15 ECTS credits
375 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4016127FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Alvorens men kan inschrijven voor “Masterproef Toegepaste Informatica” dient men ingeschreven of geslaagd te zijn voor “Methoden van Wetenschappelijk Onderzoek”.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetensch.
Verantwoordelijke vakgroep
Computerwetenschappen
Onderwijsteam
Olga De Troyer
Decaan WE (titularis)
Onderdelen en contacturen
375 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De masterproef moet een oorspronkelijke bijdrage tot het vakgebied Informatica zijn. Dit kan een bijdrage tot het onderzoeksdomein zijn of een informaticaoplossing voor een complexe, niet triviale en niet noodzakelijk duidelijk omschreven opdracht of probleemstelling in een bepaald toepassingsgebied van de informatica. De masterproef moet beantwoorden aan de volgende inhoudelijke criteria:
- het werk omvat zowel een literatuurstudie als de beschrijving van het eigen werk en een motivatie voor de gebruikte oplossingsstrategie; een loutere inventarisatie en/of beschrijving volstaat niet;
- het werk moet persoonlijk en origineel zijn; plagiaat, onder welke vorm ook, wordt ten strengste verboden.

Samen met de masterproef wordt een samenvatting, in publiceerbare vorm afgegeven.

De masterproef mag gecombineerd worden met de Stage Toegepaste Informatica. De masterproef (eventueel in combinatie met de stage) wordt bij voorkeur uitgevoerd in samenwerking met of in een (internationaal) bedrijf of organisatie. 

De student is vrij om zelf een bedrijf en relevant onderwerp te kiezen, maar het onderwerp moet goedgekeurd worden door een VUB promotor. De VUB promotor is lid van het zelfstandig academisch personeel en titularis van een opleidingsonderdeel in één van de opleidingen van de Computerwetenschappen: Bachelor in de Computerwetenschappen, Master in de Computerwetenschappen, Master in de Toegepaste Informatica, Master in de Toegepaste Computerwetenschappen. Er wordt echter ook een lijst met onderwerpen ter beschikking gesteld door de vakgroep Computerwetenschappen in het voorjaar (voor het volgende academiejaar).

Bijkomende info

De student dient de volgende gegevens in het begin van het academiejaar in te dienen bij de vakgroep (formulier en deadline worden gecommuniceerd via het leerplatform):
- het onderwerp en de promotor van de masterproef;
- de handtekening van de promotor, waardoor deze het onderwerp goedkeurt.

De promotor is lid van het zelfstandig academisch personeel en titularis van een opleidingsonderdeel in één van de opleidingen van de Computerwetenschappen: Bachelor in de Computerwetenschappen, Master in de Computerwetenschappen, Master in de Toegepaste Informatica, Master in de Toegepaste Computerwetenschappen. Met goedkeuring van de examencommissie kan de promotor ook een ander AP-lid of een externe, houder van een doctoraat op proefschrift of op gemotiveerde wijze aangeduid wegens specifieke deskundigheid, zijn.

Wijzigingen van onderwerp, verandering van promotor door de student of verzaking door de promotor van het promotorschap worden schriftelijk aan de voorzitter van de examencommissie van de opleiding gemeld. Dit wordt telkens met redenen omkleed.

De masterproef kan gekoppeld worden aan het opleidingsonderdeel ‘Stage Toegepaste Informatica’ en wordt bij voorkeur uitgevoerd in of in samenwerking met een (internationaal) bedrijf of organisatie. 

De masterproef mag in het Engels worden geschreven. 

De masterproef moet in voldoende exemplaren ingediend worden op het secretariaat van de vakgroep Computerwetenschappen, ten laatste op de vastgelegde deadline. Voor meer informatie betreffende het aantal in te dienen exemplaren, deadlines en andere richtlijnen inzake het indienen, dient men het leerplatform te raadplegen. 

Het gaat hier om een opleidingsonderdeel waar geen algemeen gestructureerd materiaal voor aanwezig is. In het algemeen zullen promotoren specifiek studiemateriaal aanbieden.

Op het einde van elk academiejaar wordt een informatiesessie over de komende masterproef georganiseerd.

Leerresultaten

Algemene competenties

Met de masterproef toont de student aan dat hij/zij in staat is om op persoonlijke basis een uitgebreid onderzoek binnen het domein van de toegepaste informatica tot een goed einde te brengen, onder de vorm van een originele wetenschappelijke scriptie.
Hieruit blijkt ook meer bepaald zijn/haar capaciteit om:
- wetenschappelijke literatuur en bronnenmateriaal rond zijn/haar masterproef thema op te sporen, op een inzichtelijke manier te verwerken en kritisch te interpreteren;
- hierbij het compilatie- en beschrijvende niveau te overstijgen en een eigen inzicht uit te werken op basis van bestaande wetenschappelijke inzichten;
- zelfstandig toegepast onderzoekswerk te verrichten. Dit impliceert in staat zijn om voor een complexe, niet noodzakelijk duidelijk omschreven opdracht of probleemstelling, met een grote, open oplossingsruimte, op zelfstandige wijze (en dus zonder al te veel sturing) een oplossing uit te werken en te realiseren waarbij de state-of-the-art van de verschillende (deel)disciplines wordt aangewend en waar nodig wordt aangevuld met recente onderzoeksresultaten;
- over dit werk te rapporteren op een onderbouwde, coherente en overtuigende manier.

De hieraan gekoppelde eindtermen zijn:
Op het vlak van:
- Kennis en het inzicht: 
Verwerven van gedetailleerde kennis en inzicht in de verschillende (deel)disciplines van de masterproef.

- Toepassing van de kennis en het inzicht:
Toepassen van kennis en inzichten eerder verworven in de studie en in de context van de verschillende (deel)disciplines van de masterproef.

- Oordeelvorming:
Kritisch kunnen interpreteren van bestaande state-of-the-art technologie en wetenschappelijk literatuur; keuzes kunnen maken over de te gebruiken methodologie; kritisch kunnen interpreteren van eigen werk.

- Communicatie:
Op een onderbouwde, coherente en overtuigende manier, zowel schriftelijk als mondelinge, kunnen rapporteren over het uitgevoerde werk naar een publiek van professionelen en dit in het Engels of in het Nederlands.

- Leervaardigheden:
Zelfstandig toegepast onderzoek kunnen verrichten: het probleem kunnen aanpakken door het raadplegen en verwerken van de juiste wetenschappelijke en vakliteratuur, het kiezen van de toepasselijke oplossingsstrategie en technologieën, het plannen en uitvoeren van het werk.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

  • masterproef met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Het eindcijfer voor de masterproef wordt als volgt bekomen: Na de mondeling verdediging worden de evaluaties van alle juryleden en promotor besproken tijdens een deliberatie. De beoordeling van de diverse criteria komt in consensus tot stand. De beoordeling van de technische – wetenschappelijke inhoud
    vormt 50% van het eindcijfer; de beoordeling van de persoonlijke inzet en houding van de student tijdens de utvoering van het werk vormt 20% van het eindcijfer; de beoordeling van de schriftelijke presentatie van het werk vormt 15% van het eindcijfer; en de beoordeling van de mondelinge presentatie van het werk vormt tevens 15% van het eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Elke masterproef wordt beoordeeld door de promotor en twee juryleden. De jury wordt samengesteld door de promotor. De juryleden zijn in principe lid van het academisch personeel van de Vrije Universiteit Brussel en houder van een doctoraat op proefschrift, of aangeduid op basis van specifieke deskundigheid (één jurylid kan aangeduid worden onder deskundigen extern aan de instelling). De jury en de promotor lezen en beoordelen de masterproef onafhankelijk van elkaar. Elke student is verplicht om zijn masterproef mondeling te verdedigen. Dit mag in het Engels of in het Nederlands. De mondelinge verdediging geschiedt in het openbaar. De student beschikt over 20 minuten om zijn werk te presenteren. Wanneer de masterproef gekoppeld was met de Stage Toegepaste Informatica beschikt de student over een bijkomende 5 minuten om zijn stagewerk te presenteren. 

De masterproef zal gecheckt worden op plagiaat. 

De beoordeling van de masterproef is als volgt:

De promotor en de jury beoordelen de masterproef onafhankelijk van elkaar en voorafgaand aan de mondelinge verdediging, op de volgende criteria:

- De technische – wetenschappelijke inhoud (50%):

o Moeilijkheidsgraad van de vraagstelling/opdracht

o Literatuurstudie: biedt de literatuurstudie een duidelijk probleemstellinggestuurd overzicht van de bestaande literatuur; omvat de bibliografie voldoende relevante publicaties en worden ze in voldoende diepte behandeld;

o Methodologie: is de gekozen onderzoeksmethodologie adequaat; is er voldoende systematiek en diepgang; 

o Kwaliteit, volledigheid van de proof-of-concept/software/experiment; 

o Resultaten: wat is de kwaliteit en relevantie van de behaalde resultaten rekening houdend met de moeilijkheidsgraad van de vraagstelling, m.a.w. is er een betekenisvolle bijdrage tot het onderzoeks/toepassingsdomein; is de bijdrage voldoende origineel.

- De schriftelijke presentatie van het werk (15%):

o Taal: is het taalgebruik helder, zakelijk en wetenschappelijk; is het taalgebruik grammaticaal correct;

o Opbouw: is de masterproef duidelijk gestructureerd; wordt de relevantie van het onderwerp wetenschappelijk en maatschappelijk gemotiveerd; wordt de probleemstelling geformuleerd, gekaderd en gemotiveerd; wordt de gevolgde methodologie voldoende verantwoord; omvat het werk een besluitvoering met een antwoord op de vooropgestelde probleemstelling en een reflectie over de waarde van de eigen bijdrage;

o Opmaak: heeft de masterproef een verzorgde lay-out; zijn de illustraties (foto’s, tekeningen, tabellen, citaten, grafieken,...) van goede kwaliteit en voorzien van gepaste bijschriften; worden de bijlagen op een heldere manier ontsloten en toegelicht;

o Duidelijkheid van de tekst: is het betoog helder en duidelijk;

o Bibliografie: zijn de bibliografie en de referenties vormelijk correct opgesteld.

De promotor beoordeelt tevens:
- De persoonlijke inzet en houding van de student tijdens de uitvoering van het werk (20%):

o Was er voldoende inzet;

o Gaf de student blijk van een goede kritische ingesteldheid en probleemoplossend vermogen.

o Was de planning en het tijdsgebruik van de student adequaat;

o Was de student zelfstandigheid;

o Reageerde de student goed op feedback.

Na de mondeling verdediging beoordelen de promotor en de juryleden tevens:
- De mondeling presentatie van het werk (15%):

o Taal: is het taalgebruik helder, zakelijk, wetenschappelijk en verzorgd;

o Houding & presentatiestijl: heeft de student een verzorgde houding die passend is voor het brengen van een professionele uiteenzetting; is het betoog helder en duidelijk; wordt het vlot gebracht; werden de juiste audiovisuele middelen gebruikt;

o Opbouw: is de presentatie duidelijk gestructureerd; wordt het onderwerp en de probleemstelling duidelijk geformuleerd en gemotiveerd; wordt de gevolgde methodologie voldoende verantwoord en uitgelegd; worden de behaalde resultaten voldoende toegelicht; wordt de presentatie afgesloten met een besluitvoering met een antwoord op de vooropgestelde problematiek en een reflectie over de waarde van de eigen bijdrage;

o Verdediging: kan de student op een gepaste en correcte wijze antwoorden op de aan hem gestelde vragen en zijn gebruikte werkwijze verdedigen;

o Tijdsgebruik: kan de student binnen de hem toegestane tijdsduur zijn werk presenteren.
 

Het is onmogelijk om af te studeren voor de masteropleiding met een onvoldoende (dwz minder dan 10/20) voor de masterproef (cf. examenreglement) of bij plagiaat.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de toegepaste informatica: Big Data technologie
Master in de toegepaste informatica: Artificiële intelligentie