6 ECTS credits
180 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4021506ENR voor alle studenten in het 1e semester met een verdiepend master niveau.
Dit opleidingsonderdeel biedt studenten inzicht in co-creatie, innovatie en social design in de sociale agogische sector. Deze begrippen zijn sterk verbonden met elkaar en zullen tijdens de lessen besproken worden vanuit zowel een theoretische invalshoek als vanuit de praktijk. O.a. volgende zaken komen aan bod:
- Achtergrond en betekenis van de concepten participatie en co-creatie;
- Inzicht verschaffen in sociale innovatie en community engaged onderzoek en leren;
- Achtergrond en betekenis van het concept "social design" in onderzoek en praktijk;
- We behandelen verschillende methoden die 'participatie, co-creatie en innovatie'; b.v. actie-onderzoek, ontwikkelen van persona's, human-centered design.
Er komen eveneens een aantal gastsprekers die de centrale concepten van dit opleidingsonderdeel benaderen vanuit het werkveld.
Verder worden de studenten via een groepstaak vertrouwd gemaakt met deze concepten.
Een reader wordt aan de studenten via Canvas ter beschikking gesteld.
De student werkt constructief samen met anderen aan een gemeenschappelijk project.
De student kan in groep wetenschappelijke teksten over het gekozen thema analyseren en toepassen op de theorieën en modellen die in de lessen werden besproken.
De student kan creatief voorstellen tot sociaal agogische interventie en actie in het domein van de sociaal-culturele sector.
De student kan in teamverband een academisch interdisciplinair
advies uitbrengen om een specifieke uitdaging aan te gaan waarmee organisaties in het domein van de sociaal-culturele sector.
De student is in staat om de agogische probleemstelling binnen een dynamische en onzekere maatschappelijke context te diagnosticeren en te analyseren. Zij kunnen ook oplossingen ontwikkelen voor het gebruik van een van de drie centrale concepten van deze cursus (co-creatie, innovatie en sociaal design).
De student kan, met een team, en in interactie met
vertegenwoordiger(s) van maatschappelijke organisaties, geformuleerde project doelstellingen en plannen bijstellen wanneer en indien nodig.
De student kan aantoonbaar meesterschap tonen in het presenteren en communiceren van het ontwikkelde academische interdisciplinaire advies aan een academisch en maatschappelijk publiek.
Vanuit een kritische analyse kan de student voorstellen formuleren om professionele en sociale netwerken en processen optimaal op elkaar af te stemmen die gericht zijn op het bereiken van systemische verandering.
De student brengt de theoretische inzichten en methodologische
kennis en vaardigheden in de praktijk door te werken voor en met een externe organisatie in het domein van de sociaal-culturele sector.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 30% van het eindcijfer
HOC Groepswerk bepaalt 50% van het eindcijfer
HOC Presentatie bepaalt 20% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie HOC Groepswerk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie HOC Presentatie dient men volgende opdrachten af te werken:
De eindbeoordeling is gebaseerd op de volgende categorieën:
- De groepstaak bepaalt 50% van het eindcijfer, de presentatie van deze groepstaken en de theoretische vragen met betrekking tot het onderwerp van de groepstaken bepalen de andere 50% van het eindcijfer.
- Deelscores kunnen niet worden overgedragen naar de tweede zitting in augustus en de groepstaak die in de tweede vergadering wordt ingediend, mag niet dezelfde zijn als de groepstaak
die van de eerste zitting.
- De presentatie van de groepstaken heeft een relatief gewicht van 20, wat 20% van het totale cijfer bevat.
- Theoretische vragen met betrekking tot de cursusinhoud en theoretische vragen met betrekking tot het onderwerp van de groepstaak hebben ook een relatief gewicht van 30, wat 30% van het totale cijfer is.
- De student moet aan alle onderdelen van het examen hebben deelgenomen - anders krijgt hij/zij een "afwezig" op het cijferblad.
- Een beoordeling door medestudenten (peer assessment) (verplicht) zal worden gebruikt om de individuele beoordeling van de groepstaak. De totaalscore van de student in de werkgroep is niet noodzakelijk gelijk voor alle groepsleden. Het individueel cijfer is afhankelijk van een correctie door peer-evaluatie. Studenten moeten zichzelf en hun medestudenten
beoordelen op een aantal criteria. Het resultaat hiervan is een individuele correctiefactor. De correctiefactor wordt gebruikt om het groepspunt (= de intrinsieke waarde van het groepswerk) te individualiseren. Dit gebeurt door het groepspunt te vermenigvuldigen met de aanpassingsfactor.
- De groepstaak wordt genoteerd aan 10/20, en heeft een gewicht van 50% in de notering van het gehele opleidingsonderdeel.
- Als een student een peer assessment niet binnen de gestelde deadline, kan de docent beslissen om de maximale aftrek van punten.
- De docent heeft altijd het laatste woord en kan besluiten om de de aanpassingsfactor te verhogen of te verlagen, of zelfs om er helemaal geen rekening mee te houden, als de behaalde scores onbetrouwbaar blijken te zijn.
- Deze beslissing zal in principe slechts in uitzonderlijke gevallen worden genomen, maar zal altijd gebaseerd zijn op duidelijke argumenten, analyses, en/of aanvullende observaties/discussies.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de agogische wetenschappen: profiel culturele agogiek
Master in de agogische wetenschappen: profiel sociale agogiek
Educatieve master in de gedragswetenschappen: agogische wetenschappen (120 ECTS, Etterbeek)