6 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1020905ANR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Ralf Vandam (titularis)
Onderdelen en contacturen
26 contacturen Hoorcollege
130 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

In dit werkcollege werken we rond authentieke archeologische artefacten uit concrete sites uit het land. We werken elk jaar samen met archeologen van een bepaalde site of stad. in het verleden kwamen al Walraversyde, Aalst, Ieper of metaaldetectievondsten aan bod. De archeologen selecteren een reeks van interessante artefacten die nog niet eerder in detail werden bestuderd. het gaat om artefacten met een verhaal, niet zomaar scherven zonder meer. Het kan gaan om metalen of houten artefacten, maar er is steeds een bijzonder onderzoeksaspect.

Elke student werkt doorheen het jaar aan het artefact dat aan hem/haar is toegewezen, om dan uiteindelijk na een jaar studie er een paper over te schrijven. Dit omvat het formuleren van onderzoeksvragen en -problemen, het kunnen opstellen van een status quaestionis binnen de historiografie over de site/de soort artefacten/de periode en het analyseren van het artefact. Die analyse houdt in dat je het artefact materiaaltechnisch, vormelijk en typologisch en chronologisch kan plaatsen, maar dus ook de betekenis als artefact in zijn archeologische én sociale context kan onderzoeken, alsook de objectbiografie kan reconstrueren.

De onderzoeststappen leer je samen met ons kennen en verkennen. In het eerste semester komen we elke week samen om in te gaan op het opstellen van bibliografie, het leren analyseren van de site, het leren tekenen en fotograferen van het artefact, het opstellen van de catalogusfiche, het verkennen van de literatuur en heuristiek, de interpretatie én vooral ook de rapportage: het schrijven van de paper. Dit doen we ook aan de hand van 4 opdrachten op punten in semester 1: het opstellen van een catalogus fiche, 2: het schrijven van en essay rond een aretafct uit het antropoceen, 3: het bespreken van publicaties rond de onderzoeksproblematiek waarmee je geconfronteerd werd en 4: een korte presentatie van de onderzoeksresultaten op het einde van het eerste semester. In het tweede semester werken jullie dan zelfstandig aan de paper, waarbij jullie elke week op consultatie bij ons mogen komen.

40 % van de punten staan op de inzet, aanwezigheid in de lessen en de kwaliteit van de papers en de presentatie in semester 1, 60% op de eindpaper.

Geen enkel resultaat ivm een deelaspect van het examen is overdraagbaar naar het volgend academiejaar bij een onvoldoende voor het vak. De voldoende resultaten voor de opdrachten in semester 1 zijn wél overdraagbaar naar tweede zit bij een onvoldoende voor de eindpaper.

WAT MET COVID-19 IN ‘20-‘21?

Hoe het komend academiejaar er zal uitzien kan niemand op dit moment voorspellen. We houden wel best al zoveel mogelijk rekening met eventuele nieuwe tijdelijke lockdownperiodes of momenten waarin physical distancing zal moeten worden gerespecteerd.

Daarom voorzien we  de mogelijkheid van zowel de 'face to face-lessen' als colleges en vergadermomenten op afstand (vnl via synchrone online contactmomenten).

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Aanbevolen) : Ter beschikking gesteld via Canvas en door de student zelf verzameld, Canvas
Bijkomende info

Dit vak word intensief mee begeleid door de assistent(e) die ook feedback geeft bij de diverse tussenstappen in het onderzoek.

Het is mogelijk dat de fieldtrips beperkte extra kosten voor de studenten met zich meebrengen die niet gecoverd zijn door de universiteit (transport).

Leerresultaten

Algemene competenties

De student kan originele archeologische vondsten verwerken, analyseren en interpreteren.

De student begrijpt de impact van formatie processen op de archeologische artefacten

De student is in staat om een analyse uit te voeren van vorm, materiaal, techniek, datering en functie van een archeologisch object

De student is in staat om zichzelf te positioneren in wetenschappelijke debatten rond  artefact, periode en site in onderzoek.

De student kan raporteren over het onderzoek proces en een paper voor een wetenschappelijk lezerspubliek schrijven.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
WPO Presentatie bepaalt 10% van het eindcijfer

WPO Praktijkopdracht bepaalt 50% van het eindcijfer

WPO Paper bepaalt 40% van het eindcijfer

Binnen de categorie WPO Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Poster met een wegingsfactor 1 en aldus 10% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: poster, enkel en alleen geldend als ook de paper wordt ingediend en men slaagt op de paper.

Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Aanwezigheid met een wegingsfactor 1 en aldus 50% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: op de aanwezigheid in de lessen en deelname aan de deelopdrachten voorafgaand aan de paper.

Binnen de categorie WPO Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Paper met een wegingsfactor 1 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

40% op de opdrachten in semester 1 en 60% op de eindpaper. Aanwezigheid in de lessen in semester 1 is verplicht. Een te grote afwezigheid in de lessen en het niet afleveren van de opdrachten in eerste semester (papers, presentatie, biografie) leidt tot een Afwezig als resultaatcode voor het gehele vak.

tweede zit is een nieuw examen: het betekent dat de paper herwerkt dient te worden tegen de start van de tweede examenperiode. Als de student geslaagd is voor de deelopdrachten in semester 1 dan zijn die deelresultaten overdraagbaar naar tweede zit van hetzelfde academiejaar. Ze zijn echter niet overdraagbaar naar het volgende acadeiejaar omdat de casestudies elk jaar wijzigen.

De beoordeling van kennis en inzichten op zowel het examen gebeuren volgens een gradueel scoringsmodel dat uitgezet wordt op een schaal van 1 tot 20 en van zeer slecht tot zeer goed.

Hierbij geldt evenzeer dat een punt lager dan 6 gelijk staat aan de inschatting dat de student geen enkel inzicht heeft in de materie (Zeer Slecht), dat punten van 6 t/m 9 (Slecht) gelijk staan aan de inschatting dat de student belangrijke steken heeft laten vallen die maken dat de beoordeling onmogelijk voldoende kan zijn, maar dat er wel een bepaald inzicht is. Punten 10 tot en met 13 (Matig) staan gelijk met een inschatting van de kennis en competenties van de student als Voldoende, zonder meer. Punten 14 tot en met 16 (Goed) staan gelijk met een positief oordeel over de kennis en de competenties van de student en meer dan 16 staat gelijk met de inschatting dat de student in staat is om vanuit de materie in meer of mindere mate een eigen inzicht hetzij bijdrage te leveren op het niveau van het vak.

 

Heel specifiek geldt dat de student voldoende moet behalen op de punten op de aspecten:

- kritisch benaderen van de literatuur

- inzicht in en verwerking van voldoende literatuur

- in staat zijn een obectbiografie toe te passen

- kunnen argumenteren rond chronologie, context en vormkenmerken van het object

- het analyseren van de archeologische context van het object

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Bachelor in de kunstwetenschappen en de archeologie: Profiel profiel Kunstwetenschappen en archeologie
Schakelprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de kunstwetenschappen en de archeologie: Standaard traject