therapeutische technieken) met gevarieerde indicaties en pathologieën 

- Training in kwaliteitsbewaking van desinfectie van endoscopisch materiaal 

- Training moet tevens inhouden het toezicht van patiënten na de procedures teneinde beter inzicht te verwerven in natuurlijke evolutie van gastro-intestinale aandoeningen en efficaciteit van therapeutische endoscopische procedures 

J. Proctologie 

Doelstellingen 

a. Herkennen van courante proctologische aandoeningen zoals: primaire en secundaire fissura ani, hemorroïden en hun verwikkelingen, anale fistuleuze abcessen, Crohn anus, pilonidale sinus/cyste, perianale huidaandoeningen, seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) en Human Papilloma Virus (HPV)-geassocieerde letsels, premaligne en maligne anale letsels 

b. Symptoomgerichte en geïntegreerde diagnose van bekkenbodempathologie zoals: prolapssyndromen, rectocele, enterocele, SRUS, totale rectumprolaps, descending perineum syndroom, faecale incontinentie, dyschezie, recto-anale dysynergie, ano-rectale pijnsyndromen, levator ani syndroom, coccygodynie, proctalgia fugax 

c. Kennis van de farmacologie met betrekking tot ano-rectum met inbegrip van: farmacologische sfincterotomie, lokale anesthetica, antivirale middelen, topische anti-inflammatoire middelen 

d. Basiskennis van defecografie / colpocystodefecografie (CCD) 

​e. Basiskennis van instrumenteleproctologie en chirurgische ingrepen 

Training: 

- Deelname aan proctologische consultaties 

- Kennis van proctologisch instrumentarium 

- Technische ervaring in eenvoudige proctologische ingrepen zoals behandeling gethromboseerde externe hemorroïd, sclerotherapie van hemorroïden, Barron ligaturen, biopsie afname anaal kanaal, opzoeken interne fistelopeningen. 

De ASO verdiept zich verder in een breed aantal domeinen binnen het specialisme nodig voor de toepassingen in de praktijk die vermeld worden in de stages en betrekking hebben op de eindtermen zoals gedefinieerd onder ‘medicus’ niveau 3. Tevens dient de ASO te functioneren met toenemende zelfstandigheid en complexiteit gestoeld op wetenschappelijke basis. 

Studiemateriaal
Handboek (Aanbevolen) : Gastroenterology and Hepatology, The Next Millennium, Tytgat G, John Libbey & Company, 9782742002320, 2008
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Handouts van sessies en tijdschriften in het vakgebied
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : EMD
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Gangbare richtlijnen in het ziekenhuis
Bijkomende info

Vaardigheden

Werkvormen:

continue onderwijs operatiekwartier 

bedside teaching  

consultatie met supervisie 

Wekelijkse zaaltoer: 1u/week 

sessies voor technische vaardigheden (bv. met simulaties, workshops vaak op niveau van Belgisch Genootschap van Heelkunde) 

Leerresultaten

KENNIS

OLR 1: Heeft diepgaande medische kennis en inzicht verworven in het specialisme (M, W) 

INZICHT

OLR 3: Heeft het probleemoplossend vermogen verder ontwikkeld en past dit toe in de praktijk (M, W) 

OLR 15: Houdt rekening met de economische aspecten van de geneeskunde en gaat doelmatig om met middelen, waarbij onder- en overgebruik vermeden worden (M) 

OLR 18: Is in staat om “standards of care” te zetten en kwaliteitseisen met betrekking tot de verschillende aspecten van het eigen specialisme te formuleren (M, Ma) 

ATTITUDES

OLR 4: Kan correct en op een humane, empathische wijze communiceren met de patiënt en zijn of haar omgeving, met oog voor ethische, maatschappelijke en multiculturele aspecten (diversiteit) en binnen de relevante wettelijke regelgeving © 

OLR 19: Voldoet aan de algemene en specifieke eindtermen, eigen aan het specialisme, betreffende diagnostiek en ziektebeelden/aandoeningen (M, W) 

VAARDIGHEDEN

OLR 2: Heeft de vaardigheden, eigen aan het specialisme, verworven en past deze correct toe (M)

OLR 17: Blijft voortdurend de eigen vaardigheden verder ontwikkelen en verbeteren (M)

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Portfolio met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Portfolio met functioneringsgesprekken en evaluatiegesprek aan het einde van het niveau Expert Plus

Aanvullende info mbt evaluatie

Portfolio met functioneringsgesprekken en evaluatiegesprek aan het einde van het niveau Expert Plus (100%)   

PASS/FAIL 

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: gastro-enterologie