18 ECTS credits
540 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4022247FNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Je hebt 'Masterproef I' gevolgd, alvorens 'Masterproef II' op te nemen. Bovendien kan je het opleidingsonderdeel ‘Masterproef II’ enkel opnemen in de afstudeerfase van je opleiding.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Recht en Criminologie
Verantwoordelijke vakgroep
Metajuridica
Onderwijsteam
Frederik Dhondt (titularis)
Onderdelen en contacturen
540 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Na het succesvol beëindigen van het opleidingsonderdeel ‘Masterproef I: onderzoeksplan’, volgt het opleidingsonderdeel ‘Masterproef II: scriptie’, dat het schrijven van een masterproef omvat, eventueel gevolgd door een mondelinge verdediging.

Via het platform MaThiS moet de student uiterlijk 15 november van het afstudeerjaar, een aanvraag voor een onderwerp van masterproef en voor een promotor indienen. Dit is bij voorkeur het onderwerp dat werd gekozen in masterproef I en waaromtrent het onderzoeksplan werd geschreven.

Het akkoord van de promotor wordt via Mathis verleend binnen de tien kalenderdagen na aanvraag, wat automatisch de vereiste mededeling aan de decaan inhoudt. 

Bij niet-tijdige aanvraag van een onderwerp en promotor verschuift de inleverdatum van de masterproef automatisch naar de eerstvolgende inleverdatum (art. 120 §1 onderwijs-en examenreglement).

De inschrijving in MaThis staat los van de overeenkomstig art. 108 noodzakelijke registratie in de SelfService studenten voor het opleidingsonderdeel Masterproef.

De student wordt begeleid door de promotor onder wiens begeleiding de student het onderzoeksplan in ‘Masterproef I’ heeft opgesteld, maar kan ook terecht bij de masterproefcoördinator voor verdere methodologische ondersteuning.

Er wordt één hoorcollege georganiseerd door de masterproefcoördinator, waarin de richtlijnen inzake het schrijven van een masterproef in de rechten worden besproken. Die richtlijnen worden aan het begin van het academiejaar meegedeeld aan de studenten.

In voornoemd hoorcollege worden de leerresultaten, de deadlines en de gebeurlijke mondelinge verdediging besproken.

Bijkomende info

In de richtijnen inzake het schrijven van een masterproef in de rechtenopleiding, die op de website van de faculteit en het leerplatform Canvas zijn te consulteren, wordt alle informatie opgenomen, die van belang is om het masterproeftraject succesvol te kunnen doorlopen.

De indieningsdata, de richtlijnen voor het opstellen van het masterproefplan, evenals alle andere informatie i.v.m. de te volgen procedures en belangrijke data kunnen worden teruggevonden in het VUB onderwijs- en examenreglement met facultaire aanvullingen (faculteit RC), en ook in de masterproefbrochure (‘Richtlijnen Masterproef’) die op Canvas ter beschikking wordt gesteld.

Leerresultaten

Algemene competenties

In ‘Masterproef II: scriptie’ worden onderstaande leerresultaten aangeleerd en geëvalueerd:

  • De studenten hebben gespecialiseerde kennis binnen een of meer rechtsdomeinen: burgerlijk- en procesrecht, criminologie, economisch recht, internationaal en Europees recht, fiscaal recht, publiek recht, sociaal recht en/of strafrecht. 
  • Zij kunnen onafhankelijk en kritisch denken en ageren, alsook zelfstandig leren en werken.
  • De studenten beheersen met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek in hun discipline, het denkproces van kwalificatie, interpretatie en afweging, en zijn vertrouwd met de principes van de argumentatieleer. Zij kunnen een juridisch onderwerp zelfstandig en wetenschappelijk behandelen en uitdiepen. 
  • Tevens hebben zij blijk van een analytisch, synthetisch en probleemoplossend vermogen op academisch niveau.
  • De studenten kunnen hun onderzoeksresultaten aan leken en vakgenoten meedelen, waarbij zij hun standpunten duidelijk verwoorden en in discussie durven treden. Zij kunnen hierbij logisch en correct juridisch argumenteren en hun standpunt verdedigen.
  • De studenten kunnen bronnen in het Frans raadplegen, en kunnen uiteenzettingen in die taal volgen, begrijpen en samenvatten. 
  • De studenten zijn tevens vertrouwd met de vaardigheden en technieken die vereist zijn om juridische teksten, gelet op hun doelstellingen, duidelijk en in een samenhangende opbouw op te stellen, en kunnen zich daar kritisch tegenover stellen. Zij geven het resultaat van hun onderzoek weer in een duidelijk, logisch en samenhangend opgebouwd schriftelijk verslag weer.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer

Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Masterproef met een wegingsfactor 100 en aldus 100% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

I. DE MASTERPROEF WORDT BEOORDEELD OP BASIS VAN DE VOLGENDE CRITERIA:

A. de probleemstelling of onderzoeksvraag;

  •   De student slaagt erin om op een duidelijke wijze de probleemstelling te formuleren.
  •   De student slaagt erin om een duidelijke onderzoeksvraag of vragen te formuleren.
  •   De student verantwoordt de relevantie van de onderzoeksvraag of probleemstelling.
  •   De student hanteert een relevante onderzoeksbenadering.

 

B. literatuurstudie en bronnenonderzoek;

  • De student slaagt erin om op een doelgerichte manier een overzicht te geven van de primaire en secundaire bronnen die relevant zijn voor het onderzoek.
  • De student slaagt erin het onderzoek te plaatsen binnen de relevante rechtsbronnen.
  • De student slaagt erin om een geïntegreerde analyse van de relevante rechtsbronnen te schrijven (geen opsomming van auteurs of arresten).
  • De student slaagt erin, voor zover relevant voor het onderwerp, zowel lokale als Europese, buitenlandse en internationale rechtsbronnen te verwerken.

 

C. Inhoud;

  • De student slaagt erin om de inzichten van het onderzoek te toetsen aan de onderzoeksvraag/probleemstelling.
  • De student slaagt erin om op onafhankelijke en zelfstandige wijze een standpunt in te nemen binnen het academisch/juridisch debat en dit standpunt afdoend te kunnen verantwoorden.
  • De student toont aan een doorgedreven kennis en inzicht te hebben verworven in het domein van zijn/haar onderzoek.

 

D.  Schriftelijke weergave van onderzoeksresultaten;

  • De student slaagt erin om de vraagstelling te beantwoorden.
  • De student slaagt erin om zijn/haar belangrijkste bevindingen synthetisch samen te brengen.
  • De student slaagt erin onderzoeksresultaten te presenteren op basis van regels van argumentatie.
  • De student slaagt erin om academische verantwoorde wijze de resultaten voor te stellen.

 

E. taalgebruik, grammatica, spelling en stijl.

  • De student slaagt erin om zijn/haar betoog zorgvuldig en taalkundig correct te verwoorden.
  • De student gebruikt een schrijfstijl die gepast is voor een masterproef.
  • De student slaagt erin de masterproef professioneel vorm te geven (titelblad, lay-out, huisstijl).
  • De student gebruikt een referentiesysteem op een correcte manier (V&A of voor buitenlandse of internationale rechtsbronnen een evenwaardig referentiesysteem, b.v. OSCOLA)

II. DE MASTERPROEF WORDT BEOORDEELD OP BASIS VAN DE VOLGENDE WAARDENSCHAAL:

0-9 “Onvoldoende” De leerdoelen werden niet bereikt. Het werk bereikte niet de vereiste standaard. Oorzaken kunnen ondermeer zijn dat het werk geen antwoord biedt op de onderzoeksvraag; dat het is gebaseerd op onvoldoende onderzoek; er zijn substantiële fouten; de argumentatie en analyse is gebrekkig of ontbreekt. De beslissing om een masterproef als onvoldoende te evalueren dienst omstandig gemotiveerd te worden.

10-12 “Voldoende” Het werkstuk heeft de vereiste standard bereikt maar slechts met een beperkte of oppervlakkige analyse; reflecteert niet de verschillende meningen en visies in de literatuur; is niet gebaseerd op een omstandig bronnenonderzoek. Er kunnen ook gebreken zijn in de argumentatie, de verwijzingen, de stijl en taal of de bibliografie. 

13-14 “Goed” De masterproef omvat een heldere en samenhangende analyse; er is een duidelijke probleemstelling van een juridisch en/of maatschappelijk relevant probleem; er is kritisch begrip van de materie en de onderzoeksmethoden; er is een relevante literatuurstudie uitgevoerd; de masterproef bereikt het vereist niveau wat betreft taal, stijl, presentie en referenties.

15-16 “Zeer goed” De student slaagt er goed in om het onderzoek onafhankelijk te plannen en uit te voeren; de masterproef geeft blijk van en een brede en relevante literatuurstudie; de student slaagt erin om relevant concepten en theorieën te betrekken in de analyse; de student slaagt erin om een complex en intelligent betoog te ontwikkelen; er is een geavanceerd inzicht in de relevante bronnen met een relevant balans tussen feitelijke details en de relevante opvattingen. De originele bronnen en de onderliggende veronderstellingen en argumenten worden in vraag gesteld en geëvalueerd; de taal, stijl en referenties zijn correct.

17-20 “Uitmuntend”: De student geeft blijk van een grote vaardigheid in het zelfstandig ontwikkelen van een relevante onderzoeksvraag, en de planning en de uitvoering van het onderzoek. De student geeft blijk van een grote vaardigheid in het evalueren van de literatuur en de theorie en slaagt erin om een hierover een zelfstandig oordeel te vellen. De student bereikt een hoog niveau van creativiteit, originaliteit en onafhankelijkheid in zijn/haar denken. De student kan de onderzoeksmethodes kritisch evalueren en kan zelf nieuwe invalshoeken voorstellen. De student geeft blijk van een groot vermogen voor kritische analyse. De masterproef bereikt een zeer hoog niveau wat betreft de taal, stijl, presentatie en referenties.

III MONDELINGE VERDEDIGING

In de onderstaande omstandigheden grijpt een mondelinge verdediging plaats: 

  1. Op vraag van de student;

Na ontvangst van de verslagen en de quoteringen van de promotor en de commissaris via MaThiS beschikt de student over een termijn van drie kalenderdagen om een mondelinge verdediging te vragen. Die termijn begint op de dag die volgt op de ontvangst van de verslagen en quoteringen. De student richt binnen die termijn een verzoek aan de masterproefcoördinator van de opleiding rechten via facrc@vub.be. De promotor, de commissaris en de student worden van de mondelinge verdediging per e-mail op de hoogte gebracht.

  1.  Indien het verschil in de quotering van de promotor en de commissaris bedraagt meer dan vier punten;

Wanneer de masterproefcoördinator van de opleiding rechten vaststelt dat het verschil in de quotering van de promotor en de commissaris meer dan vier punten bedraagt, beslist deze dat een mondelinge verdediging zal plaatsgrijpen. De promotor, de commissaris en de student worden hiervan per e-mail op de hoogte gebracht.

  1. Op beslissing van de masterproefcoördinator van de opleiding rechten, na hiertoe op gemotiveerde wijze te zijn verzocht door de promotor of de commissaris.

Als de masterproefcoördinator oordeelt dat een mondelinge verdediging moet plaatsgrijpen, worden de promotor, de commissaris en de student hiervan per e-mail op de hoogte gebracht.

Wanneer een mondelinge verdediging plaatsgrijpt stelt, na afloop van de mondelinge verdediging, de masterproefjury een beoordeling op en geeft zij een eindcijfer aan de hand van waarderingsschaal die wordt gebruikt voor de beoordeling van de masterproef.

Wanneer geen mondelinge verdediging plaatsgrijpt worden de beoordeling en quotering van de promotor en de commissaris, zoals opgenomen in MaThiS, definitief.

De beide quoteringen worden samengevoegd en herleid tot een resultaat op 20 punten.

Wanneer de student geen masterproef heeft ingediend in de eerste zittijd, overeenkomstig het Onderwijs- en examenreglement, of niet geslaagd is voor het opleidingsonderdeel in de eerste zittijd, dient hij ten laatste op 16 augustus een (herwerkte) masterproef in te dienen.

Voor de beoordeling en quotering wordt gehandeld zoals in de eerste zittijd.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in de rechten: Dual Master in Comparative Corporate and Financial Law
Master in de rechten: burgerlijk en procesrecht
Master in de rechten: criminologie
Master in de rechten: economisch recht
Master in de rechten: fiscaal recht
Master in de rechten: internationaal en Europees recht
Master in de rechten: publiek recht
Master in de rechten: sociaal recht
Master in de rechten: strafrecht
Master in de rechten: Law and Technology