3 ECTS credits
90 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1021315BNW voor werkstudenten in het 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.
Het hoorcollege focust op de West-Europese religieuze en profane iconografie. Het bestudeerde tijdskader strekt zich uit vanaf de vroeg-christelijke kunst tot heden, met een zwaartepunt bij de renaissancekunst. Aangezien de westerse iconografie vaak haar wortels heeft in de Klassieke Oudheid, komt deze meermaals ter sprake.
In de cursus wordt dieper ingegaan op de methode van de iconografie/iconologie en de belangrijke bronnen waaruit kunstenaars hun thema’s en voorstellingswijzen putten. Aan de hand van concrete casussen (capita selecta), wordt de complexiteit en de historische verwevenheid van iconografische thema’s aangetoond. Er wordt van de studenten verlangd dat zij bepaalde verhalen uit de Bijbel lezen en deze - in groepjes van twee – voorstellen aan de medestudenten. Deze opdracht is verplicht, maar er worden geen punten toegekend.
De studenten nemen lesnota’s en kunnen aanvullend cursusmateriaal vinden op Canvas (PP’s en nota’s van de docent).
In de cursus wordt verwezen naar literatuur ter aanvulling of verdieping.
Een kunsthistoricus werkt met visuele bronnen die hij moet analyseren en duiden. Vaak moet hij in eerste instantie een voorstelling kunnen identificeren. De cursus reikt de studenten tools aan die helpen om ‘beelden’ te decoderen. Dit gebeurt enerzijds door het aanzwengelen van parate kennis met betrekking tot veel voorkomende iconografische thema’s, ontleend aan de Bijbel, klassieke auteurs enz. Anderzijds door het bevorderen van inzichten in de methodologische aanpak van het bronnenmateriaal en het stimuleren van de belangstelling voor verwante onderzoeksdomeinen, waaronder mentaliteitsgeschiedenis, intellectuele geschiedenis en historische antropologie. Na het doorlopen van dit studieonderdeel moeten de studenten zelfstandig in staat zijn om veel voorkomende thema's en onderwerpen met religieus en profaan karakter te identificeren. Er wordt tevens verwacht dat zij een notie hebben van de belangrijkste primaire en secundaire bronnen m.b.t. iconografische problematieken.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Het examen verloopt mondeling (summatieve toetsing). De studenten krijgen 20 min. schriftelijke voorbereidingstijd.
Per student worden één hoofdvraag en twee bijvragen voorzien. Eén van de bijvragen betreft een visuele proef waarbij naar de kennis van iconografische thema’s (van ongezien beeldmateriaal) wordt gepeild.
Het examen van de tweede zittijd verloopt volgens dezelfde procedure als dit van de eerste zittijd.
Dit studiedeel maakt geen deel uit van vastgelegde afstudeervereisten. Het is aldus een vrij keuzevak.