6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4018481BNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Wetenschappen en Bio-ingenieurswetensch.
Verantwoordelijke vakgroep
Geografie
Onderwijsteam
Nele Aernouts (titularis)
Onderdelen en contacturen
21 contacturen Hoorcollege
15 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
87 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De studenten krijgen de gelegenheid om zich te oefenen in de analyse van de stedelijke complexiteit en dit met een Brussels wijk als oefenterrein.  Centraal staat de kennismaking met een aantal bestaande technieken voor gebiedsanalyse opgetuigd met het zgn. registermodel – een herwerking van Lefebvre ’s theorie over de productie van ruimte.  Studenten leren de meervoudige gelaagdheid in de stad beter zien en interpreteren.  Dit gebeurt zowel theoretisch als praktisch, met gebruik making van een afzonderlijke antropologisch-kwalitatieve oefening en een kwantitatieve oefening. Over deze kleinere oefening krijgen de studenten feedback op de beeldcongruente tekst die hun cijfers en kaarten begeleiden.

De cursus bestaat uit drie onderdelen: een syllabus en twee oefeningen

#1. De syllabus behandelt de sociaalruimtelijke analyse van grootstedelijke wijken en verduidelijkt enkele sleuteltechnieken om dergelijke stadswijken te lezen.  De behandeling is deels theoretisch, deels gericht op de ontwikkeling van professionele vaardigheden: hoe lees ik een specifiek stedelijk gebied als de uitkomst van voorafgaandelijke processen (antecedenten), inclusief de niet-geplande en onbedoelde uitkomsten (knowing that en knowing how).  

#2. De studenten voeren een aantal stadsanalytische en kwalitatieve oefeningen uit in een Brusselse stadswijk of ruimer gebied waarbij ze observatietechnieken combineren met etnografische methoden en zeer praktische technieken voor de analyse van de gebouwde omgeving (knowing how)

#3. In de kwantitatieve oefening is de focus het opzoeken, selecteren en presenteren van cijfer- en kaartmateriaal dat de cruciale kwesties die er in de wijk spelen, bevattelijk, genuanceerd en beeldcongruent weergeeft (knowing how). 

Het theoretisch gedeelte in de syllabus behandelt de relatie tussen de ervaring van het dagelijks leven in een wijk enerzijds en het impact van de gebouwde vorm op die ervaringen anderzijds.  Er worden vaardigheden geoefend om die complexe relatie te leren zien en te interpreteren.  Dit gebeurt op het niveau van kennismaking, zij het met enige academische documentatie.  De focus echter is de kennismaking met en ontwikkeling van een beroepsgerichte inzichten en navenante houding en vaardigheden: hoe krijg ik als ruimtelijk planner een beter besef in de zogenaamde lived space; hoe komt het dat deze laag in de geplande stad zo onzichtbaar en weerbarstig blijft?  De twee oefeningen (#2 en #3) zijn opengezet als praktisch uitwerkingen van deze hoofdvraag. 

Bij aanvang van het 2de semester is er een korte groepspresentatie waarbij de studenten feedback krijgen van de medestudenten en de docent (4de les).      

Bijkomende info

Organisatie van de lessen -  Er zijn 7 contactmomenten van 4 uur; waarvan 3 in het eerste semester en 4 in het tweede semester.  Minstens één les wordt gereserveerd voor on the spot veldwerk in aanwezigheid van de docent.  In de voorlaatste les krijgen studenten feedback op de draftversie van hun kwantitatieve oefening.

Leerresultaten

Doelstellingen

  1. Kennisname van de grote opdrachten, rollen en beroepsprofielen binnen de stedenbouwkundige discipline.  De relevante informatie verwerken over de verschuivende rol van de (plannende) overheid en de rollen daar tegen over leren afzetten.  “Voors” en “tegens” kunnen benoemen van die gewijzigde beroepspositie en die nuancering ook kunnen toepassen in concrete (zij het fictieve) onderzoeksettings. Informatie verwerken over de beleidscontext(en) waarin stedenbouwkundigen functioneren en ook de verschuiving richting governance kunnen benoemen; de consequenties daarvan in concrete zij het deels fictieve onderzoeken kunnen benoemen.
  2. Zichzelf vertrouwd maken met de grote methoden van gebiedsgericht onderzoek en stadsanalyse, zowel enkelvoudige als meervoudige technieken, zowel morfologische als sociologische en sociaal-geografische. Kennis nemen van het specifieke samenspel tussen verschillende gegevens en gebeurtenissen in een gebied – de ruimtelijke, de talige en de praxeologische. Kennismaking met en leren toepassen van de zogenaamde registerbenadering.
  3. In een complexe en reële wijksituatie accuraat leren observeren en noteren. Geconfronteerd met een overaanbod van kwalitatieve, kwantitatieve en ruimtelijke informatie, keuzes leren maken en het eigen werk organiseren.  De focus ligt op dagelijkse en schijnbaar banale gebeurtenissen in de publieke ruimte die de student leert situeren op een hoger schaalniveau dan de geobserveerde situatie zelf.
  4. De voorgaande doelen worden geoefend in kleine groepen die hun werk en de voortgang uitwisselen.  Delen van hun examenpaper bevatten groepsinzichten.  Studenten oefenen met ongelijke voorkennis die er in een groep kan bestaan.  Dit blijft evenwel een minor (persoonsgerichte feedback of training wat betreft samenwerken is geen afzonderlijk onderwijsdoel in dit vak).  

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Schriftelijk examen met een wegingsfactor 20 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Open boek examen

Aanvullende info mbt evaluatie

Examen en manier van quoteren -  Het examen bestaat uit een individuele paper van maximum 25 pagina’s (exlcusief bijlagen).  Naargelang het academiejaar en het sudiegebied kan er een jury georganiseerd worden; in andere jaren geldt alleen de schriftelijke, individuele paper als examen (znder verdediginge  en groepsjury).  De paper behandelt de hoofdpunten van de syllabus die volgens de student van toepassing zijn in het bestudeerde gebied (4 van de 20 punten); de paper brengt vervolgens verslag uit van de grote stadsanalytische oefening (12 punten) en presenteert de cijfers en kaarten die beschouwd worden als relevant, voorzien van een accurate en beeld-congruent tekst (4 punten).  De details van de paper (en de data voor de veldwerk oefeningen en de klassikale feedbacksessies) worden meegedeeld in de start-les.

Indien er een jury-presentatie wordt georganiseerd, worden er specifieke presentatie-instructies meegedeeld bij het begin van de Paasvakantie.  Die kunnen van jaar tot jaar verschillen, mee afhankelijk van het gebied dat bestudeerd wordt (al dan niet gelijklopend met het studiegebied in MT1 - ruimtelijke en morfologische analyse).

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning: Traject 1 (Bachelor via SCH of VRB)
Master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning: Traject 2 (Master op dossier)
Master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning: Traject 3 (Bachelor of Master rechtstr)