8 ECTS credits
240 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4022139FNR voor alle studenten in het 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Omwille van specifieke risico’s en veiligheidsredenen, moet je geslaagd zijn voor 'Klinische vaardigheden en stages IV', 'Problemen van organen: cardiovasculair', "Problemen van organen: respiratoir', 'Problemen van organen: gastro-intestinaal', 'Problemen van systemen: bloed en nieren', 'Problemen van het zenuwstelsel', 'Psychiatrie', 'Problemen van het bewegingsstelsel', 'Problemen van het kind', 'Problemen van het urogenitaal stelsel en verloskunde', 'Problemen van huid, hoofd en hals', 'Klinische en maatschappelijke topics I', 'Klinische en maatschappelijke topics II' en 'Klinische vaardigheden en stages V'. Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moet je bovendien gelijktijdig de opleidingsonderdelen 'Klinische vaardigheden en stages VI', 'Prespecialisatiestage', 'Klinische en maatschappelijke topics III' en 'Integratieve colleges' opnemen of moet je reeds geslaagd zijn voor 'Klinische vaardigheden en stages VI', 'Prespecialisatiestage', 'Klinische en maatschappelijke topics III' en 'Integratieve colleges'.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Onderwijsteam
Nicole Pouliart (titularis)
Onderdelen en contacturen
240 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

De student geneeskunde verwerft theoretische kennis over de verschillende pathologieën tijdens de opleidingsdelen ziekteleer van bachelor en master. Tijdens de klinische stages wordt de student afhankelijk van zijn/haar persoonlijk traject geconfronteerd met de reële patiënt. Tijdens de klinische stages ontwikkelt de student onder meer progressief zijn/haar competenties om een patiënt adequaat te kunnen benaderen voor wat betreft anamnese en fysiek onderzoek. In de leercurve wordt eveneens gewerkt aan het ontwikkelen van klinisch redeneren, waarbij de student aan zijn/haar differentieel diagnostisch vermogen werkt en stilaan oog begint te hebben voor het opstellen van een behandelplan. Tijdens de stages worden deze competenties beoordeelt op basis van het leertraject en niet zozeer op basis van de eindcompetentie.

Voor het afstuderen dient dan ook een evaluatie van deze eindcompetenties, die integraal deel uitmaken van de finale leerdoelen van de opleiding, te gebeuren.

Het Klinisch Geïntegreerd Eindexamen is de finale evaluatie van een deel van de competenties die de student aantoonbaar moet verworven hebben om als basisarts te kunnen functioneren en te kunnen starten met een vervolgopleiding.

In dit eindexamen wordt geëvalueerd of de student in staat is om een patiënt op een professionele en gestructureerde manier te kunnen benaderen, op basis van de aldus verkregen informatie alsmede op basis van standaardcasussen adequaat klinisch te kunnen redeneren en handelen. Dit omvat:

  • Anamnese en fysiek onderzoek met een correcte omgang met de patiënt (afgetoetst bij het Patiënt-aan-bed examendeel),
  • Opstellen van een gerangschikte differentiële diagnose en een diagnostisch plan (afgetoetst bij alle examenonderdelen),
  • Opstellen van de aanzet tot een behandelplan ((afgetoetst bij alle examenonderdelen). Het onderscheiden van courante en zeldzame pathologie, maar ook herkennen van red flags met correct inschatten van urgentiegraad, is hierbij belangrijk. Bij de differentieel diagnostiek dient rekening gehouden te worden met epidemiologische kenmerken van de casus en met pre- en post-test probabiliteit.
Bijkomende info

Het geheel van de eindtermen voor de opleiding geneeskunde telt als basis voor dit eindexamen. Het Klinisch Geïntegreerd Eindexamen is echter expliciet geen kennisexamen op het niveau van de (deel)specialismen.

Als studiemateriaal zijn casusbesprekingen zoals bv in de reeksen “Case files”, “100 Clinical cases” en “Blueprints Clinical Cases” nuttig, maar zeker niet verplicht.

Leerresultaten

Leerresultaten

CanMeds-rollen en catalogus van leerdoelen: raadpleegbaar via het leerplatform

 

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Mondeling bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken:

  • klinisch eindexamen met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Binnen de categorie Examen Mondeling dient men volgende opdrachten af te werken: Klinisch Geïntegreerd Eindexamen

Aanvullende info mbt evaluatie

De beoordeling in het kader van het Klinisch Geïntegreerd Eindexamen gebeurt in 3 onderdelen:

Onderdeel 1 en 2  "Korte casussen" bij twee multidisciplinair samengestelde jury’s. Elke student krijgt telkens twee schriftelijke klinische casussen per jury. De student moet uit elke casus de relevante gegevens identificeren, om daaruit een voorstel van differentieel diagnose, diagnostisch plan en aanzet tot beleidsplan naar voor te brengen. De student krijgt een uur schriftelijke voorbereiding voor de vier casussen. Vervolgens krijgt de student een half uur per jury om zijn/haar analyse voor te stellen en te motiveren. Er worden bijkomende vragen gesteld, zowel over de specifieke casussen als over de algemene kennis in het bredere zorglandschap. De beoordeling gebeurt volgens de gestandaardiseerde matrix die via het leerplatform raadpleegbaar is.

Onderdeel 3 "Patiënt-aan-bed" : De student zal bij een patiënt op een willekeurige verpleegeenheid (zowel inwendige, heelkundige als pediatrische diensten) een correcte anamnese en fysiek onderzoek moeten uitvoeren, met specifieke aandachtspunten bij het fysiek onderzoek die door de evaluator worden aangegeven. Op basis hiervan moet de student een goed gestructureerde patiëntennota opstellen met aansluitend voorstel van differentieel diagnose, diagnostisch plan en beleidsplan. De beoordeling gebeurt volgens de gestandaardiseerde matrix die via het leerplatform raadpleegbaar is.

Het eindcijfer wordt als volgt bepaald:

•    Er wordt een gewogen gemiddelde gemaakt van de verschillende onderdelen op voorwaarde dat de student voor elk van de onderdelen minstens 50% haalt.
•    Indien de student op één korte casusonderdeel een 9/20 behaalt en op beide andere onderdelen minstens 14/20 behaalt, dan wordt er 1 punt in mindering gebracht op het gewogen gemiddelde.
•    Indien de student niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet is het eindcijfer gelijk aan het laagste cijfer van een onderdeel.


Deeloverdrachten zijn mogelijk voor:
- Onderdeel 1 en 2 (indien geslaagd voor beide): "Korte casussen" 
- Onderdeel 3: "Patiënt-aan-bed"
De deelresultaten worden, bij een resultaat van minstens 10/20 en volgens bovenstaande regels, automatisch overgedragen naar de tweede zittijd en (indien van toepassing) het volgende academiejaar. In dit geval (dus enkel indien de student het credit niet behaalde), kan de student die afstand wenst te doen van zijn deelpunt en aldus een  onderdeel toch wenst te hernemen,  een e-mail sturen naar de titularis uiterlijk voor aanvang van de zittijd. Eenmaal de student gemeld heeft dat hij wil afzien van zijn deelcijfer, verliest hij onherroepelijk dit deelcijfer.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de geneeskunde: Standaard traject ma gk 3 jr