15 ECTS credits
410 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6014608FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
1 Inhoud OLA “Gevalsbespreking” (3 SP):
Tijdens deze sessies worden de praktijkgevallen voorgesteld en in teamverband, eventueel interdisciplinair, besproken. Er zal aandacht worden besteed aan orthopedische urgenties en diagnostische en orthopedische problemen. De onderwerpen die aan bod zullen komen zijn deze vanuit de stages en hebben betrekking op de eindtermen zoals gedefinieerd onder “medicus” niveau 2.
2 Inhoud OLA “Patiëntenzorg en medisch-technische vaardigheden (12 SP):
De ASO krijgt de kans om tijdens zijn opleiding een breed aantal domeinen binnen het specialisme te beoefenen. De ASO verwerft tijdens deze stages specifieke kennis en orthopedische vaardigheden zoals vermeld in het VLIR document niveau 2en past deze toe in de praktijk.
Heelkundige stages tijdens de opleiding orthopedie zijn bij voorkeur (eerste deel van niveau 2):
• Vasculaire heelkunde
• Neurochirurgie
• Reconstructieve chirurgie
Optionele stages tijdens de opleiding orthopedie zijn:
• Intensieve zorgen
• Spoedgevallen
• Brandwonden
Tevens komen aan bod de klinische beleidsaspecten en deontologie:
o DNR-beleid
o Informed consent
o Dossierbeheer
De doelstellingen worden overwegend in de praktijk verworven door:
• Orthopedische en andere heelkundige ingrepen onder supervisie
• stafvergaderingen en wekelijkse seminaries ,
• orthopedische en multidisciplinair , gevalbesprekingen ,
• sessies voor technische vaardigheden ,
• consultatie met supervisie
Tijdschriften in het vakgebied. Uptodate en evidence based databanken,
referentieboeken :
• Fitzgerald R.H. "Orthopaedics" - Mosby 2002
• Lovell & winter "Pediatric Orthopaedics" - Lippincott, Williams & Wilkins 2006
• Orthopaedic Basic Science, American Academy of Orthopaedic Surgeons 2007
Studiebegeleiding gebeurd door de stagemeesters
De orthopedist verwerft specialistische kennis op het gebied van diagnose, therapie en prognose in de meest frequente klinische beelden in de Orthopedie. Het diagnostische beleid is effectief en doelmatig. De orthopedist formuleert in de context van de patiëntenproblematiek advies over de behandeling, de chirurgische en niet-farmacologische therapie en prognose. De orthopedist doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag. De orthopedist reflecteert over persoonlijke competenties en werkt aan de kwaliteitsverbetering in de uitoefening van zijn beroep door het bijhouden van een portfolio met reflectief onderdeel.
Specifieke competenties:
-Continuering van het verwerven van medische kennis (en kennis van inbreng van basale wetenschappen in de klinische praktijk) en inzicht (II1)
- Diepgaande kennis verwerven in het specialisme (II2)
- Vaardigheden verwerven, eigen aan het specialisme (II3)
- Probleemoplossend vermogen ontwikkelen en toepassen in de praktijk (II4)
- Rekening houden met economische aspecten van de geneeskunde, in het bijzonder het doelmatig omgaan met middelen, waarbij onder- en overgebruik van middelen wordt vermeden (III2)
- De ASO in de orthopedie beschikt over de nodige communicatieve eigenschappen, waarbij humane, ethische en maatschappelijke aspecten een belangrijke rol spelen en dit binnen de relevante wettelijke regelgeving (III 3)
- Kennis van principes van de medische informatica voor het leveren van optimale patiëntenzorg en voor het onderhouden van de eigen deskundigheid (III7)
- De ASO in de orthopedie heeft vakspecifieke kennis en probleemoplossend vermogen en weet deze in de praktijk toe te passen( III 9)
- De ASO in de orthopedie heeft praktische vakspecifieke vaardigheden en kan deze toepassen. Hij werkt aan de verdere ontwikkeling en verbetering van deze vaardigheden in functie van een levenslang leren attitude (life-long learning) (III 10).
- De ASO in de orthopedie zet “standards of care” en formuleert kwaliteitseisen met betrekking tot de verschillende aspecten van zijn vak (III 11).
- De ASO in de orthopedie zal na de masteropleiding voldoen aan de algemene en specifieke eindtermen eigen aan het specialisme betreffende diagnostiek, therapeutisch beleid, prognose en preventie van de ziektebeelden/aandoeningen(III 12)
- Het zelfstandig aanpakken, stellen van diagnose en behandelen van de meest frequente ziektebeelden/aandoeningen en/of situaties in de klinische praktijk (VI, 10)
- Het zelfstandig kunnen functioneren op de urgentie-eenheid (VI, 11)
- Correct kunnen inschatten wanneer overleg nodig is met een arts uit een andere discipline (VI, 12)
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Praktijkopdracht bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie ZELF Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:
Evaluatie van klinische (met inbegrip chirurgische ingrepen) en poliklinische werkzaamheden. Observatie door opleiders, stafleden in de dagelijkse praktijk en directe feedback. Directe beoordeling van het patiëntendossier.
- Portfolio met begeleidingssgesprekken (1x / 6 maand) en beoordelingsgesprek op het einde van niveau 2
- Toetsing in portfolio door:
1. Case-based Discussion (Cbd)
2. Direct observation of Procedual Skills (DOPS) voor technische vaardigheden
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: orthopedische heelkunde