21 ECTS credits
630 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4021553BNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Jeffrey Tyssens
Promotor . (titularis)
Onderdelen en contacturen
0 contacturen Exam
590 contacturen Self study
Inhoud

Het onderwerp van de masterproef moet betrekking hebben op een gebied dat in overeenstemming is met het te behalen diploma van Master in de Geschiedenis.  De student bepaalt het onderwerp in overleg met zijn/haar promotor. De masterproef moet een oorspronkelijke bijdrage tot het onderzoeksdomein zijn. Het werk moet persoonlijk en origineel zijn; plagiaat, onder welke vorm ook, wordt ten strengste verboden. De masterproef wordt gesteld in het Nederlands of het Engels (dit laatste mits motivering vanwege de student en met goedkeuring van de promotor). In de opleiding Geschiedenis moet de masterproef beantwoorden aan volgende criteria:
1°) het werk moet een historisch perspectief bevatten. Een recent onderwerp mag dus behandeld worden, op voorwaarde dat de historische dimensie duidelijk aan bod komt in de analyse;
2°) de masterproef moet, naast wetenschappelijke studies, ook gebaseerd zijn op originele bronnen, die geanalyseerd worden aan de hand van en in combinatie met de wetenschappelijke literatuur. Een loutere status quaestionis wordt dus niet aanvaard. Enkel indien de masterproef een historiografisch onderwerp heeft, kan de studie uitsluitend gebaseerd zijn op wetenschappelijke publicaties.
3°) de masterproef mag eventueel verder bouwen op de fundamenten die werden gelegd door de Paper bachelor3.
Het Examenreglement, art. 34, stelt bovendien: “Samen met de masterproef wordt een samenvatting in publiceerbare vorm afgegeven, alsook een beknopte tekst voor opneming in de gangbare lijsten van verhandelingen in de Belgische vaktijdschriften (auteur, titel, universiteit, promotor, jaar, aanduiding van het onderwerp in vijf à tien regels).”

Volgens het aanvullend facultair examenreglement moet de samenvatting (mee ingebonden na het titelblad) uit 500 à 1000 woorden bestaan; de beknopte tekst is een abstract in het Engels die 100 à 150 woorden omvat; daarenboven omschrijft de student zijn masterproef in een aantal trefwoorden, zowel in het Nederlands als in het Engels
De masterproef telt minimum 30.000 woorden, exclusief bijlagen. Van deze minimumgrens kan eventueel worden afgeweken mits akkoord van de promotor.
Meer uitleg over de Masterproef (onder meer over de formele vereisten) is te vinden in de facultaire infogids “Masterproef”.
De promotor begeleidt de student gedurende alle fases van het onderzoek en superviseert de rapportage van de resultaten van dit onderzoek. Hij/zij zal ondersteuning verlenen i.v.m. de inhoudelijke aspecten van de proef zoals bijvoorbeeld de vraagstelling, de methodologie en de logische en gestructureerde opbouw van de argumenten in de rapportage.

Voor praktische ondersteuning i.v.m. de formele aspecten van de proef kan de student ook terecht bij een lid van het assisterend academisch personeel.

Bijkomende info

Alle verdere informatie is terug te vinden in de brochure op de facultaire website https://student.vub.be/lw#bachelor--en-masterproef bij de rubriek 'reglementen'.  Deze informatiebrochure 'Masterproef' wordt beschouwd als volwaardig onderdeel van deze opleidingsonderdeelfiche.

Leerresultaten

Algemene competenties

Met de masterproef toont de student aan dat hij/zij in staat is om op persoonlijke basis een uitgebreid historisch onderzoek tot een goed einde te brengen, onder de vorm van de redactie van een originele wetenschappelijke monografie. Hieruit blijkt ook meer bepaald zijn/haar capaciteit om:
- een omvangrijk corpus van originele bronnen op te sporen, te verwerken en te interpreteren;
- greep te verwerven op en blijk van kennis te geven van de wetenschappelijke literatuur betreffende zijn/haar onderzoeksthema;
- een theoretisch kader te hanteren bij het verwerken van de bronnen en de literatuur.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Masterproef met een wegingsfactor 1 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

Wijze van examineren
De masterproef telt voor 21 ECTS-credits in de opleiding. Wie een onvoldoende behaalt op de masterproef (dus minder dan 10/20) is niet geslaagd voor de masteropleiding.
De Masterproef wordt beoordeeld door een jury die wordt samengesteld door de opleiding Geschiedenis Deze bestaat uit drie leden, waarvan minstens twee houder zijn van een doctoraat op proefschrift :
- de promotor is lid van het zelfstandig academisch personeel, doctor-assistent  of onderwijsprofessor of een ander lid van het academisch personeel dat houder is van de graad van doctor.  De promotor is medewerker van de opleiding.
- twee commissarissen, in principe lid van het academisch personeel van de Vrije Universiteit Brussel (één commissaris kan aangeduid worden onder deskundigen extern aan de instelling).

De procedure verloopt als volgt. (zie ook informatiebrochure 'Mastrproef')
De drie.juryleden lezen en beoordelen de masterproef onafhankelijk van elkaar, schrijven elk een evaluatieverslag en quoteren de masterproef. (op 20). Vervolgens worden de evaluaties besproken tijdens een deliberatie van alle juryleden. De eindevaluatie wordt het gemiddelde van de evaluaties door de drie juryleden.
Conform  het Onderwijs- en examenreglement krijgt de student(e) automatisch de verslagen  van de juryleden, minimum vier werkdagen voor het einde van de examenzittijd (de datum waarop de studenten hiervoor op het secretariaat van de vakgroep terecht kunnen, wordt ad valvas bekendgemaakt).
Op die basis heeft de student het recht over te gaan tot een mondelinge openbare bespreking van zijn/haar masterproef (zie verder het Onderwijs- en examenreglement + aanvullend facultair examenreglement, te raadplegen op de facultaire website).
De jury zal voor de evaluatie van de masterproef met de volgende criteria rekening houden:

Uitgangspunt, probleemstelling, methodologie: Wordt de keuze van het onderwerp duidelijk en wetenschappelijk gemotiveerd?  Worden de probleemstelling en de onderzoeksvragen duidelijk gekaderd en gemotiveerd?
Worden de gevolgde methodologie en/of het theoretische kader voldoende verantwoord?


Inhoudelijke aspecten :  Wordt de vooropgestelde methodologie gevolgd?  Is de masterproef duidelijk gestructureerd?  Zijn de argumenten logisch opgebouwd en uiteengezet in een helder betoog?  Wordt de historische kritiek toegepast?  Is het besluit een adequate samenvatting van de stellingen en tussentijdse
  conclusies in de verhandeling?  Wordt er een antwoord geformuleerd op de vooropgestelde onderzoeksvragen?
 Is de masterproef een betekenisvolle bijdrage tot het onderzoeksdomein?

Literatuurstudie :  Is de bibliografie accuraat opgebouwd, d.w.z. zijn alle relevante publicaties opgenomen in de studie? Is het referentiesysteem inhoudelijk accuraat opgesteld?

Formele aspecten :  Heeft de masterproef een verzorgde lay-out?  Is de bibliografie vormelijk correct opgesteld?
Zijn de voetnoten vormelijk correct opgesteld? Is het taalgebruik grammaticaal correct, helder, zakelijk en wetenschappelijk?

Datum indienen onderwerp en naam promotor: het onderwerp en de naam van de promotor van de masterproef moet ingediend worden op het secretariaat van de opleiding op een tijdstip jaarlijks bepaald door het decanaat (formulier ter beschikking op de facultaire website http:/www.vub.ac.be/LW). Opgelet: wie na de indiening van deze gegevens het onderwerp van de masterproef wil wijzigen of van promotor wil veranderen, moet dit schriftelijk aan de Decaan melden. Dit verzoek wordt met redenen omkleed (zie ook  Onderwijs- en examenreglement). Datum indienen masterproef: de masterproef moet in vier exemplaren ingediend worden op het secretariaat van het decanaat uiterlijk op de datum vermeld door laatstgenoemde dienst. Bijzondere regeleling voor uitgaande Erasmusstudenten: indien de student vertrekt voor 31 oktober, moet hij/zij voor zijn/haar vertrek de nodige regelingen treffen om een onderwerp af te bakenen en de nodige afspraken te maken met de promotor.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de geschiedenis: Standaard traject