6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1020899BER voor alle studenten in het 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Pieter Martens
Oliver Kik (titularis)
Onderdelen en contacturen
26 contacturen Hoorcollege
4 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
60 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Dit vak biedt een algemeen overzicht van de westerse (Europese) architectuur vanaf de klassieke oudheid tot vandaag.

De eerste lessen geven een beknopte, thematische inleiding over de klassieke (Griekse, Romeinse) en middeleeuwse (vroegchristelijke, romaanse en gotische) architectuur; hierbij gaat de aandacht vooral naar die aspecten die essentieel zijn voor een goed begrip van de architectuur in latere periodes (o.a. de klassieke zuilenorden, de evolutie van de basilicale kerk als gebouwtype, longitudinaalbouw versus centraalbouw, architraafbouw versus boogbouw, de ontwikkeling van verschillende overwelvingstechnieken, enz.).

Daarna volgt een meer uitgebreid en systematisch overzicht van de Europese architectuur vanaf de 15de eeuw. Dit overzicht volgt in grote lijnen de voornaamste stromingen en stijlperiodes (renaissance, barok, neoclassicisme, neogotiek, industriële revolutie, art nouveau, modernisme, enz.), maar biedt meer dan een zuiver encyclopedische benadering doordat bepaalde problematieken meer diepgaand behandeld worden. De canonieke gebouwen en voornaamste actoren (architecten, opdrachtgevers, theoretici) worden besproken en gesitueerd in de bredere cultuurhistorische context. De kenmerken van de belangrijkste stijlperiodes en architectuurstromingen, en de bijhorende bouwkundige termen en concepten, worden uitgelegd.

Architectuur wordt in dit vak beschouwd als een samenspel van vorm, functie en constructie: de aandacht gaat niet alleen naar de vormelijke (artistieke, esthetische, decoratieve) aspecten van gebouwen en stijlperiodes, maar ook naar functionele vereisten en constructieve principes. Bovendien wordt in dit vak steeds het ruimtelijke, driedimensionele karakter van architectuur benadrukt. Een belangrijk deel van het gebruikte beeldmateriaal bestaat daarom uit architectuurtekeningen (grondplannen, doorsnedes, aanzichten, axonometrieën, perspectieftekeningen, 3D-modellen, enz.).

De student ontwikkelt een visueel geheugen en leert architectuur uit het verleden te “lezen”. De geselecteerde cases illustreren eveneens de diversiteit aan architectuurhistorische invalshoeken en onderzoeksmethodes.

Dit studiedeel hanteert verschillende werkvormen. Er wordt verwacht dat de student bepaalde delen van het handboek zelfstandig studeert. De hoorcolleges vullen het handboek aan en bieden meer diepgaande analyses en vergelijkingen. Daarnaast omvat dit vak typisch ook een excursie in het stadscentrum van Brussel om enkele historische gebouwen in situ te bestuderen. Dit studiedeel houdt eveneens een verplichte oefening in, waarbij de student zich oefent in het documenteren, beschrijven, analyseren en helder presenteren van architectuur.

Studiemateriaal
Handboek (Vereist) : De Westerse architectuur, Een geschiedenis, David Watkin, 2de druk, Sun, 9789024441983, 2021
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Slides met afbeeldingen en architectuurtekeningen; lesopnames; lijst met bouwkundige termen, gebouwen en architecten; leeswijzer bij het handboek. Dit alles wordt beschikbaar gemaakt, Pieter Martens (red.), Canvas
Bijkomende info

Studenten die dat wensen mogen ook de oorspronkelijke, Engelstalige editie van het handboek gebruiken: David Watkin, A History of Western Architecture (6th edition), Londen: Laurence King Publishing, 2015. ISBN 9781780675978

Voor meer informatie over de concrete inrichting van dit studiedeel, zie Canvas.

Leerresultaten

Algemene leerresultaten

De student heeft een algemene kennis van de ontwikkeling van de westerse (Europese) architectuur vanaf de oudheid tot heden.

De student heeft inzicht in de belangrijkste stromingen, stijlperiodes en kantelmomenten in de Europese architectuurgeschiedenis en kan de voornaamste stilistische kenmerken en bouwtechnische aspecten van de architectuur uit deze verschillende periodes correct interpreteren.

De student beschikt over een ontwikkeld visueel geheugen en kan canonieke bouwwerken uit de westerse architectuurgeschiedenis herkennen op basis van afbeeldingen (foto’s en architectuurtekeningen); de student kan deze bouwwerken correct situeren in de bredere cultuurhistorische en maatschappelijke context; de student kan deze gebouwen als voorbeelden inschakelen in een ruimer betoog en op een zinvolle manier vergelijken met andere canonieke gebouwen.

De student heeft inzicht in langetermijnontwikkelingen en continuïteiten, over stijlperiodes heen, van architecturale concepten, gebouwtypes, bouwwijzen en ornamentele motieven.

De student kent de belangrijkste actoren (architecten) uit de Europese architectuurgeschiedenis en kan deze correct situeren in de bredere cultuurhistorische context.

De student kan de voornaamste bouwkundige termen correct gebruiken, uitleggen en illustreren aan de hand van concrete voorbeelden.

De student kan architectuurtekeningen (plannen, snedes, aanzichten, axonometrieën, perspectieftekeningen) lezen en interpreteren.

De student kan zelfstandig architectuur beschrijven en analyseren op een heldere, systematische manier, met gebruik van de juiste vaktermen en relevante illustraties.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Andere bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • mondeling examen + oefening met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: mondeling examen en oefening

Aanvullende info mbt evaluatie

Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Het examen bestaat typisch uit vier vragen van verschillende aard: (1) identificeren van een vijftal canonieke gebouwen op basis van afbeeldingen (foto’s, architectuurtekeningen); (2) open vraag die peilt naar inzicht en het vermogen van de student om grotere ontwikkelingen of problematieken overzichtelijk te synthetiseren of te vergelijken; (3) vraag over concept, stroming, stijlperiode of protagonist; (4) vraag over terminologie.

De evaluatie van de verplichte oefening gebeurt op basis van het proces en het eindresultaat.

Om te kunnen slagen voor dit studiedeel moeten de beide evaluatieonderdelen (oefening en mondeling examen) worden afgelegd. Het niet afleggen van een onderdeel leidt tot een ‘afwezig’ op het geheel.

Er wordt een gewogen gemiddelde gemaakt van de twee onderdelen: oefening (30%) en mondeling examen (70%).

Deelcijfers voor een onderdeel worden, indien de student voor dat onderdeel minstens de helft van de punten behaalt, overgedragen naar de tweede zittijd. Afstand doen van deelcijfers is niet mogelijk.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de geschiedenis: Standaard traject
Bachelor in de geschiedenis: minor Human Sciences
Bachelor in de geschiedenis: minor Social Sciences
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Startplan
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Kunstwetenschappen en archeologie
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Archeologische Wetenschappen
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Spaans-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Italiaans-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Duits-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Duits
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Frans-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Engels-Spaans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Duits-Spaans
Master in de agogische wetenschappen: profiel culturele agogiek
Schakelprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject