Urban Education

6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 4 met studiegidsnummer 1022990BNW voor werkstudenten in het 1e semester met een verdiepend bachelor niveau.

Semester

1e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Verantwoordelijke vakgroep

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Onderwijsteam

Gustaaf Cornelis
Joost Vaesen (titularis)
Ingeborg Plackle
Andy Thys
Els Govaerts
Nathalie Michalek

Onderdelen en contacturen

0 contacturen Exam
20 contacturen Practical exercises
160 contacturen Self study

Inhoud

Leerlijn Beroepspraktijk

Dit studiedeel is opgebouwd aan de hand van verschillende activiteiten die zicht geven op de debatten, troeven en uitdagingen van onderwijs in een (groot)stad. Het ‘stadslabo’ brengt studenten naar twee scholen en de buurten waarin ze gelegen zijn, die als casus in kleine groep (ca. 5 leden per groep) worden onderzocht. Debatten en problematieken in vier domeinen (onderwijsorganisatie, schoolinfrastructuur, profiel en diversiteit van de leerlingen, de school en de buurt) komen daarbij aan bod, waarbij studenten ter plaatse (on site) en nadien (off site) gegevens verzamelen. Studenten bestuderen het onderwijs in de (groot)stad aan de hand van onderzoeksvragen en –middelen die hen worden aangereikt. Het perspectief van de leerlingen en leerkrachten staat centraal, waarbij nagegaan wordt hoe zij het onderwijs in de (groot)stad ervaren en vooral, hoe ze naar het onderwijs van de toekomst kijken. De opgedane kennis en informatie wordt verzameld en geïntegreerd en voorgesteld.

Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage van 36 uren. Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt kan het dat de student onvoldoende unieke lesuren kan presteren voor dit opleidingsonderdeel. In dat geval worden bijkomende opdrachten uit het reguliere traject gegeven, a rato van de ontbrekende uren.

Leerlijn Reflecterend en onderzoekend handelen

Via reflectiesessies in kleine groepen analyseren studenten op een systematische manier hun ervaringen met een authentieke (groot)stedelijke context. De sessies worden gestructureerd volgens het kader van GRROW-coaching.

Tijdens de eerste sessie bespreken studenten hun onderwijsvisie met medestudenten. De studenten worden eveneens aangemoedigd om de eigen onderwijsvisie te koppelen aan de eerste ervaringen uit het stadslabo. Aan de hand van een dialoog met medestudenten en een positionering op de dimensies van professionele identiteit (leraarschap) versterken de studenten hun onderwijsvisie.

Tijdens de tweede sessie staan reflectie op de ervaringen uit het stadslabo en de eigen samenwerkingsvaardigheden in het kader van de opdrachten voor de beroepspraktijk centraal. Studenten worden aangemoedigd om gebeurtenissen, overtuigingen en personen vanuit verschillende perspectieven te bekijken (technisch niveau van reflectie) en aangeboden referentiekaders uit het stadslabo te integreren in de eigen reflectie.

Studenten dragen tijdens beide sessies actief bij tot de reflectie van medestudenten door principes van coaching toe te passen (bijv. openstaan voor het verhaal van anderen, visie verwoorden over praktijkervaringen van anderen, anderen helpen verschillende perspectieven in te nemen ...).

Voor studenten met een LIO-statuut: via reflectiesessies in kleine groepen analyseren studenten op een systematische manier hun ervaringen met de beroepspraktijk. Zij slagen erin om aangeboden referentiekaders te integreren in de eigen reflectie. De sessies worden gestructureerd volgens het kader van GRROW-coaching.

Leerlijn Visie op leraarschap

Het thema van ‘Urban Education’ (kader, lopende debatten) en de casus Brussel worden toegelicht. Er worden eveneens een aantal workshops georganiseerd of leermaterialen aangeboden, die dieper ingaan op bepaalde aspecten van de troeven en uitdagingen van onderwijs in een (groot)stad/urban education.

Daarnaast krijgen studenten een introductie op (onderwijs-)filosofie in relatie tot de dagelijkse klaspraktijk. De invloeden van politiek en levensbeschouwing, projecten van onderwijsnetten, schoolvisies, … worden in kaart gebracht, tegen elkaar afgewogen en verwerkt. De studenten krijgen referentiekaders aangeboden over waarden en professionele identiteit. Ze leren de morele en politieke implicaties inzien van dagelijkse beslissingen in de onderwijspraktijk. Studenten verwerken dit tot een eigen onderwijsvisie. Ze staan stil bij hun professionele identiteit als leraar en hun visie op onderwijs.

Studiemateriaal

Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Artikels/slides beschikbaar via leerplatform
Handboek (Aanbevolen) : Eerlijke wetenschap: waarom hebben wetenschapsmensen een geweten nodig?, Cornelis, G., Lannoo Campus., 9789401413312, 2013
Handboek (Vereist) : Academisch schrijven tijdens de hogere opleiding, De pen is machtiger dan het zwaard., Cornelis, G., Pelckmans Pro., 9789463370608, 2017
Praktisch cursusmateriaal (Vereist) : Zelfstandig op te sporen literatuur

Bijkomende info

Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 15 contacturen ingericht. 165u worden gepresteerd als zelfstudie.

Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

1, 5, 9, 13, 14, 15, 16, 17, 19, 21

Doelen

Leerlijn Beroepspraktijk

De student kan actoren, factoren en processen die een rol spelen in de organisatie en werking van het onderwijskundig systeem in België en Brussel identificeren, hun betekenis illustreren en verklaren.
De student kan bredere onderwijskundige processen toetsen aan een specifieke casus.
De student kan zelfstandig en in groep literatuur- en praktijkonderzoek verrichten over een actueel onderwijskundig/pedagogisch thema en kan daarover schriftelijk en mondeling rapporteren met referentie aan recente theorievorming.

Leerlijn Reflecterend en onderzoekend handelen

De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid.
De student kan de eigen onderwijsvisie op een (zelf)kritische manier ter discussie stellen, bijsturen en erover rapporteren.
De student kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling.
De student kan de ervaring met een authentieke (groot)stedelijke context op een systematische manier analyseren en de aangereikte referentiekaders en relevant (onderwijs)onderzoek gebruiken.
De student kan gebeurtenissen, overtuigingen en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken.
De student levert een constructieve bijdrage aan het leerproces van anderen door de principes van coaching toe te passen (bijv. openstaan voor het verhaal van anderen, visie verwoorden over praktijkervaringen van anderen, anderen helpen verschillende perspectieven in te nemen ...).
De student kan reflecteren over de eigen samenwerkingsvaardigheden.

Leerlijn Visie op leraarschap

De student heeft kennis over en inzicht in de historische en recente ontwikkelingen in het onderwijskundig landschap.
De student heeft inzicht in recente debatten omtrent de organisatie en invulling van onderwijs in een grootstad.
De student kan onderwijsfilosofische referentiekaders en humanistisch geïnspireerde principes van wetenschappelijke en professionele integriteit vertalen naar de eigen visie en naar de klaspraktijk.
De student kan kritisch reflecteren over zijn visie op onderwijs en de plaats ervan in de samenleving.
De student kan onderwijsthema’s vanuit een referentiekader over waarden kritisch benaderen.
De student neemt een humanistische en integere houding aan.
De studenten kunnen resultaten van onderzoek presenteren aan de hand van een academische poster.
De studenten kunnen een adequate, bondige (mondelinge) presentatie geven ter verduidelijking van een academische poster.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Praktijk bepaalt 10% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 90% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

Reflectiesessies met een wegingsfactor 10 en aldus 10% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De studenten worden beoordeeld op hun reflectie- en coachingsvaardigheden tijdens de sessies (leerlijn reflecterend en onderzoekend handelen). Opdrachten ter voorbereiding en opvolging van de sessies worden opgenomen in het portfolio.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

Onderzoeksposter met een wegingsfactor 80 en aldus 80% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De studenten maken een onderzoeksposter in groepsverband en presenteren en verdedigen deze. De poster wordt geprint op A0-formaat.
Aanwezigheid op de verdediging is vereist.
Studenten maken ook een peer assessment ter evaluatie van het groepswerk.
Correcte bronvermeldingen zijn een voorwaarde om te slagen.

Voor studenten met een LIO-statuut: In samenspraak met de titularissen kunnen LIO-studenten de onderzoeksposter individueel uitwerken, op basis van hun eigen lesopdracht en schoolcontext.
Paper Onderwijsvisie met een wegingsfactor 10 en aldus 10% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De studenten schrijven een eerste versie van een onderwijsvisie voor de aanvang van de stadslabo’s. In de finale versie kunnen zij hun inzichten uit de onderzoeksposter verwerken in hun rapport.
Het rapport moet taalkundig correct zijn.
Correcte bronvermeldingen zijn een voorwaarde om te slagen.

Aanvullende info mbt evaluatie

Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel neemt de student deel aan alle onderdelen van de evaluatie. Er kan slechts een eindcijfer worden berekend indien voor elke opdrachtcategorie van de evaluatie een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere opdrachtcategorieën resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw). Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als voor elke opdrachtcategorie minstens 7/20 wordt behaald. De toegekende eindscore is dan het cijfer toegekend aan het laagst gescoorde examenonderdeel.

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context