6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1020884BER voor alle studenten in het 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.
De cursus geeft de student inzicht in een aantal praktische aspecten van archief- en roerend erfgoedbeheer, als voorbereiding op een beroep in die sectoren. Dit is inleidend; de cursussen over erfgoed in de master en de curussen archiefwetenschap in de master na master sluiten hierbij aan. Ze bestaat uit drie delen; twee onder de vorm van hoorcollege en één onder de vorm van een werkcollege.
Het eerste deel bestaat uit hoorcolleges over het begrippenkader, een kort overzicht van de belangrijkste principes, een inzicht in de geschiedenis van de archivistiek en een overzicht van de archief- en erfgoedsector in Vlaanderen, refererend naar het wettelijke kader.
In het tweede deel leren de studenten vooral hoe er in archief- en erfgoedinstellingen gewerkt wordt. De student krijgt principes, methodieken, standaarden en best practices van verwerving (herkennen en verzamelen), behoud (ordening en beschrijving, selectie en vernietiging, bewaring en borging), presentatie en toeleiding (publiekswerking) en participatie mee, toegepast op roerend en immaterieel erfgoed, met bijzondere aandacht voor archieven. Ook zakelijk beheer wordt inleidend behandeld. Tijdens een aantal lessen plaatst de docent de studenten tijdens een les voor een case , waarvan ze de problematiek moeten analyseren. Met de aangeboden informatie moeten de studenten proberen tot een oplossing te komen. In dit kader wordt ook minstens één Brusselse erfgoedinstelling bezocht.
Het derde deel bestaat uit een oefening. De studenten kiezen op basis van een case, die een voorbeeld is van de bovengenoemde werkzaamheden, een opdracht en voeren die uit. Hierover wordt schriftelijk gerapporteerd. Voorbeelden van cases en daaraan verbonden opdrachten kunnen zijn:
Case: tentoonstelling. Opdrachten: de budgettering, presentatie of materïele preservatie uitwerken
Case: collectie medailles. Opdrachten: een verslag maken van de historische context van de collectie, de objecten beschrijven volgens een standaard, een advies uitbrengen voor de materiële bewaring…
Case: de studentenontgroening (als immaterieel erfgoed). Opdrachten: het voorkomen en de vormen van het gebruik in kaart brengen, de overdracht van het gebruik documenteren en adviseren over preservatiemaatregelen.
Cursusslides en cursusmateriaal worden ter beschikking gesteld via Canvas. Bijlagen bij de cursus worden soms ook in de les verspreid. Bij de oefening wordt aangepaste literatuur opgegeven. Die is vindbaar in de Brusselse wetenschappelijke instellingen of wordt ter beschikking gesteld in de leeszaal van CAVA (B036).
De cursus sluit aan bij volgende leerresultaten uit de opleiding Geschiedenis
de student heeft inzicht in de grote historische veranderingen
de student kan contextualiseren en kan maatschappelijke fenomenen vanuit een tijdsperspectief situeren
de student kan het basisontwerp van historisch onderzoek opzetten
de student heeft een probleemstellend vermogen
de student beheerst de heuristiek en kan (historische) methoden toepassen
de student kan historische kennis verbinden met vragen van het heden
de student kan data verwerken en communiceren in een mondeling en schriftelijk betoog
de student heeft een kritische benadering van historische en actuele maatschappelijke onderwerpen
de student is permanent nieuwsgierig en heeft lerende en kritische houding
de student heeft een ingesteldheid tot comparatieve benadering van verleden en heden
De cursus sluit ook aan bij leerresultaten uit de opleiding Kunstgeschiedenis en Archeologie en bij leerresultaten uit de faculteit LW:
De student heeft een inleidend inzicht in de historische en actuele relaties tussen erfgoed, instituties en samenleving.
De student bestudeert zelfstandig primaire bronnen en gaat ermee aan de slag.
De student heeft een inleidende ervaring met en reflecteert kritisch over ofwel tentoonstellingspraktijk, erfgoedzorg, terreinonderzoek of materiaalstudie.
De student is inventief, creatief en ondernemend en heeft geleerd zijn eigen weg te zoeken, met een open geest en vrij van vooroordelen.
De student is bereid zich vanuit humanistische waarden in te zetten voor een duurzame ontwikkeling van het maatschappelijk welzijn. Hij/zij is een wereldburger, die kan omgaan met de huidige en toekomstige uitdagingen in een globaliserende samenleving .
De student kan zelfstandig omgaan met problemen eigen aan het vakgebied, reflecteert over eigen denken en handelen, is flexibel en kan samenwerken in een multidisciplinaire omgeving. Zodoende is hij/zij voorbereid op een breed spectrum van professionele mogelijkheden, waarin hij/zij adequaat verantwoordelijkheden kan opnemen.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Het examen verloopt mondeling, met schriftelijke voorbereiding (15 min.). De examinering over het eerste en tweede deel staat op 60% van de punten, het derde deel (de oefening) op 30 % van de punten. Het deelresultaat van derde deel (de oefening) wordt, bij een resultaat van minstens 10/20, overgedragen naar de tweede zittijd. De student die het derde deel toch wenst te hernemen stuurt een e-mail naar de docent uiterlijk op 15 juli. De actieve participatie van de studenten (het meewerken aan de probleemoplossing in het tweede deel van de cursus en de aanwezigheid op het bezoek aan de erfgoedinstelling in Brussel) worden voor 10 % in rekening gebracht.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de geschiedenis: Standaard traject