6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1020981BNR voor alle studenten in het 1e semester met een verdiepend bachelor niveau.
Dit studiedeel biedt een inleiding op synchroon corpusonderzoek naar taalvariatie in het Nederlands.
Na een theoretische inleiding waarbij er kort aandacht wordt besteed aan het ontstaan, nut en de toepassingen van de corpuslinguïstiek, wordt het studiedeel vooral praktisch ingevuld. Studenten worden met behulp van demonstraties en oefeningen aan de computer vertrouwd gemaakt met de belangrijkste tools om zelfstandig corpuslinguïstisch onderzoek te verrichten, hoofdzakelijk aan de hand van de programmeertaal R (http://www.r-project.org). Hierbij leren ze met name frequentielijsten, concordantielijsten en (indien de tijd het toelaat) collocatieclusters opmaken, gebruiken en interpreteren. Gaandeweg leren de studenten de belangrijkste taalkundige corpora van het Nederlands kennen. Tot slot biedt het studiedeel ook een beknopte introductie tot de analyse en verwerking van de verkregen onderzoeksresultaten, waarbij vooral beschrijvende statistiek en diverse methodes voor grafische dataverkenning aan bod komen. Er wordt steeds gewerkt met oefeningen en concrete gevalstuddies op basis van realistische onderzoeksvragen en reëel taalmateriaal.
De studenten worden er in de loop van het semester op voorbereid om zelfstandig met de aangereikte methodologie aan de slag te kunnen gaan, om zo de geleerde technieken en methodes te kunnen toepassen en integreren in een zelfstandig uitgevoerd corpusonderzoek rond een Nederlands taalkundig onderwerp.
Een syllabus, slides en digitaal ter beschikking gestelde bestanden vormen het hoofdbestanddeel van het verplichte studiemateriaal, aangevuld met uitvoerige eigen notities bij de colleges door de studenten zelf. Als bijkomend studiemateriaal kan in de loop van het semester aanvullende literatuur worden opgegeven.
1. De studenten herkennen de belangrijkste basisprincipes van variationistisch en corpuslinguïstisch onderzoek, en kunnen deze principes ook aftoetsen aan en toepassen op empirisch onderzoek in het domein. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht]
2. De studenten kunnen de belangrijkste tools voor corpuslinguïstisch onderzoek hanteren om zelf op basis van diverse bestaande taalcorpora frequentielijsten, collocatieclusters en concordantielijsten te genereren. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht]
3. De studenten zijn in staat om de aangeleerde inzichten en methodes te integreren in een zelfstandig opgezette corpusstudie, waarin ze de verkregen resultaten ook op gepaste wijze kunnen verwerken, analyseren en interpreteren. [Dublin-descriptor NVAO: toepassen kennis en inzicht + oordeelvorming]
4. De studenten kunnen in een wetenschappelijke paper in geschreven Standaardnederlands rapporteren over hun inzichten, gebruik maken van het gepaste wetenschappelijke register en met een accuraat gebruik van de aangeleerde vakterminologie. [Dublin-descriptor NVAO: communicatie]
5. De studenten tonen met de uitgevoerde corpusstudie aan dat ze de nodige wetenschappelijke zelfstandigheid hebben verworven om op bachelorniveau een eigen empirisch onderzoek van begin tot einde ten uitvoer te brengen. [Dublin-descriptor NVAO: leervaardigheden]
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 20% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 80% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
Aanwezigheid in de colleges is noodzakelijk om de gebruikte methodes en technieken te leren kennen en beheersen.
Deelcijfers kunnen niet worden overgeschreven naar een latere zittijd binnen hetzelfde academiejaar.
Late indieningen van opdrachten, taken of papers worden tot 48 uur na de in het college opgegeven deadline aanvaard. Voor een indiening tot 24 uur na de deadline (per e-mail en op papier) wordt het behaalde deelcijfer met 15% verminderd, en voor een indiening tussen 24 en 48 uur na de deadline (per e-mail en op papier) wordt het behaalde deelcijfer met 30% verminderd. Indieningen die meer dan 48 uur na de deadline worden ontvangen, worden niet gequoteerd en worden als afwezigheidscijfers ingevoerd. Alle opgegeven deadlines gelden zowel voor digitale als voor papieren indieningen.
Studenten kunnen slechts deelnemen aan het mondelinge examen als ze een paper hebben ingediend. Studenten die een paper indienen maar niet deelnemen aan het mondeling examen zullen een afwezigheidscijfer bekomen voor het opleidingsonderdeel als geheel.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Italiaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Spaans
Bachelor in de taal- en letterkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Frans
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Engels
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Duits
Bachelor in de toegepaste taalkunde: Nederlands-Spaans
Schakelprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: Standaard traject
Schakelprogramma Educatieve Master of Science in de talen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: één taal - TTKA
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: twee talen
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: één taal
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de taal- en letterkunde: één taal - na keuze 3e taal