6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4022220DEW voor werkstudenten in het 2e semester met een inleidend master niveau.
Het opleidingsonderdeel strekt ertoe de student vertrouwd te maken met het begrippenarsenaal van het internationaal privaatrecht en hem de technieken aan te leren voor het oplossen van internationaal-privaatrechtelijke casussen uit de dagelijkse rechtspraktijk.
Tijdens het algemeen deel komen achtereenvolgens aan bod:
1. Inleiding tot het IPR, met duiding van de rechtsbronnen en hun hiërarchie
2. Internationale bevoegdheid
3. Toepasselijk recht
4. Erkenning en uitvoerbaarheid
5. Aspecten van grensoverschrijdend procesrecht
Tijdens het bijzonder deel wordt aan de hand van het stramien internationale bevoegdheid, toepasselijk recht en erkenning/uitvoerbaarheid dieper ingegaan op verschillende deeldomeinen van het IPR (persoon en vermogen).
De hoorcolleges IPR worden verstrekt aan de hand van powerpointpresentaties, die de lesinhoud afbakenen. Ter ondersteuning en als schriftelijke neerslag wordt gebruik gemaakt van het handboek "Internationaal Privaatrecht. De essentie" van de hand van Kruger et al., uitgegeven bij die Keure (meest recente editie). Gebruik van de rechtsbronnen die tijdens de colleges aan bod komen, is voor een goed begrip van deze rechtstak onontbeerlijk. Zij worden onder de vorm van een bundel elektronisch aangeboden op Canvas maar gebruik van alternatieve bronnenbundel zoals "Basisbronnen van Internationaal privaatrecht" van de hand van Verhellen, uitgegeven bij Wolters Kluwer is eveneens toegelaten.
Door middel van zelfevaluatie (oefeningen op Canvas) en niet-verplichte werkcolleges wordt de student aan de hand van casussen aangeleerd om de internationale bevoegdheid en het toepasselijk recht te bepalen.
Het IPR kennen en kunnen toepassen is de algemene doelstelling van dit opleidingsonderdeel. Aldus wordt de juridische opleiding van de student vervolledigd met een internationaal luik, namelijk de oplossing van privaatrechtelijke vraagstukken met grensoverschrijdende dimensie.
De student moet door gebruik van de juiste rechtsbronnen en aan de hand van de geëigende IPR-methode in staat zijn om casussen met een grensoverschrijdende dimensie op te lossen, of het nu een vraag van internationale bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning dan wel uitvoerbaarheid of een combinatie van deze vragen betreft.
De student moet aan de hand van het IPR-begrippenarsenaal ook kritisch kunnen reflecteren over de oplossingen die door de gehanteerde IPR-methode worden bereikt en over hun wenselijkheid.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Het examen verloopt schriftelijk. Het omvat zowel meerkeuzevragen als open vragen. Die vragen peilen zowel naar theoretische kennis van IPR-leerstukken als beheersing van de IPR-methode doorheen casussen over internationale bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning en uitvoerbaarheid of een combinatie hiervan.
Gebruik van het bronnenmateriaal is toegelaten (en zelfs sterk aanbevolen) tijdens het examen, zij het in niet-geannoteerde versie. Dat wil zeggen dat het aanbrengen van structuur door markering, onderlijning of tabs wel toegelaten is, maar niet het aanbrengen van kruisverwijzingen of annotaties, in welke vorm ook.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de rechten: Dual Master in Comparative Corporate and Financial Law
Master in de rechten: Verkort traject
Master in de rechten: burgerlijk en procesrecht
Master in de rechten: criminologie
Master in de rechten: economisch recht
Master in de rechten: fiscaal recht
Master in de rechten: internationaal en Europees recht
Master in de rechten: publiek recht
Master in de rechten: sociaal recht
Master in de rechten: strafrecht