6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1020898BEW voor werkstudenten in het 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.
Dit vak biedt een algemeen overzicht van de Europese architectuur vanaf de klassieke oudheid tot de 20ste eeuw.
De eerste lessen geven een beknopte, thematische inleiding over de klassieke (Griekse, Romeinse) en middeleeuwse (vroegchristelijke, Byzantijnse, romaanse en gotische) architectuur; hierbij gaat de aandacht vooral naar die aspecten die essentieel zijn voor een goed begrip van de architectuur in latere periodes (o.a. de klassieke zuilenorden, de evolutie van de basilicale kerk als gebouwtype, longitudinaalbouw versus centraalbouw, architraafbouw versus boogbouw, de ontwikkeling van verschillende overwelvingstechnieken, enz.).
Daarna volgt een meer uitgebreid en systematisch overzicht van de Europese architectuur vanaf de 15de eeuw. Dit overzicht volgt in grote lijnen de voornaamste stromingen en stijlperiodes (renaissance, barok, neoclassicisme, neogotiek, industriële revolutie, art nouveau, modernisme, enz.), maar biedt meer dan een zuiver encyclopedische benadering doordat bepaalde problematieken meer diepgaand behandeld worden. De canonieke gebouwen en voornaamste actoren (architecten, opdrachtgevers, theoretici) worden besproken en gesitueerd in de bredere cultuurhistorische context. De kenmerken van de belangrijkste stijlperiodes en architectuurstromingen, en de bijhorende bouwkundige termen en concepten, worden uitgelegd.
Architectuur wordt in dit vak beschouwd als een samenspel van vorm, functie en constructie: de aandacht gaat niet alleen naar de vormelijke (artistieke, esthetische, decoratieve) aspecten van gebouwen en stijlperiodes, maar ook naar functionele vereisten en constructieve principes. Bovendien wordt in dit vak steeds het ruimtelijke, driedimensionele karakter van architectuur benadrukt. Een belangrijk deel van het gebruikte beeldmateriaal bestaat daarom uit architectuurtekeningen (grondplannen, doorsnedes, aanzichten, axonometrieën, perspectieftekeningen, 3D-modellen, enz.).
De student ontwikkelt een visueel geheugen en leert architectuur uit het verleden te 'lezen'. De geselecteerde cases illustreren eveneens de diversiteit aan architectuurhistorische invalshoeken en onderzoeksmethodes.
De student dient het handboek deels zelfstandig te verwerken. De hoorcolleges vullen het handboek aan en bieden meer diepgaande analyses en vergelijkingen. Daarnaast omvat dit vak gewoonlijk ook een excursie in het stadscentrum van Brussel om enkele historische gebouwen in situ te bestuderen.
Het handboek is verplicht te gebruiken maar moet niet noodzakelijk nieuw worden aangekocht; het is altijd beschikbaar in de universiteitsbibliotheek. Studenten die dat wensen mogen ook de oorspronkelijke, Engelstalige editie van het handboek gebruiken: David Watkin, A History of Western Architecture (6th edition), Londen: Laurence King Publishing, 2015. ISBN 9781780675978
Voor meer informatie over de concrete inrichting van dit studiedeel, zie Canvas.
De student heeft een algemene kennis van de ontwikkeling van de Europese architectuur vanaf de oudheid tot heden.
De student heeft inzicht in de belangrijkste stromingen, stijlperiodes en kantelmomenten in de Europese architectuurgeschiedenis en kan de voornaamste stilistische kenmerken en bouwtechnische aspecten van de architectuur uit deze verschillende periodes correct interpreteren.
De student beschikt over een ontwikkeld visueel geheugen en kan canonieke bouwwerken uit de westerse architectuurgeschiedenis herkennen op basis van afbeeldingen (foto’s en architectuurtekeningen); de student kan deze bouwwerken correct situeren in de bredere cultuurhistorische en maatschappelijke context; de student kan deze gebouwen als voorbeelden inschakelen in een ruimer betoog en op een zinvolle manier vergelijken met andere canonieke gebouwen.
De student heeft inzicht in langetermijnontwikkelingen en continuïteiten, over stijlperiodes heen, van architecturale concepten, gebouwtypes, bouwwijzen en ornamentele motieven.
De student kent de belangrijkste actoren (architecten) uit de Europese architectuurgeschiedenis en kan deze correct situeren in de bredere cultuurhistorische context.
De student kan de voornaamste bouwkundige termen correct gebruiken, uitleggen en illustreren aan de hand van concrete voorbeelden.
De student kan architectuurtekeningen (plannen, snedes, aanzichten, axonometrieën, perspectieftekeningen) lezen en interpreteren.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Het examen (schriftelijk) omvat vragen van verschillende aard. Bijvoorbeeld: identificeren van canonieke gebouwen op basis van afbeeldingen (foto’s, architectuurtekeningen); open vraag die peilt naar inzicht en het vermogen om grotere ontwikkelingen of problematieken te synthetiseren of te vergelijken; vraag over concept, stroming, stijlperiode of protagonist; vraag over terminologie.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de geschiedenis: minor Human Sciences
Bachelor in de geschiedenis: minor Social Sciences
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Startplan
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Kunstwetenschappen en archeologie
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Archeologische Wetenschappen
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Spaans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Italiaans-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Duits-Spaans
Master in de agogische wetenschappen: profiel culturele agogiek
Schakelprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject