10 ECTS credits
300 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 6021708FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
De ASO krijgt de kans om tijdens zijn opleiding een breed aantal domeinen binnen het specialisme te beoefenen. De ASO verwerft tijdens deze stages specifieke kennis en vaardigheden en past deze toe in de praktijk.
Stages tijdens de opleiding zijn in de eerste plaats deze specialiteiten waarin core-competenties dienen behaald te worden:
- anesthesie voor obstetrie
- anesthesie voor luchtwegenmanagement en chirurgie
- anesthesie voor thorax- en/of cardiovasculaire chirurgie
- neuroanesthesiologie
- anesthesie voor orthopedie en traumatologie
- pediatrische anesthesie
- anesthesie voor remote onderzoeken: ambulatoire anesthesiologie
Daarnaast zijn er 10 domeinen van algemene competentie en vaardigheden:
- Ziekte management, preoperatieve risico-inschatting, voorbereiding
- Intra-operatieve zorg en anesthesie management
- Postoperatief management en acute pijnbehandeling
- Urgentie geneeskunde
- Multidisciplinaire intensieve geneeskunde en perioperatieve zorg
- Imaging; locoregionale blocks
- Kwaliteitszorg, management, gezondheidseconomie
- Niet-technische anesthesie vaardigheden
- Professionalisme en ethiek
- Opleiding, zelf-leren, onderzoek, kritisch wetenschappelijk denken
Overzicht van de vaardigheden niveau expert specifieke ingrepen :
1. Algemene medische kennis en vaardigheden
1.b. Kennis:
- preoperatieve consultatie: gerichte anamnese en klinisch onderzoek, incl. beoordeling van het operatieve risico
- gericht aanwenden en interpreteren van labo, beeldvorming
- basiskennis van echografie en echocardiografie
- omgang met differentiaal diagnostische problematiek, indicatiestelling, interpretatie
- gemotiveerde besluitvorming naar anesthesiologische problemen zowel preoperatief, intraoperatief als postoperatief
- onmiddellijk postoperatieve behandeling, inclusief postoperatieve acute pijnbehandeling
- basiskennis van hemostase, stolling en anticoagulantia
- medico-legale aspecten
- interdisciplinaire communicatie voor en na de ingreep
1.c. Vaardigheden:
- het preoperatieve informatiegesprek
- het postoperatieve informatiegesprek
- gestructureerd voorstellen van het probleem van de patiënt
- voorbereiden en aanpak van algemene anesthesieprocedure
- basistechnieken locale en locoregionale anesthesie
- arteriële en veneuze punctie, plaatsen van maagsonde, blaassonde, perifere en
diepe veneuze toegang, arteriële toegang en hun probleembehandeling, plaatsing van perifere intraveneuze centrale catheter
2. Spoedgevallen
2.b. Kennis:
- reanimatie
- eerste opvang en behandeling van de polytraumapatiënt
- initiële diagnose, differentiaaldiagnose en therapie
- begrippen van rampengeneeskunde
- neurotrauma
- brandwonden en vrieswonden; behandeling van ernstige onderkoelingsverschijnselen
- herkennen van:
o cardiopulmonaire urgenties
o vasculaire urgenties
o acuut abdomen
o urologische spoedgevallen
o traumatologie
o neurotraumatologie
2.c. Vaardigheden:
- plaatsen van thoraxdrain
- intubatie en manuele beademing
- heelkundig vrijwaren van de luchtwegen
- abcesdrainage
3. Intensieve zorgen
3.b. Kennis:
- principes van invasief en niet invasief monitoren van patiënten
- principes van hemodynamiek en hemodynamische ondersteuning, zowel farmacologisch als mechanisch
- beademings- en weaningstechnieken van beademingstoestel
- behandeling van hypovolemische, cardiogene, distributieve en obstructieve shocktoestanden
- basiskennis van orgaanvervangende technieken
- basiskennis infectiologie en behandeling van ernstige en levensbedreigende infecties, sepsis en septische shock
- ondersteuning en behandeling van neurotrauma en postoperatieve gecompliceerde intracraniële pathologie
- criteria van hersendood
- principes van orgaandonatie
3.c. Vaardigheden
- opvangen van instabiele hemodynamische of/en respiratoir gecompromiteerde of deteriorerende patiënt
- urgente intubatie en ventilatie
- introductie van catheters voor monitoring, infuusbeleid, farmacologische of mechanische hemodynamische ondersteuning
4. Anesthesie voor heelkunde van thorax en hals
4.b. Kennis:
- kliniek en diagnose van thoracale en hals aandoeningen
- toegangswegen tot thorax, pericard, mediastinum en hals (inclusief sluiten en
complicaties)
- endocriene evaluatie van schildklier en bijschildklier
- principes der minimaal invasieve thoraxchirurgie
- beoordeling van de longfunctie
- expositietechnieken
- principes van de oncologische thorax- en halschirurgie
4.c. Vaardigheden:
- ivm single long ventilatie (dubbel lumen tube plaatsen en beoordeling van correcte plaatsing, bronchiaal blocker, EZ blocker, etc.).
- perioperatieve pijnstilling na thoraxheelkunde
5. Cardiale chirurgie
5.b. Kennis:
- kliniek, diagnostiek en follow up van cardiale syndromen, ischemisch hartlijden en kleplijden
- (patho)fysiologie van hemostase, stolling en farmacologie van anticoagulantia; monitoring van ontstolling
- (patho)fysiologie van ritmestoornissen, anti-aritmica en pacemakertherapie, antihypertensiva,
kleppathologie, inclusief endocarditis
- basiskennis van het gebruik van extracorporele circulatie tijdens hartchirurgie en op Intensieve Zorg
5.c. Vaardigheden:
- monitoring van de diverse pathofysiologische fenomenen
6. Kinderchirurgie
6.b. Kennis:
- algemene opvang van kinderen met chirurgische aandoeningen
- chirurgisch pediatrische spoedgevallen
- basiskennis van de belangrijke congenitale anomalieën en hun behandeling
6.c. Vaardigheden:
- vasculaire toegang
7. Reconstructieve heelkunde
7.b. Kennis:
- kennis van de belangrijkste flaptechnieken
- pathofysiologie van perfusie en microcirculatie
7.c. Vaardigheden:
- monitoring van microcirculatie
8. Orthopedie/Traumatologie
8.b. Kennis:
- fysiopathologie bij (poly)traumapatiënten.
- diagnostische investigaties bij (poly)traumapatiënten.
- begeleidende letsels en vroege complicaties bij ledematentraumata.
- antibiotica- en vaccinatiebeleid bij (poly)trauma
- inzicht in de rehabilitatie van (poly)traumapatiënt
- meest voorkomende niet-traumatische aandoeningen van het locomotorisch systeem en hun
mogelijke (heelkundige)behandeling
8.c. Vaardigheden:
- cardiorespiratoire monitoring bij polytrauma patiënten
- vasculaire toegangswegen (arteriëel, perifeer en centraal veneus)
- locoregionale blocks
Werkvormen:
Leermaterialen via leerplatform
OLR 2: Heeft de vaardigheden, eigen aan het specialisme, verworven en past deze correct toe (M)
OLR 17Blijft voortdurend de eigen vaardigheden verder ontwikkelen en verbeteren (M)
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Andere bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de specialistische geneeskunde: anesthesie en reanimatie