15 ECTS credits
410 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6014533FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Alvorens men kan inschrijven voor de vakken van het laatste jaar, dient men opgenomen te zijn in de groep 'afstudeerfase'. Dit kan door een aanvraag in te dienen via secretariaat@gf.vub.ac.be
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Snijdende klinische wetenschap
Onderwijsteam
Marian Vanhoeij (titularis)
Onderdelen en contacturen
20 contacturen Hoorcollege
100 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
150 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Inhoud OLA “Gevalsbespreking” (3 SP):
Tijdens deze sessies worden de praktijkgevallen voorgesteld en in teamverband, eventueel interdisciplinair, besproken. Er zal aandacht worden besteed aan internistische urgenties en diagnostische problemen. De onderwerpen die aan bod zullen komen zijn
deze vanuit de stages en hebben betrekking op de eindtermen zoals gedefinieerd onder ‘medicus’ niveau 3. Tevens dient de ASO te functioneren met toenemende zelfstandigheid en complexiteit gestoeld op wetenschappelijke basis.

Inhoud OLA “Patiëntenzorg en medisch-technische vaardigheden” (12 SP):
De ASO krijgt de kans om tijdens zijn opleiding een breed aantal domeinen binnen het specialisme te beoefenen. De ASO verwerft tijdens deze stages specifieke kennis en vaardigheden met toenemende complexiteit en past deze toe in de praktijk met toenemende
zelfstandigheid.
Voorkeursstages tijdens de opleiding zijn (belangrijkste gebieden van de heelkunde):
- de heelkunde op de weke weefsels
- de heelkunde op het abdomen
- de vasculaire heelkunde
- de traumatologie
- de orthopedie
- de urologie
- de thoraxchirurgie (eventueel buiten het hart)
- de dringende neurochirurgie
- de kinderchirurgie
- de plastische en/of reconstructieve heelkunde
- de oncologische heelkunde
- de gynaecologische heelkunde

Overzicht van de vaardigheden niveau 3 specifieke ingrepen :

1. Algemene heelkundige kennis en vaardigheden
1.b. Kennis:
- omgang met differentiaal diagnostische problematiek, indicatiestelling, interpretatie
  in verschillende deelgebieden van de heelkunde
- beoordeling van de operabiliteit en het operatieve risico
- gemotiveerde zelfstandige chirurgische besluitvorming (indicatiestelling) inclusief
  het bepalen van de dringendheid van een ingreep)
- doorgedreven principes van postoperatieve verzorging, zoals:
0 observatie, klinisch onderzoek van de postoperatieve patiënt
o monitoringmogelijkheden
o postoperatieve vocht en electrolyten therapie
o postoperatieve voeding
o postoperatieve wondzorg
o postoperatieve pijntherapie
- herkennen en zelfstandig behandelen van postoperatieve complicaties en problemen en
  hun verzorging, zoals:
o postoperatieve bloeding
o indicatiestelling voor reïnterventie bij postoperatieve complicaties
- interdisciplinaire communicatie voor en na de ingreep:
o interdisciplinair overleg en beslissing
o gestructureerd operatieverslag
o gestructureerde ontslagbrief
o basiskennis over de sociale begeleidingsmogelijkheden
1.c. Vaardigheden:
- het preoperatieve informatiegesprek
- het postoperatieve informatiegesprek
- gestructureerd voorstellen van het probleem van de patiënt met inbegrip van concreet
  voorstel tot therapie en nabehandeling
- verzorging van complexe wonden
- basistechnieken locale en regionale anesthesie
2. Heelkundige spoedgevallen
2.b. Kennis:
- stellen van prioriteiten bij de polytraumapatiënt
- interdisciplinaire therapie en prioriteitenstelling
- initieel behandelen van specifieke chirurgische spoedgevallen, zoals:
o cardiopulmonaire urgenties
o vasculaire urgenties
o acuut abdomen
o urologische spoedgevallen
o perifere traumatologie
2.c. Vaardigheden:
- spoedlaparatomie
- spoedthoracotomie
3. Intensieve zorgen
3.b. Kennis: Dezelfde kennis als niveau 2 gesteund op meer ervaring in verband met
- principes van invasief en niet invasief monitoren van patiënten
- beademings- en weaningstechnieken
- behandeling van hypovolemische, septische, cardiale,toxische shocktoestanden
- basiskennis van orgaanvervangende technieken
- chirurgische infectiologie
- criteria van hersendood
- principes van orgaandonatie
3. c. Vaardigheden:
3. Intensieve zorgen
3.b. Kennis: Dezelfde kennis als niveau 2 gesteund op meer ervaring in verband met
- principes van invasief en niet invasief monitoren van patiënten
- beademings- en weaningstechnieken
- behandeling van hypovolemische, septische, cardiale,toxische shocktoestanden
- basiskennis van orgaanvervangende technieken
- chirurgische infectiologie
- criteria van hersendood
- principes van orgaandonatie
3. c. Vaardigheden:
- complexe wondverzorgingstechnieken
- verzorging van brandwonden
- behandeling van compartimentsyndroom
4. Abdominale heelkunde.
4.b. Kennis:
- kliniek en diagnose van ook meer complexe abdominale aandoeningen
- principes van de laparoscopische chirurgie, indicaties en complicaties bij frequent
  voorkomende aandoeningen
- indicatie, techniek en postoperatieve verzorging van aandoeningen van het gastro-
  intestinaal stelsel, proctologische aandoeningen, buikwandpathologie, pathologie van
  lever, galwegen, pancreas, milt of het retroperitoneum.
- behandeling van de verschillende vormen van peritonitis
- kennis van de gastro-intestinale oncologie
- bariatrische chirurgie: indicaties, complicaties
4.c.Vaardigheden:
- uitvoeren van routine abdominale ingrepen via laparoscopie of via laparotomie zoals:
o cholecystectomie
o dun- en dik darm resectie
o splenectomie
- expositietechnieken
- darmanastomosetechnieken
5. Vasculaire heelkunde
5a. Doelstelling: Beheersen en adequaat reageren op complexe vasculaire aandoeningen.
5b. Kennis:
- behandelingsmethoden van acute en chronische ischemie
- chirurgische en endovasculaire methoden ter behandeling van arteriële en veneuze
  pathologie
- chirurgische behandeling van complicaties van vasculaire pathologie (compartiment
  syndroom, thrombectomie, amputaties, lyse en anticoagulatie…)
5c. Vaardigheden:
- zelfstandig uitvoeren van:
o flebotomie, arteriotomie
o vasculaire anastomose
o thrombectomie
o vasculaire doppler
6. Heelkunde van thorax en hals
6.b. Kennis: Kliniek en diagnose van complexe chirurgische aandoeningen van thorax en hals.
6.c. Vaardigheden:
- thoracotomie, sternotomie in urgente omstandigheden
- thoraxdrainage in urgente omstandigheden
7. Cardiale chirurgie
7.b. Kennis:
- kliniek en diagnostiek van acute thoracale pijnsyndromen, longoedeem, shock
- toegangswegen tot het hart
- kennis van de meest voorkomende cardio-chirurgische technieken en hun complicaties
7.c. Vaardigheden:
- zelfstandig kunnen overgaan tot toegang tot het pericard: sternotomie, thoracotomie
8. Kinderchirurgie
8.b. Kennis:
- algemene opvang van kinderen met meer complexe chirurgische aandoeningen
- complexe chirurgisch pediatrische spoedgevallen
- kennis van de belangrijke congenitale anomalieën en hun behandeling
8.c. Vaardigheden:
- vasculaire toegang
9. Reconstructieve heelkunde
9.b. Kennis:
- kennis van de flaptechnieken
- traumatologische chirurgie van hand en voet
9.c. Vaardigheden:
- huidtransplantatie
10. Chirurgie van de borstklier
10.b. Kennis:
- kliniek en diagnose van de heelkundige aandoeningen van de borstklier
- heelkundige behandelingstechnieken
10.c. Vaardigheden:
- verwijderen borstklier
- verwijderen okselweiknopen
11. Orthopedie/Traumatologie
11b. Kennis:
- fysiopathologische reacties bij complexe (poly)traumapatiënten.
- diagnostische investigatie bij complexe (poly)traumapatiënten.
- verzorging van complexe wonden
- inzicht in de prognose van posttraumatische aandoeningen
- meest voorkomende niet-traumatische aandoeningen van het locomotorisch systeem en hun
  mogelijke (heelkundige)behandeling
11c. Vaardigheden:
- verrichten van noodthoracotomie bij traumapatiënten
- verrichten van spoedlaparotomie bij traumapatiënten
- "damage control" bij intra-abdominaal en retroperitoneaal trauma
- "damage control" bij ledematentraumata: plaatsen van uitwendige fixatoren op bekken en
   ledematen
- uitvoeren van decompressieve fasciotomies
- uitvoeren van wonddebridement
12. Chirurgie van de weke delen
12.b. Kennis:
- het kennen van de differentiaaldiagnostische klinische criteria tussen goed- en
  kwaadaardige letsels.
- het kennen en gebruik van beeldvormingstechnieken ter diagnose van deze pathologie.
12.c. Vaardigheden:
- excisie van goedaardige letsels uit het subcutane weefsel.
- resectie lymfeklieren uit oppervlakkige klierstreken: Okselklier-, liesklieruitruiming
  en halsklieruitruiming.

Studiemateriaal
Handboek (Vereist) : Current Diagnosis & Treatment Surgery, Gerard M Doherty, 15de, McGraw-Hill Publishing Co, 9781260122213, 2020
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Gangbare richtlijnen in ziekenhuis
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : EMD
Handboek (Vereist) : Clinical Anatomy, Ellis - Mahadevan, 14de, Wiley, 9781119325536, 2018
Bijkomende info

- tekstboeken :
  1. Way L. : Current Diagnosis & Treatment Surgery
     15th edition, 2020, Lange Medical Books
  2. Ellis H. : Clinical Anatomy
     14th edition, 2018 Wiley
- EMD
- gangbare richtlijnen in ziekenhuis

Leerresultaten

Algemene competenties

- Het zelfstandig aanpakken, stellen van de diagnose en behandelen van de meer complexe
  ziektebeelden/aandoeningen.
- De ASO heeft een dermate expertise opgebouwd dat hij/zij fungeert als mede-
  aanspreekpunt voor externen.
- Zorgen voor en aandacht besteden aan de continuïteit van zorg voor de patiënt.
- Het meedragen van de eindverantwoordelijkheid voor de opvolging van het
  ziektebeeld/aandoening bij de patiënt.
- Werken aan de kwaliteitsverbetering van het specialisme (het vak).
- Het ondersteunen van zowel de ontwikkeling van een visie als het uitzetten van
  beleidsmaatregelen ten behoeve van de verbetering van de performantie en efficiëntie
  van een dienst.
III.12 Voldoen aan de algemene en specifieke eindtermen eigen aan het specialisme betreffende diagnostiek, ziektebeelden/aandoeningen
IV.17 Het zelfstandig aanpakken, stellen van een diagnose en behandelen van de meer complexe ziektebeelden/ aandoeningen
IV.18 De ASO heeft een dermate expertise opgebouwd dat hij/zij fungeert als mede-aanspreekpunt voor externen (huisartsen en specialisten)
IV.19 Zorgen voor en aandacht besteden aan de continuïteit van zorg voor de patiënt
IV.20 Het meedragen van de eindverantwoordelijkheid voor de opvolging van het ziektebeeld/aandoeningen bij de patiënt
IV.21 Werken aan de kwaliteitsverbetering van het specialisme
IV.22 Meewerken aan het goed functioneren van de organisatie van de dienst

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Praktijkopdracht bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie ZELF Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Portfolio beoordelingsgesprek met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: portfolio met beoordelingsgesprek

Aanvullende info mbt evaluatie

- portfolio met beoordelingsgesprek

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: heelkunde