5 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1018044BNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Alvorens men een inschrijving kan nemen voor 'Evidence Based Medicine: Integratie van kliniek en wetenschap' moet men geslaagd zijn voor 'Evidence Based Medicine: methodologie van wetenschappelijk onderzoek'.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Observerende klinische wetenschappen
Onderwijsteam
Karine Hellemans (titularis)
Filip Cools
Onderdelen en contacturen
15 contacturen Hoorcollege
15 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
120 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Dit opleidingsonderdeel omvat de bachelorproef en bestaat uit 3 delen.

Deel 1: Bachelorproef (coördinatie prof. K. Hellemans)

1. Iedere student kiest -individueel- in het begin van de derde bachelor (eind oktober-begin november) één bepaald (bio)medisch research thema; deze keuze bepaalt ook de begeleider/promotor van het onderwerp. De begeleider staat in voor de individuele begeleiding van de student maar kan hiervoor eventueel beroep doen op derden. De lijst van onderwerpen en de daaraan verbonden begeleidende personen wordt besproken tijdens de introductrielessen bij aanvang van het academiejaar (midden oktober). Een overzichtslijst en korte samenvatting per thema wordt gepubliceerd via het leerplatform en is ook in de bibliotheek ter inzage voor de studenten. Er kan gekozen worden uit een 100-tal medische research thema’s gefocussed op translationeel onderzoek en 64 begeleiders.

2. De student maakt (al dan niet over een deelaspect van het studieonderwerp) onder regelmatige begeleiding een voldoende grondige literatuurstudie en ontwikkelt hierdoor een dieper inzicht in het onderzoeksthema. Vanuit dit inzicht wordt vertrokken om een eigen originele onderzoekshypothese te formuleren, waarbinnen eveneens nagedacht wordt over de onderzoekstappen die nodig zijn om de hypothese te onderzoeken/toetsen en over de haalbaarheid van het voorgestelde onderzoek (studiegroepen, aantallen, technische aspecten, financiele aspecten, ethische context).

3. Deze bevindingen worden opgeschreven in een bondig verslag (maximaal vijftien A4 pagina's) dat volgende elementen bevat:

Titel - korte achtergrond (halve pagina) - gestelde vraag - zoekstrategie in de literatuuranalyse - onderzochte literatuur - hypothese (1 pagina), toesting, nabespreking, referenties.  De hypothese zelf wordt geformuleerd als één eenvoudige volzin, welke, aangeduid als hypothese, in een kader staat. Aansluitend op deze volzin en voorafgaand aan het besluit, wordt een voorstel tot experimentele toetsing van de hypothese toegevoegd, waaruit tevens blijkt dat de geformuleerde hypothese in principe falsifieerbaar (i.e. wetenschappelijk waardevol) is. Voor het schrijven van de tekst kan de student kiezen tussen Nederland of Engels (behalve wanneer de begeleider anderstalig is, in dat geval wordt de tekst geschreven in het engels). Keuze voor het Engels wordt gestimuleerd en impliceert dat niet enkel de tekst, maar ook de presentatie en verdediging in het Engels doorgaan (zie punt 4).

De studenten dienen zelf voor het indienen van hun tekst deze te laten controleren op plagiaat via de plagiaatdetectiesoftware, en het bewijs hiervan mee in te leveren met hun tekst. De instructies hiervoor worden tijdens de introductielessen en via canvas verstrekt.

4. De mondelinge presentatie van het werk (10 minuten per student, Nederlands of Engels) wordt bijgewoond door de promotor (of een vertegenwoordiger), door een drietallige jury van begeleiders en door de collega-studenten. Na de presentatie wordt de hypothese gedurende 5 minuten bevraagd door de promotor en leden van de jury, en verdedigd door de student. Deze presentaties en verdedigingen gaan bij voorkeur life door, maar kunnen naargelang de omstandigheden ook online verlopen.  De studenten worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht. 

Deel 2: Introductielessen en WPO, team K. Hellemans – F. Cools

Om de studenten voor te bereiden op het schrijven van hun bachelorproef worden er in het eerste semester een tiental introductielessen en oefensessies (met oa voorbeelden van hypotheses van studenten van vorige jaren, uitleg rond het gebruik van referenties en citaties, gebruik van Web of Science en Endnote Web, correct refereren, kennis rondom informatiebronnen, het ontwikkelen van een zoekstrategie in PubMed, kennis rondom de verschillende niveaus van evidence, e.a) georganiseerd in de loop van het academiejaar. Als afsluiting van deze lessen wordt de keuze van het thema per student vastgelegd.

Om de studenten voor te bereiden op het schrijven van hun bachelorproef worden er een achttal introductielessen (met oa voorbeelden van hypotheses van studenten van vorige jaren, uitleg rond het gebruik van referenties en citaties, gebruik van Web of Science en Endnote Web, correct refereren, kennis rondom informatiebronnen, het ontwikkelen van een zoekstrategie in PubMed, kennis rondom de verschillende niveaus van evidence, e.a) georganiseerd in de loop van het academiejaar. Als afsluiting van deze lessen wordt de keuze van het thema per student vastgelegd. 

Deel 3: Recap Stastiek – S. Van Laere

Om de studenten meer inzicht te laten verwerven over het stukje dat hoort in de methode en de resultaten sectie van hun bachelorproef wordt een herhaling van de geziene statistiek uit het eerste jaar (correlatie, odds ratio, (on)gepaarde T-toets, Mann-Whitney-Wilcoxon toets, Wilcoxon signed rank, ANOVA, Kruskal-Wallis, …). Tevens wordt de kennis ook uitgebreid door een theoretisch kader te scheppen rond de multivariabele technieken zoals multiple lineaire regressie (hoofd- en interactie-effecten), binair logistisch regressie, survival analyse, … Dit wordt aangeleerd door middel van het gebruik van een beslissingsboom die de studenten leidt naar het gebruik van een juiste statistische methode. Dit stuk wordt toegelicht in de beginweken van het tweede smester.

Bijkomende info

Indien de student(e) een onvoldoende behaald heeft, moet er binnen een week beslist worden of er een nieuw onderwerp gekozen wordt uit de bestaande lijst van thema’s, ofwel dat het reeds gekozen onderwerp verder uitgewerkt wordt. Bij deze beslissing zijn de begeleider en de algemene coördinator betrokken en de student wordt onmiddellijk in kennis gesteld van de nodige informatie. Een ander onderwerp (en nieuwe begeleider) kan evenwel enkel in samenspraak met de betrokken begeleider, die akkoord moet kunnen gaan met de korte termijn waarbinnen de herkansing moet uitgewerkt worden en die voldoende begeleiding moet kunnen bieden.  

Leerresultaten

Algemene Competenties

1. De student is in staat om een medisch translationeel onderzoeksthema dat aansluit bij het kern curriculum en op de eigen interesse uit te diepen volgens de wetenschappelijke normen van literatuuronderzoek, en samen te vatten naar een wetenschappelijke tekst.

2. De themakeuze gebeurt uit een brede waaier van mogelijkheden. De student kan handelen op basis van zijn/haar wetenschappelijke nieuwsgierigheid en daarmee creatief en rationeel omgaan.

3. De student verwerft, onder begeleiding van een promotor, een dieper en kritisch inzicht in de stand van het onderzoek van het gekozen onderwerp. Dit inzicht geeft aanleiding tot het ontwikkelen van een eigen onderzoekshypothese, die wetenschappelijk is onderbouwd.

4. De student leert hierbij om het literatuuronderzoek en de kritische analyse op een coherente en bondige wijze schriftelijk samen te vatten en in publieke vorm oraal voor te stellen.

5. De student leert nadenken over de diverse practische aspecten die geassocieerd zijn met de toesting van een onderzoekshypothese en krijgt hierdoor een reeler inzicht in wetenschappelijk onderzoek.

De onderwijscommissie van de opleiding waarvan dit OO deel uit maakt, heeft de ambitie om het examen te beschouwen als een Bachelorproef. Dit betekent dat de student(e) in staat moet om in dit OO zijn/haar kennis van de Bachelorjaren te integreren en toe te passen op een nieuw probleem.  

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Examen Andere met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De evaluatie van de bachelorproef bestaat voor iedere student uit vier onderdelen:

Deel 1: Dagelijks werk in samenspraak en overleg met de begeleider/promotor van het gekozen thema (25% van de punten, beoordeeld door de begeleider).

Deel 2: Een schriftelijk verslag dat door de verantwoordelijke begeleider (tutor) wordt geëvalueerd inzake helderheid, originaliteit en wetenschappelijke accuraatheid, correctheid van de bronnen en referentielijst (25% van de punten, beoordeeld door de begeleider).

Deel 3: Een wetenschappelijke presentatie, al dan niet online, ten overstaan van de begeleider, de coördinator, een vaste jury van 3 begeleiders en in aanwezigheid van collega studenten. (10 minuten presentatie, gevolgd door 5 minuten discussie) (25% van de punten, beoordeeld door de coördinator en vaste jury van begeleiders).

Deel 4: Na de presentatie wordt de student gedurende 5-10 minuten kritisch ondervraagd door de begeleider en de vaste jury. Hij verdedigt hierbij zijn hypothesestelling en benadering van het onderzoeksprotocol (25% van de punten, beoordeeld door de coördinator en vaste jury van 3 begeleiders).  

Er wordt een rekenkundig gemiddelde van de verschillende onderdelen gemaakt.  Op voorwaarde dat de student voor elk van de onderdelen minstens 50% haalt. Indien de student voor één van de onderdelen een cijfer lager dan 50% haalt, is het eindcijfer voor het gehele studiedeel gelijk aan het laagste cijfer.  De begeleider geeft punten op dagelijks werk (1) en tekst (2) (totaal 50% van de punten), een driedelige jury (ZAP leden, niet de eigen begeleider) geeft punten op presentatie (3) en verdediging (4) (beiden ook 25% van de punten). Voor 3 en 4 wordt het gemiddelde gemaakt van de punten gegeven door de drie juryleden. 

Er is geen mogelijkheid tot deelvrijstellingen. Indien de bachelorproef niet tijdig wordt ingeleverd en niet wordt verdedigd in eerste zit leidt dit tot een resultaat 'afwezig'. 

Tijdens de tweede zittijd moeten studenten die geen credit (vrijstelling) voor dit opleidingsonderdeel hebben een nieuwe tekst indienen en een nieuwe mondelinge verdediging afleggen.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de geneeskunde: Standaard traject (6 jaar)