3 ECTS credits
75 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1020895BER voor alle studenten in het 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.
Het vak biedt een breed en algemeen overzicht van de materiële cultuur van Egypte en het Oude Nabije Oosten (Mesopotamië, de Levant en Anatolië). Het college is chronologisch en thematisch opgebouwd en voor elke periode komen een aantal terugkerende thema’s aan bod, zoals bijvoorbeeld nederzettingsarcheologie en architectuur. Hierbij wordt telkens ingegaan op de manier waarop deze thema’s zich doorheen tijd en ruimte ontwikkelden, en hoe dit paste binnen de bredere maatschappelijke context. De algemene doelstelling van het vak is om de student inzicht te geven in de ontwikkeling van de archeologie en kunst van Egypte en het Oude Nabije Oosten.
Het vak bestaat uit interactieve hoorcolleges (HOC).
Het onderdeel zelfwerk en - studie (ZELF) omvat het uitschrijven van een onderzoekspaper over een tentoongesteld museumartefact naar keuze gerelateerd aan het vak.
Er zijn 18 contacturen voorzien.
- De student kent de kenmerken van de materiële cultuur van de besproken periodes.
- De student kan voorbeelden van de materiële cultuur, benoemen en situeren in tijd en ruimte.
- De student kan de besproken materiële cultuur plaatsen in een bredere culturele en maatschappelijke context en kan uitleggen hoe deze context invloed heeft op de specifieke materiële cultuur.
- De student kan aan de hand van materiële cultuur conclusies trekken over de toenmalige samenleving.
- De student kan diachronische evoluties binnenin de materiële cultuur reconstrueren.
- De student heeft inzicht in hoe materiële cultuur dragers zijn van veranderlijke culturele, sociale, economische en ideologische waarden.
- De student kan de invloed en interactie van verschillende beschavingen onderling bespreken aan de hand van de materiele cultuur.
- De student kent en begrijpt de aangehaalde archeologische en kunsthistorische begrippen en typologieën.
- De student heeft inzicht in de iconografische, stilistische en technische aspecten van de materiële cultuur.
- De student kan zelfstandig adequate informatie uit secundaire bronnen verzamelen en assimileren met het cursusmateriaal.
- De student kan kunstwetenschappelijk en archeologisch redeneren en argumenteren op basis van de materiele cultuur.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 85% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 15% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Het onderdeel HOC wordt geëvalueerd door middel van een schriftelijk examen (85% van het eindcijfer)
Het onderdeel ZELF wordt geëvalueerd door een onderzoekspaper (15% van het eindcijfer)
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Schakelprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject