Documentaire beeldtheorie

3 ECTS credits
90 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1021058ANR voor alle studenten in het 2e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester

2e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Verantwoordelijke vakgroep

Linguistics and Literary Studies

Onderwijsteam

Matthias De Groof (titularis)
Jelle Mast

Onderdelen en contacturen

0 contacturen Exam
26 contacturen Lecture

Inhoud

De cursus 'Documentaire beeldtheorie' gaat in op de complexe problematiek van de verbeelding in documentaire beeldvormen, met bijzondere aandacht voor documentaire film en televisie. Documentaire, en bij uitbreiding non-fictie, beeldvormen, ontlenen hun bestaansreden, maatschappelijke status, en aantrekkingskracht primair aan hun (directe) realiteitsaanspraak, of zogenaamde 'assertive stance' ten opzichte van de geportretteerde gebeurtenissen. Deze 'waarheidsclaim' en de verschillende manieren waarop die concreet gestalte krijgt, staat echter in een gespannen relatie met elementen van vormgeving, expressie, retoriek en representatie. De documentaire kent als zodanig een rijke maar evenzeer gecontesteerde geschiedenis van wat 'founding father' John Grierson omschreef als 'the creative treatment of actuality'.

In de cursus gaan we dieper in op de verschillende beeldvormen, en -praktijken, controverses en debatten, die uit deze fundamentele spanning voortvloeien. Hierbij worden de begrippen non-fictie en documentaire geproblematiseerd, en bespreken we verschillende invalshoeken en benaderingen. Nadruk ligt op componenten van documentaire beeldtaal, retoriek en representatie (o.a. structuur, stijl en techniek), en hun implicaties vor de verbeelding van 'de realiteit', inclusief ethische vragen en dilemma's die rijzen in de documentaire beeldpraktijk. In het tweede deel verschuift de aandacht naar de hybride beeldvormen die de grenzen van de documentaire realiteitsaanspraak en daarmee verbonden codes en conventies aftasten. voorbeelden van dergelijke kruisbestuivingen zijn het docudrama (o.a. historisch, 'conditional tense'), de verschillende gedaantes van de 'mockumentary' of 'fake documentary' (o.a. parodie, satire, kritiek), en de animatiedocumentaire.

In de hoorcolleges wordt theorievorming en empirisch onderzoek binnen het domein van documentaire studies geïntegreerd met inzichten van documenaire 'auteurs', cineasten en televisiemakers, en rijkelijk gestoffeerd met beeldfragmenten uit het documentaire canon (onder meer Grierson, Vertov, Pennebaker, Wiseman, Morris, Moor, Theroux). Studenten passen de verworven inzichten vervolgens ook toe in een case study van een zelfgekozen actueel voorbeeld van een documentaire film, televisieprogramma, of webdocumentaire.

Bijkomende info

Cursusmateriaal (slides en verplichte literatuur) wordt beschikbaar gesteld op het elektronisch leerplatform Canvas.

Studiebegeleiding op aanvraag, na het maken van een afspraak.

Leerresultaten

Algemeen competenties

- De student kent de voornaamste benaderingen en theorieën, en de (internationale) ontwikkelingen binnen het domein documentaire studies

- De student heeft de kennis om vanuit academisch perspectief naar documentaire beeldvormen en -praktijken te kunnen kijken, zowel vanuit esthetisch als ethisch perspectief

- De student kan aan de hand van dit referentiekader een kritische mening vormen over documentaire representatie en retoriek, evenals over de maatschappelijke rol van de documentaire beeldvorm en -praktijken

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 70% van het eindcijfer

ZELF Paper bepaalt 30% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

Mondeling examen met een wegingsfactor 70 en aldus 70% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Mondeling examen

Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

Individuele paper met een wegingsfactor 30 en aldus 30% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Individuele paper

Aanvullende info mbt evaluatie

Mondeling examen met open vragen, wegingsfactor 70% van het totale eindcijfer.

Individuele paper, wegingsfactor 30% van het totale eindcijfer.

Het deelresultaat van elk examenonderdeel wordt, bij een resultaat van minstens 10/20, overgedragen naar de tweede zittijd/het volgend academisch jaar. De student die het examenonderdeel toch wenst te hernemen stuurt een e-mail naar de docent uiterlijk voor aanvang van de tweede zittijd/het volgend academisch jaar.

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context