9 ECTS credits
225 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023660ANR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een inleidend bachelor niveau.
Het opleidingsonderdeel omvat, ten eerste, een algemene inleiding tot het recht, en, ten tweede, een inleiding tot het Europees en het internationaal recht.
Na een algemene introductie over het begrip recht, de betekenis ervan in de samenleving en de voornaamste kenmerken ervan, volgt een behandeling van de bronnen en beginselen van het recht, het principe van de hiërarchie van de rechtsnormen, de formele bronnen van het recht (met inbegrip de totstandkoming ervan en de plaats in de normenhiërarchie), de ongeschreven bronnen van het recht, de gerechtelijke organisatie, de subjectieve rechten, het begrip rechtssubject en de onderscheiden soorten rechtssubjecten, de Belgische institutionele structuur en de complexiteit van de Belgische federale organisatie. Het opleidingsonderdeel omvat ook een korte introductie tot de onderscheiden rechtstakken.
Het opleidingsonderdeel heeft ten slotte tot doel de studenten een overzicht te geven van het Internationaal en het Europees recht. Daarbij wordt besproken wat internationaal recht is, hoe dat recht ontstaan is en zich ontwikkeld heeft en hoe dit recht zich verhoudt tegenover het nationaal recht. Er wordt vervolgens aandacht besteed aan de verschillende soorten subjecten van het internationaal recht evenals de bronnen van het internationaal recht. In een volgend deel wordt ingegaan op het recht van internationale organisaties met als voorbeelden de Verenigde Naties en de Europese regionale organisaties. Van deze laatste wordt achtereenvolgens een overzicht gegeven van de Raad van Europa, de OVSE, de NAVO, de OESO en de BENELUX. Meer aandacht wordt besteed aan de Europese Unie. Na de ontstaansgeschiedenis en de evolutie te hebben geschetst, worden achtereenvolgens de instellingen en bevoegdheden van de Unie, de bronnen van het EU-recht, en de verhouding tussen EU- en nationaal recht toegelicht.
De hoorcolleges aan de dagstudenten die worden opgenomen, worden ter beschikking gesteld van de werkstudenten.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 30% van het eindcijfer
Examen Andere bepaalt 45% van het eindcijfer
WPO Praktijkopdracht bepaalt 25% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:
OPDRACHTCATEGORIEËN, GEWICHT EN LINK MET DE LEERRESULTATEN:
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Schriftelijk tentamen (januari-februari zittijd): 9 punten van het totaal cijfer op 20 voor het opleidingsonderdeel
Schriftelijk examen (juni zittijd): 6 punten van het totaal cijfer op 20 voor het opleidingsonderdeel
Werkcolleges: 5 punten van het totaal cijfer op 20 voor het opleidingsonderdeel
Het examen wordt in twee delen georganiseerd met een tentamen in de januari-februari zittijd dat de leerstof van het eerste semester evalueert en een examen in de juni-zittijd dat zich toespitst op de leerstof van het tweede semester.
De leerstof voor het tentamen in de januari-februari zittijd bestaat uit hetgeen er tijdens de hoorcolleges wordt gedoceerd.
De leerstof voor het examen in de juni-zittijd bestaat uit hetgeen er tijdens de hoorcolleges en de oefeningen wordt gedoceerd. Daarnaast wordt verwacht dat de studenten ook een arrest en een advies van het Internationaal Gerechtshof en twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie voorbereiden voor het examen. De voor te bereiden arresten en advies worden via CANVAS bekendgemaakt.
In de werkcolleges van het eerste semester wordt een aantal complexe, technische onderdelen uit de cursus uitgelicht en nader besproken met interactieve oefeningen op de leerstof tijdens het tweede lesuur van elk werkcollege. Op basis van twee aangekondigde toetsen over de leerstof van de werkcolleges wordt een score op 5 toegekend. De toetsen betreffen essay- en toepassingsvragen.. In het tweede semester wordt ook een bezoek aan een Belgische instelling georganiseerd, waarvoor de studenten verplicht aanwezig moeten zijn.
SLAGEN VOOR HET VAK
Om geslaagd te zijn voor het vak, moet de student cumulatief:
- Minstens 4,5/9 behalen voor het tentamen; en
- Minstens 3/6 behalen voor het examen; en
- Minstens 10/20 behalen als totaalscore voor het opleidingsonderdeel (met inbegrip van het al dan niet geslaagd cijfer voor de werkcolleges).
Als een student niet minstens 4,5/9 behaalt voor het tentamen (januari-februari zittijd) en/of 3/6 voor het examen (juni zittijd), dan geldt het laagste cijfer als eindcijfer. Dat is dus het cijfer dat men in het officiële puntenblad ziet verschijnen. Dit doet geen afbreuk aan de overdracht van positieve deelscores naar de tweede zittijd of naar een volgend academiejaar, conform de regels hieronder uiteengezet.
Voor de werkcolleges van het eerste en tweede semester (inclusief eventueel bezoek aan een instelling) geldt een verplichte aanwezigheid. Bij ongewettigde afwezigheid op een werkcollege/bezoek krijgt de student een 0/5 voor het deelresultaat van de werkcolleges. De studenten die meer dan 1/5 van de werkcolleges (inclusief bezoek) hebben gemist, krijgen eveneens een 0/5 voor het deelresultaat van de werkcolleges. Inzake de staving van afwezigheden wordt verwezen naar art. 112 van het Onderwijs- en Examenreglement met de facultaire aanvullingen van de faculteit recht en criminologie voor wat betreft medische attesten.
OVERDRACHT DEELRESULTAAT NAAR TWEEDE ZITTIJD
Het deelresultaat van het tentamen wordt, bij een resultaat hoger dan of gelijk aan 4,5 op 9, overgedragen naar tweede zittijd. De student kan hiervan geen afstand doen.
Het deelresultaat van het examen wordt, bij een resultaat hoger dan of gelijk 3 op 6, overgedragen naar tweede zittijd. De student kan hiervan geen afstand doen.
Het deelresultaat van de werkcolleges wordt, ongeacht de behaalde score, overgedragen naar tweede zittijd. De student kan hiervan afstand doen. Vanaf het einde van de juni zittijd tot en met 15 juli kunnen studenten, ongeacht het resultaat dat zij voor de werkcolleges behaalden, afstand doen van dat deelcijfer, waarna zij kunnen worden toegelaten om deel te nemen aan de vervangende schriftelijke proef van de werkcolleges die doorgaat in de tweede zittijd. De afstand is onherroepelijk.
Het voorgaande impliceert dat de student in tweede zittijd enkel het tentamen en/of het examen kan hernemen – en moet hernemen, wil hij geslaagd zijn – waarvoor hij niet minstens de helft scoorde.
Het tentamen en examen nemen in tweede zittijd dezelfde vorm aan als in eerste zittijd. De tweede zit van de werkcolleges neemt de vorm aan van een schriftelijk proef die de leerresultaten van de werkcolleges aftoetst, gelijkaardig aan de twee testen van de werkcolleges gedurende het eerste semester.
OVERDRACHT DEELRESULTAAT NAAR VOLGEND ACADEMIEJAAR
Deelresultaten van het tentamen en het examen worden niet overgedragen naar het volgend academiejaar, ongeacht het resultaat (dus ook bij een gunstig resultaat).
Het deelresultaat van de werkcolleges wordt, bij een resultaat hoger dan of gelijk aan 2,5 op 5, overgedragen naar het volgend academiejaar. De student kan hiervan afstand doen tegen uiterlijk 10 oktober van het nieuwe academiejaar.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de rechten: Standaard traject
Bachelor in de rechten: Verkort traject
Voorbereidingsprogramma Master of Laws in sociaal recht: Standaard traject