6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4017494FER voor alle studenten in het 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
De student is ingeschreven in een traject waar het opleidingsonderdeel voorkomt.
Onderwijstaal
Nederlands
Onder samenwerkingsakkoord
Onder interuniversitair akkoord mbt. opleiding
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Internationaal en Europees recht
Onderwijsteam
Tony Joris (titularis)
Filip Tuytschaever
Onderdelen en contacturen
39 contacturen Hoorcollege
120 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Dit opleidingsonderdeel kent, met zijn interactieve colleges, twee onderdelen:

I. Europees mededingingsrecht voor ondernemingen (F. Tuytschaever)

Dit onderdeel heeft de volgende doelstellingen:

1. De studenten vertrouwd maken met het toepassingsgebied van de artikelen 101-102 VWEU, zowel op Europees niveau als in België. Dit omvat een overzicht van recente beslissingen van de Europese Commissie en arresten van het Hof van Justitie van de EU, en ook een overzicht van de toepasselijke rechtsregels naargelang het marktaandeel van de betrokken partijen (de minimis overeenkomsten, overeenkomsten die kunnen genieten van een groepsvrijstelling of van een individuele vrijstelling, machtspositie) en de vraag of zij al dan niet concurrenten zijn. 

2. De studenten inzicht geven in het beleid van de Europese Unie (EU) inzake horizontale overeenkomsten (overeenkomsten tussen concurrenten). Dit omvat, zowel de verboden horizontale overeenkomsten (kartels) als de horizontale samenwerkingsovereenkomsten, die worden beheerst door de horizontale groepsvrijstellingen (voor R&D en specialisatie) en de Richtsnoeren inzake horizontale samenwerkingsovereenkomsten. Er wordt gewerkt met concrete casestudies. Bij de kartels worden de studenten vertrouwd gemaakt met de werking van het clementieregime (immuniteit en vermindering van geldboetes). 

3. De studenten inzicht geven in het beleid van de EU inzake verticale overeenkomsten, die worden beheerst door de verticale groepsvrijstelling en de Richtsnoeren inzake verticale beperkingen. De verschillende distributievormen (verticale integratie, selectieve distributie, open en exclusieve distributie, franchising, agentuur), hun gelijkenissen en verschillen, worden behandeld. Er wordt gewerkt met concrete casestudies. Daarbij wordt bijzondere aandacht gegeven aan de mededingingsrechtelijke analyse van internetverkopen  (e-commerce).

4. De studenten inzicht geven in het beleid van de EU inzake misbruik van machtspositie, met daarbij het onderscheid tussen uitsluitingsmisbruiken en uitbuitingsmisbruiken. 

5. De studenten inzicht geven in het Europees institutioneel-procedureel mededingingsrecht voor ondernemingen, waaronder de bevoegdheden van de Europese Commissie in het kader van het mededingingsrecht (inclusief het voeren van onaangekondigde inspecties), de werking van het ECN ("European Competition Network"), de samenwerking tussen de Europese Commissie en de nationale rechters en de rol van het Hof van Justitie van de EU en de nationale rechters. 

6. De studenten inzicht geven in de interactie tussen het Europees en het nationaal (Belgisch) mededingingsrecht voor ondernemingen, inclusief de toepassing door de Belgische Mededingingsautoriteit van het Europees mededingingsrecht en de toepasselijkheid van Europese groepsvrijstellingen in België.

7. De studenten inzicht geven in de publieke afdwinging (boete) en de private afdwinging van het mededingingsrecht voor ondernemingen (schadevergoedingsacties), het verband tussen beide en de mogelijkheid voor de Belgische Mededingingsautoriteit om boetes aan natuurlijke personen op te leggen voor inbreuken op het mededingingsrecht.

8. Gastlezingen: de titularis nodigt eventueel gastsprekers uit, op basis van hun bijzondere kennis of van de actualiteit. 

9. Materiaal: het collegemateriaal bestaat uit de EU basisteksten voor het mededingingsrecht voor ondernemingen en het boek F. Wijckmans, F. Tuytschaever, H. Burez en E. Wijckmans, Bos Door De Bomen Mededingingsrecht, contrast books & seminars BV, 2022, XXII – 377p. (ISBN 978-94-640-7865-7). 

 

II. Europees mededingingsrecht inzake staatssteun (T. Joris)

1. Inleiding
In een inleiding wordt het (unieke) beleid van de EU inzake staatssteun gesitueerd in de EU-Verdragen. Hierbij worden enkele preliminaire vragen beantwoord, zoals: waarom werd een staatssteunbeleid van de EU nodig geacht?; welke rol speelt dit beleid in de interne markt?; welke actoren spelen een rol in het staatssteunbeleid van de EU?

2. Materieelrechtelijk staatssteunbeleid

Artikel 107 VWEU omvat de voornaamste primaire materieelrechtelijke regels inzake staatssteun. Deze verdragsbepaling voorziet een beginselverbod van staatssteun die aan de criteria van artikel 107(1) VWEU voldoet. Bijv. de volgende vragen rijzen: wat is staatssteun in de zin van artikel 107(1) VWEU?; welke staatssteun kan rekenen op een uitzondering krachtens artikel 107(2) VWEU (de jure uitzonderingen) of krachtens artikel 107(3) VWEU (uitzonderingen waartoe de Europese Commissie op discretionaire wijze kan beslissen)? Illustraties aan de hand van besluiten van de Europese Commissie, en arresten van het Gerecht en/of het Hof van Justitie (van de EU). 

3. Procedureel staatssteunbeleid

Artikel 108 VWEU voorziet drie toezichtsprocedures (zie evenwel infra) om na te gaan of staatssteun al dan niet verenigbaar is met de interne markt. Het is vnl. de Europese Commissie die staatssteun toetst aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Raad beschikt ook over een eigen, bijzondere bevoegdheid ter zake. Dit deel gaat in op de toezichtsprocedures, zoals die voor nieuwe staatssteun en voor bestaande staatssteun. Verder staat dit deel stil bij de problematiek van onrechtmatige staatssteun en de maatregelen die tegen dergelijke steun kunnen worden genomen (zowel op niveau van de EU, als op niveau van de lidstaten van de EU). Illustraties aan de hand van besluiten van de Europese Commissie, arresten van het Gerecht en/of het Hof van Justitie (van de EU), en/of uitspraken van nationale rechters.

De bespreking van de procedurele aspecten van het EU-beleid inzake staatssteun betreft verder ook, naast een aantal mededelingen van de Europese Commissie, de volgende verordeningen, vastgesteld op basis van artikel 109 VWEU:

- Verordening (EU) 2015/1588 van de Raad (codificatie van Verordening (EG) 994/98), die de Commissie de bevoegdheid geeft om bepaalde categorieën van horizontale staatssteun vrij te stellen van de aanmeldingsplicht (zie de de minimis verordeningen en de groepsvrijstellingsverordeningen);

- Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad (codificatie van Verordening (EG) 659/1999), die nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 VWEU vaststelt (procedureverordening met vier toezichtsprocedures) en die werd uitgevoerd door de Commissie aan de hand van Verordening (EG) 794/2004.

4. In het kader van de Europese Economische Ruimte werd het unieke EU-staatssteunrecht "geïmporteerd" in Ijsland, Liechtenstein en Noorwegen. Ook overeenkomsten die de EU met een aantal derde staten heeft gesloten, bevatten staatssteunbepalingen. In dit opleidingsonderdeel wordt kort stilgestaan bij deze "internationalisering" van het EU-staatssteunrecht.

5. Gastlezingen: de titularis nodigt eventueel gastsprekers uit. In het academiejaar 2020/2021 werden gastlezingen over "Private handhaving van het EU-staatssteunrecht" en "Artikel 107, lid 3 b) VWEU en de tijdelijke kaderregelingen van de Europese Commissie in reactie op de COVID-19-pandemie en de Russische agressie in Oekraïne".

6. Materiaal: het collegemateriaal bestaat uit een reader, en o.m. besluiten van de Europese Commissie en arresten van het Europees Gerecht en/of het Europees Hof van Justitie.

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Reader "Europees mededingingsrecht inzake staatssteun", Joris, T. (ed.)
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : EU basisteksten voor het mededingingsrecht voor ondernemingen, Tuytschaever, F. (ed.)
Handboek (Vereist) : Bos door de Bomen Mededingingsrecht, Contrast books & seminars BV, XXII – 377p., Wijckmans, F., Tuytschaever, F., Burez, H. and Wijckmans, E., XXII – 377p., Contrast books & seminars BV, 9789464078657, 2022
Bijkomende info

Voorkennis: doelstellingen en werking van de EU. Zie bijv. K. Lenaerts en P. Van Nuffel, Europees Recht, Antwerpen/Cambridge, Intersentia, 2017.

In het kader van dit opleidingsonderdeel wordt gebruik gemaakt van Nederlandstalige bronnen, tenzij het gaat om bijvoorbeeld besluiten van de Europese Commissie en/of arresten van het Europees Gerecht en/of het Hof van Justitie waarvan (nog) geen Nederlandstalige versie voorhanden is. 

De studenten verwerven ook kennis door zelfstudie.

Tijdens de eerste colleges (delen I en II) worden de studenten geïnformeerd over de inhoud en de leerresultaten van het opleidingsonderdeel, en over het studiemateriaal en het examen (zie ook het leerplatform).

Opname (audiovisueel) van de colleges is niet toegestaan.

Voor de werkstudenten worden minstens twee contactmomenten voorzien.

Leerresultaten

Algemene competenties

Deel I: Europees mededingingsrecht voor ondernemingen

De algemene doelstelling van dit deel van het opleidingsonderdeel is de studenten een referentiekader en methodologie aan te leren om het Europees mededingingsrecht voor ondernemingen te begrijpen en toe te passen.

Deze algemene doelstelling laat zich als volgt toetsen:

  • het beantwoorden van kennisvragen met betrekking tot het materieel, institutioneel en/of procedureel Europees mededingingsrecht voor ondernemingen;
  • het analyseren en oplossen van praktische casussen inzake de wettigheid van horizontale en/of verticale overeenkomsten gesloten tussen ondernemingen en inzake het al dan niet misbruiken van machtspositie; en
  • het kunnen consulteren, begrijpen en toepassen van basisteksten die door de titularis ter beschikking worden gesteld.

Deel II: Europees mededingingsrecht inzake staatssteun

De algemene doelstelling van dit deel van het opleidingsonderdeel is de studenten inzicht te geven in de basisbeginselen van het Europees staatssteunbeleid, aangevuld met enkele deelaspecten van dit beleid.

Deze algemene doelstelling laat zich als volgt toetsen:

  • het beantwoorden van kennisvragen over het materieel, institutioneel en/of procedureel Europees mededingingsrecht inzake staatssteun;
  • het analyseren en oplossen van een praktische casus; en
  • het kunnen consulteren en bespreken van basisteksten die door de titularis ter beschikking worden gesteld.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Schriftelijk met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Schriftelijk examen. Open (en mogelijks gesloten) vragen en casussen.

De studenten mogen tijdens het examen gebruik maken van de EU-basisteksten (deel I) en de reader (deel II) die hen ter beschikking worden gesteld. In deze documenten mag niet geschreven worden (geen eigen geschreven teksten/collegenota's).

Voorbeelden van examenvragen (delen I en II):

  • wat zijn groepsvrijstellingsverordeningen? Zijn de Europese groepsvrijstellingsverordeningen van toepassing in België, en zo ja, wanneer?
  • waar vindt u de "Europese convergentieregel"? Leg deze regel uit.
  • een leverancier wil zich gedurende een periode van 10 jaar exclusief binden aan een klant en enkel en alleen deze beleveren in sommige of alle lidstaten van de EU. Is dit legaal of niet onder artikel 101 of artikel 102 VWEU? Motiveer uw antwoord.
  • waaruit blijkt dat de Europese Commissie nog steeds een centrale rol speelt in het verzekeren van de uniforme toepassing van artikelen 101 en 102 VWEU onder het regime van Verordening 1/2003? Motiveer uw antwoord aan de hand van de EU-basisteksten.
  • twee concurrenten willen elkaars producten verdelen en geven elkaar een adviesprijs mee voor de verkoop. Is dit legaal of niet onder artikel 101 of artikel 102 VWEU? Motiveer uw antwoord.
  • waarom voert de EU een staatssteunbeleid?
  • bespreek het beginselverbod van staatssteun ex artikel 107(1) VWEU.
  • bespreek het begrip "materiële selectiviteit".
  • bespreek het begrip "regionale selectiviteit".
  • bespreek het terugvorderingsbeleid van de Europese Commissie.
  • bespreek de EU-procedure voor aangemelde staatssteun.
  • welke bevoegdheden bezitten de nationale rechters m.b.t. onrechtmatige staatssteun?
  • welke mechanismen kunnen in gang worden gezet, en wat zijn hun mogelijke resultaten, wanneer een onderneming vermoedt dat een concurrent onrechtmatige staatssteun heeft ontvangen?

De studenten mogen per E-mail (filip.tuytschaever@vub.be (deel I) - tony.joris@vub.be (deel II)) om inzage in de kopij van hun examen verzoeken, en dit binnen een termijn van vijf kalenderdagen na de bekendmaking van de examenresultaten. Binnen dezelfde termijn mogen zij ook om toelichting over het resultaat van hun examen vragen (zie ook het "Onderwijs- en examenreglement").

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de rechten: Dual Master in Comparative Corporate and Financial Law
Master in de rechten: burgerlijk en procesrecht
Master in de rechten: criminologie
Master in de rechten: economisch recht
Master in de rechten: fiscaal recht
Master in de rechten: internationaal en Europees recht
Master in de rechten: publiek recht
Master in de rechten: sociaal recht
Master in de rechten: strafrecht
Master in de rechten: Law and Technology
Master in het internationaal en Europees recht: Standaard traject