De ASO krijgt de kans om tijdens zijn opleiding een breed aantal domeinen binnen het specialisme te beoefenen. De ASO verwerft tijdens deze stages specifieke kennis en vaardigheden en past deze toe in de praktijk.
Voorkeurstages tijdens de opleiding zijn (belangrijkste gebieden van de heelkunde):
- de heelkunde op de weke weefsels
- de heelkunde op het abdomen
- de vasculaire heelkunde
- de thoraxchirurgie (eventueel buiten het hart)
- de dringende neurochirurgie
- de plastische en/of reconstructieve heelkunde
- de oncologische heelkunde
- de gynaecologische heelkunde
Overzicht van de vaardigheden niveau expert specifieke ingrepen :
1. Algemene heelkundige kennis en vaardigheden
- gerichte chirurgische anamnese en klinisch onderzoek
- gericht aanwenden en interpreteren van labo, beeldvorming en anatoompathologie in de
diagnostiek en behandeling
- omgang met differentiaal diagnostische problematiek, indicatiestelling, interpretatie
- beoordeling van de operabiliteit en het operatieve risico
- gemotiveerde chirurgische besluitvorming voor eenvoudige heelkundige problemen
(indicatiestelling) inclusief het bepalen van de dringendheid van een ingreep)
- basisprincipes van de oncologische chirurgie
- basiskennis van hemostase, stolling en anticoagulantia
- principes van postoperatieve verzorging, zoals:
- postoperatieve complicaties en problemen en hun verzorging, zoals:
- interdisciplinaire communicatie voor en na de ingreep
- het preoperatieve informatiegesprek
- het postoperatieve informatiegesprek
- gestructureerd voorstellen van het probleem van de patiënt
- wondverzorging, primair en secundair
- verband, immobilisatie,...
- positionering en steriel afdekken van de patiënt
- basistechnieken locale en regionale anesthesie
- arteriële en veneuze punctie, plaatsen van maagsonde, blaassonde, oppervlakkige en
diepe veneuze toegang, arteriële toegang en hun probleembehandeling
2. Heelkundige spoedgevallen
- eerste behandeling van de polytraumapatiënt
- initiële diagnose, differentiaaldiagnose en therapie
- begrippen van rampengeneeskunde
- brandwonden en vrieswonden
- specifieke chirurgische spoedgevallen
o cardiopulmonaire urgenties
o urologische spoedgevallen
- plaatsen van thoraxdrain
- intubatie en manuele beademing
- heelkundig vrijwaren van de luchtwegen
- principes van invasief en niet invasief monitoren van patiënten
- beademings- en weaningstechnieken
- behandeling van hypovolemische, septische, cardiale,toxische shocktoestanden
- basiskennis van orgaanvervangende technieken
- chirurgische infectiologie
- criteria van hersendood
- principes van orgaandonatie
- kliniek en diagnose van abdominale aandoeningen
- toegangswegen tot het abdomen inclusief het sluiten en de potentiële verwikkelingen
- principes van de laparoscopische chirurgie, indicaties en complicaties
- indicatie, techniek en postoperatieve verzorging van aandoeningen van het gastro-
intestinaal stelsel, proctologische aandoeningen, buikwandpathologie, pathologie van
lever, galwegen, pancreas, milt of het retroperitoneum.
- basiskennis van de gastro-intestinale oncologie
- toegangsmethoden tot de gastro-intestinale tractus inclusief endoscopie, drainages en
- principes van de bariatrische chirurgie
- darmanastomosetechnieken
- kliniek en diagnose van vasculaire aandoeningen
- toegangswegen en technieken voor vasculaire controle
- toegangswegen tot het vaatstelsel (inclusief ports, vasculaire accesschirurgie, …)
- diagnose en preventie van complicaties van vasculaire pathologie (compartiment
syndroom, thrombectomie, amputaties, lyse en anticoagulatie…)
- diagnose en therapie van perifere veneuze aandoeningen
- flebotomie, arteriotomie
6. Heelkunde van thorax en hals
- kliniek en diagnose van thoracale en hals aandoeningen
- toegangswegen tot thorax, pericard, mediastinum en hals (inclusief sluiten en
- endocriene evaluatie van schildklier en bijschildklier
- principes der minimaal invasieve thoraxchirurgie
- beoordeling van de longfunctie
- principes van de oncologische thorax en halschirurgie
- thoracotomie, sternotomie en sluiten
- kliniek en diagnostiek van acute thoracale pijnsyndromen, longoedeem, shock
- kennis van hemostase, stolling en anticoagulantia
- basiskennis van ritmestoornissen en pacemakertherapie, antihypertensiva,
kleppathologie, inclusief endocarditis
- basiskennis van het gebruik van extracorporele circulatie
- toegang tot het pericard: sternotomie, thoracotomie
- prelevatie van vena saphena magna ent
- algemene opvang van kinderen met chirurgische aandoeningen
- chirurgisch pediatrische spoedgevallen
- basiskennis van de belangrijke congenitale anomalieën en hun behandeling
9. Reconstructieve heelkunde
- kennis van de belangrijkste flaptechnieken
- types en toepassing van huidtransplantatie
10. Chirurgie van de borstklier
- kliniek en diagnose van de goedaardige en kwaadaardige aandoeningen van de borstklier
- principes van de oncologische borstchirurgie
11. Orthopedie/Traumatologie
- fysiopathologische reacties bij (poly)traumapatiënten.
- diagnostische investigatie bij (poly)traumapatiënten.
- begeleidende letsels en vroege complicaties bij ledematentraumata.
- principes van wondverzorging
- meest gebruikte heelkundige toegangswegen tot de ledematen en het bekken
- principes van conservatieve en heelkundige behandeling van fracturen en luxaties
- antibiotica- en vaccinatiebeleid bij (poly)trauma
- inzicht in de rehabilitatie van (poly)traumapatiënt
- meest voorkomende niet-traumatische aandoeningen van het locomotorisch systeem en hun
mogelijke (heelkundige)behandeling
- uitvoeren van wonddebridement
- installeren van ledematentracties
- aanleggen van gips en andere courant gebruikte verbanden
12. Chirurgie van de weke delen
- het kennen van de differentiaaldiagnostische klinische criteria tussen goed- en
- het kennen van beeldvormingstechnieken ter diagnose van deze pathologie.
- het kennen van biopsietechnieken van mogelijks kwaadaardige pathologieën
- excisie van goedaardige letsels uit het subcutane weefsel.
- resectie lymfeklieren uit oppervlakkige klierstreken: Okselklier-, liesklieruitruiming
en halsklieruitruiming.