5 ECTS credits
150 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1022134ANR voor alle studenten in het 1e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
1e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Onderwijsteam
Mark De Ridder
Koen Putman
Eva Kimpe
Ann Roex (titularis)
Onderdelen en contacturen
25 contacturen Hoorcollege
30 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
20 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Het hoofddoel van dit OO is de 1ste bachelor student geneeskunde, op inleidend niveau, kennis te laten maken met de rol van arts als gezondheidspromotor, wetenschapper en professional (zie competentiegebieden CanMeds). De kennismaking en de ontwikkeling van basisvaardigheden in deze competentiegebieden gebeurt aan de hand een 360°evaluatie van een gezondheidsvraagstuk in een breed maatschappelijk perspectief.

Bij deze 360°-evaluatie komen oa volgende aspecten aan bod:

Aspecten die aan bod komen in de rol van gezondheidspromotor:

  1. aandacht hebben voor sociale rechtvaardigheid in gezondheid (‘equity’)
  2. gezondheid promoten
  3. verminderen van de impact van determinanten van gezondheid (inclusief psychologisch, biologisch, sociale, culturele, milieu, educatief en economische determinanten alsook factoren eigen aan het gezondheidszorgsysteem zoals beschikbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid, etc).
  4. het  gezondheidszorgsysteem onderkennen
  5. identificeren van potentiële conflicten in gezondheidsdoelen op het niveau van het individueel, de gemeenschap of de populatie

Aspecten die aan bod komen in de rol van wetenschapper:

  1. omgaan met medische informatiebronnen:
  2. informatie geletterdheid,
  3. knowledge translation,
  4. bias in onderzoek,
  5. kritisch beoordelen van bronnen met medische informatie
  6. identificeren van (eigen) kennis leemte

Aspecten die aan bod komen in rol van arts als professional:

  1. Verbintenis tav patiënten
    1. Bioethische principes en theorieën
    2. Moreel en ethisch gedrag
    3. Respect voor diversiteit
  2. Verbintenis tav maatschappij
    1. Commitment aan het promoten van het gemeenschappelijk doel in de gezondheidszorg
    2. Maatschappelijke verwachtingen tav artsen en de professie
  3. Verbintenis tav professie
    1. Verbintenis tav professionele standaarden
    2. Ethische code
    3. Identificatie van conflict of interests (persoonlijke, fincanciële, administratieve, …)
  4. Verbintenis tav eigen zelf
    1. Inzicht in zelf-regulatie, inclusief de evaluatie en monitoring van eigen gedachten, gedrag, emoties en aandacht voor optimale performante en welzijn

Bovenvernoemde aspecten vormen de elementen die worden besproken in de 360°-evaluatie bij concrete vraagstukken die aan de studenten worden voorgelegd.

De lijst van thema’s wordt telkens aan het begin van het academiejaar bekendgemaakt. Bij de start van het opleidingsonderdeel wordt één thema klassikaal besproken. Aan de hand van flashcolleges (10-15u) met aansluitend discussiemomenten wordt het gezondheidsvraagstuk ontleed vanuit een breed maatschappelijk invalshoek waarbij de verschillende aspecten (zie lijst hierboven) aan bod komen. Daarbij worden de aspecten telkens toegelicht in relatie tot het thema en wordt de student gefaciliteerd te zoeken naar antwoorden vanuit verschillende invalshoeken (medisch, socio-economisch, ethisch, financieel, etc). Naast de inhoudelijke aspecten zijn deze flashcolleges richtinggevend voor de aanpak van de andere thema’s.

Naast deze ‘thematische’ flashcolleges wordt er ook ruimte voorzien voor ‘transversale’ colleges (5-10u). Deze gaan in op nieuwe ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg/geneeskunde die een impact hebben op de rol van de arts in het zorglandschap (bijv. gebruik van big data, artificial intelligence, telegeneeskunde, personalised/precision medicine etc). Voor deze laatste reeks van colleges kan bijvoorbeeld beroep worden gedaan op onze UMC fellows.

Vervolgens worden de andere thema’s verder in aparte groepen uitgewerkt naar analogie met het klassikaal uitgewerkt thema. Als leidraad krijgen zij het algemeen kader waarbij hen de algemene aspecten worden aangereikt die zij dan binnen hun specifiek vraagstuk dienen te concretiseren. De momenten van het groepswerk worden ingeroosterd in het lesrooster tijdens het eerste semester.

De uiteindelijke analyse mondt uit in een reflectieverslag waarbij antwoorden worden gegeven op de verschillende aspecten in relatie tot het thema. Dit verslag wordt in de vorm van een presentatie aan een panel voorgesteld, gevolgd door een discussie met de panelleden. De vorm van de presentatie is vrij. Het panel bestaat uit docenten/assistenten verbonden aan de faculteit. Idealiter hebben de panelleden geen input geleverd aan de flashcolleges, begeleiding. Het is de bedoeling dat de studenten hun reflectie kunnen presenteren en hun standpunten verdedigen tav experten in de gezondheidszorg.

Bijkomende info

/

Leerresultaten

LEER

Op het einde van dit leertraject stelt de student vanuit een breed medisch zorgperspectief een reflectieverslag op rond een actueel maatschappelijk thema.

Dit doet de student door:

  • een maatschappelijk thema in kaart te brengen
  • zich in te leven in de rollen van zorgverlener, overheid en patiënt
  • een inschatting te maken van de consequenties van verschillende keuzes in zorg/beleid
  • te getuigen van respect voor diversiteit
  • ethische reflectie in te bedden in het aanreiken van mogelijke oplossingen

 

Op het einde van de die opleidingsonderdeel is de student in staat om:

  • te reflecteren over de impact op het vlak van psychologische,  sociale, economische, maatschappelijke,  ethische,  culturele,  religieuze aspecten die de gezondheid van de patiënt beïnvloeden
  • kritisch wetenschappelijk te reflecteren over de voorstellen van verschillende handelopties in (organisatie van) zorg
  • inzicht te verwerven in het labyrint van de gezondheidszorg in relatie tot het gezondheidsvraagstuk dat hem voorligt.
  • oplossingen te zoeken die de toegankelijkheid van de gezondheidszorg faciliteren, in het bijzonder voor kwetsbare groepen
  • een adequate en wetenschappelijk kritische houding aan te nemen bij innovatie in de zorg
  • zijn visie om een gezondheidsvraagstuk helder en gestructureerd te beargumenteren op een wetenschappelijke wijze en rekening houdend met de beleids- en zorgcontext.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
ZELF Groepswerk bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie ZELF Groepswerk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Groepswerk met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Aanwezigheid op colleges, reflectieverslag en presentatie
    Reflectieverslag
    Presentatie

Aanvullende info mbt evaluatie

    Er worden 3 criteria gebruikt in de beoordeling:

    1.       Aanwezigheid op colleges (voorwaarde om deel te nemen aan het examen):

     Je woont minstens 80% van de colleges bij. 

    Bijwonen = aanwezig zijn én actief participeren aan de colleges

                       i.      Colleges = hoorcolleges 

                       ii.      Actief participeren =   opdrachten tijdens hoorcolleges (bvb maken van samenvattingen)  

     

    2.       Procesevaluatie (30% van de eindscore):

    Beoordeling door de begeleidend docent van het eindwerk 

    Beoordeling door medestudenten van het werkgroepje

    Voor de totstandkoming van de individuele quotering op het proces van het groepswerk zal gebruik gemaakt worden van een peer assessment (verplicht).  Studenten dienen hierbij zichzelf en medegroepsleden te beoordelen op een aantal criteria. Het resultaat hiervan is een individuele aanpassingsfactor. De aanpassingsfactor zal gebruikt worden om het groepspunt voor de procesevaluatie (= de inherente waarde van het groepswerk) te individualiseren.  Dit gebeurt door het groepspunt te vermenigvuldigen met de aanpassingsfactor. Het groepswerk heeft een gewicht van 30 % in de quotering van het hele opleidingsonderdeel. Als een student geen peer assessment invult binnen de gestelde deadline, kan de docent beslissen om de maximale aftrek van punten te hanteren. De docent heeft steeds het laatste woord en kan beslissen om de aanpassingsfactor te versterken, af te zwakken, of er zelfs helemaal geen rekening mee te houden, indien de bekomen scores niet betrouwbaar blijken te zijn. Deze beslissing zal in principe slechts in uitzonderlijke gevallen genomen worden, maar zal steeds gebaseerd zijn op duidelijke argumenten, analyses, en/of extra observaties/gesprekken.

     

    3.       Presentatie: (70% van de eindscore)

    Scoringlijst waarop de docenten zich baseren: zie Canvas

    Toegestane onvoldoende
    Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

    Academische context

    Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
    Bachelor in de geneeskunde: Standaard traject (6 jaar)
    Bachelor in de geneeskunde: Startplan (6 jaar)