6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1020837CNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Studenten die dit opleidingsonderdeel opnemen, moeten geslaagd zijn voor minstens 120 ECTS-credits binnen de bachelor Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Gustaaf Cornelis
Promotor . (titularis)
Onderdelen en contacturen
150 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Dit opleidingsonderdeel betreft het schrijven van een grondig uitgewerkte wetenschappelijke monografie en het getuigen van de bekwaamheid om een zelfstandige studie uit te werken. Bij het begin van het academiejaar moet elke student, onder begeleiding van een promotor en na het volgen van een introductieles van het ‘wijsgerig atelier’ een onderwerp vastleggen. Dat onderwerp kan eventueel gekozen worden in functie en ter voorbereiding van de masterproef die ingediend moet worden op het einde van de masteropleiding Wijsbegeerte, maar moet in elk geval als zelfstandig werkstuk kunnen beoordeeld worden. In de loop van het derde bachelorjaar moet de student, in overleg met de promotor en door parallel de seminaries van het wijsgerig atelier te volgen het onderwerp kunnen afbakenen, een probleemstelling kunnen formuleren met bijhorende onderzoeksvragen, gepaste onderzoeksmethoden kiezen, een literatuurlijst opstellen en de bronnen aan een onderzoek onderwerpen. Dit leidt tot het schrijven van een academische paper van minimum 8000 en maximum 10000 woorden.


De tekst dient volgende elementen te bevatten:
1) De probleemstelling waarvan het onderzoek vertrekt; de thematische afbakening van het onderwerp; de precieze vragen waarop de 'paper' een antwoord wil bieden.
2) Een kritische status quaestionis van de geselecteerde wetenschappelijke literatuur.
3) Een kritisch overzicht van de bronnen die gebruikt zullen worden voor het onderzoek.
4) Een overzicht van de methodologie die aangewend zal worden.
5) Een (voorlopig) overzicht van de structuur van de verhandeling.
6) Een volledige lijst van de gebruikte bronnen en publicaties.

Het wijsgerig atelier dient ter ondersteuning van het schrijven van de paper. Er zijn  meerdere leermomenten voorzien: (1) een introductie bij de aanvang van het academiejaar (hoofdzakelijk omtrent administratie); (2) onderzoekseminaries en/of kennisclips; (3) twee presentatiemomenten (vóór de wintervakantie/ vóór de lentevakantie) waarop de studenten een stand van zaken geven omtrent hun onderzoek (met peer-feedback). Tijdens die presentatiemomenten kunnen de studenten hun communicatievaardigheden aanscherpen (daartoe krijgen ze kennisclips aangereikt). De eerste presentatie (van de studenten) door middel van een computerpresentatie betreft de probleemstelling en onderzoeksvragen. De tweede presentatie door middel van een poster behelst een SWOT-analyse van het onderzoek (door middel van een academische poster / verticale oriëntatie / A2). De collega’s en peers focussen op de volgende leerdoelen:

Presentatie 1 (computerpresentatie):

  • Heeft de student een relevante (tentatieve) probleemstelling geformuleerd?
  • Is er een aanzet voor onderzoeksvragen?
  • Communiceert de student op inzichtelijke wijze?

Presentatie 2 (posterpresentatie):

  • Maakt de student een relevante SWOT-analyse?
  • Geeft de student een bevattelijke pitch in verband met het onderzoek?
  • Is de poster adequaat?

Het wijsgerig atelier vervangt geenszins de verplichte contactmomenten met de promotor. Studenten zijn vrij vóór dan wel na de presentaties hun promotor te consulteren. Aanwezigheid bij de introductieles is sterk aanbevolen en de twee presentatiemomenten zijn verplicht (pass/fail).

Bijkomende info

/

Leerresultaten

Algemene competenties

De student dient in staat te zijn blijk te geven van een kritische lectuur van wijsgerige en/of ethische teksten. Het ontwikkelen van de schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden staat daarbij voorop. Dit betekent dat de grondbeginselen en de basisvaardigheden voor het samenstellen van een omstandige en originele wetenschappelijke monografie op voldoende wijze verworven zijn.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Paper bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Bachelorpaper met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Toelichting: De jury zal voor de evaluatie van de bachelorpaper met de volgende criteria rekening houden:
-Is er een duidelijk geformuleerde probleemstelling?
-Wordt de vooropgestelde methodologie gevolgd?
-Wordt de drietrapsmethode gevolgd (1. inleiding en probleemstelling; 2. uitwerking en argumentatie; 3. recapitulatie, conclusie)?
-Is er een helder en consistent betoog (verwerking van het bronnenmateriaal)?
-Wordt een antwoord gegeven op de opgeworpen vragen?
-Worden bronnen altijd aangegeven?
-Zijn de referenties volledig?
-Wordt het bronnenmateriaal kritisch aangewend?
-Is het taalgebruik helder en grammaticaal correct?

Indien geslaagd voor de paper maar niet voor wijsgerig atelier is er een tweede zittijd voorzien. De twee presentatiemomenten van wijsgerig atelier zijn verplicht (pass/fail). In het geval van gewettigde afwezigheid of in het geval een tweede zittijd worden de computerpresentatie (met mp4-pitch) en de poster (met mp4-pitch) ingediend @canvas (voor het begin van de zittijd in kwestie).

De bachelorproef telt minimum 8.000 en maximum 10.000 woorden, exclusief:

  • voorblad (gegenereerd vanuit MATHIS)
  • authenticiteitsverklaring (gegenereerd vanuit MATHIS en ondertekend door de student)
  • abstract
  • dankwoord*
  • inhoudstafel
  • referentielijst, en
  • bijlagen.

De volgorde van de onderdelen is zoals hierboven wordt aangegeven. De onderdelen met * zijn niet verplicht. De Bachelorproef staat in een standaard lettertype, bijvoorbeeld Times New Roman, met grootte 12 en interlinie 1,5. Het correcte aantal woorden van de Bachelorproef dient duidelijk op het voorblad vermeld te worden. Het correcte aantal woorden omvat ook woorden in kopteksten en voetnoten. Indien afgeweken wordt van het vooropgestelde aantal woorden, wordt een 0/20 als eindscore toegekend.

 

De Bachelorproef wordt in het Nederlands geschreven. Na schriftelijk akkoord van de promotor en  de opleidingsraad mag de Bachelorproef eventueel ook in het Engels, Frans of Duits worden opgesteld. Indien de Bachelorproef niet aan dit voorschrift voldoet, wordt een 0/20 als eindscore toegekend.

 

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Schakelprogramma Master of Arts in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject