Masterproef Deel 1

9 ECTS credits
270 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 4022330DNR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een inleidend master niveau.

Semester

1e en 2e semester

Inschrijving onder examencontract

Niet mogelijk

Beoordelingsvoet

Beoordeling (0 tot 20)

2e zittijd mogelijk

Onderwijstaal

Nederlands

Faculteit

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Verantwoordelijke vakgroep

Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding

Onderwijsteam

Iris Stiers
Inge Bogaert
Vicky Willegems
Promotor . (titularis)

Onderdelen en contacturen

12 contacturen Werkvormen en Praktische Oef.
258 contacturen Zelfwerk en -studie

Inhoud

Doel: In dit opleidingonderdeel wordt het onderzoek dat zal worden uitgevoerd in masterproef deel 2 voorbereid.

Onderwerpen & promotor: Bij aanvang van het eerste semester ontvangt de student een lijst met onderwerpen of onderzoeksdomeinen (ter inspiratie). De onderwerpen die in aanmerking komen voor de masterproef zijn gelinkt aan het vakinhoudelijke domein (afstudeerrichting/masteropleiding) van de student met verwantschap aan onderwijs. Ten laatste voor de wintervakantie krijgt de student zijn onderwerp en promotor(en) definitief toegekend. De student werkt een masterproefplan uit en presenteert dit aan leden van het academisch personeel en peers.

Begeleiding lerarenopleiding: In de loop van het academiejaar worden door de lerarenopleiding onderzoeksseminaries ingericht om de studenten te oriënteren binnen onderwijsrelevant onderzoek (vakdidactisch en pedagogisch), onderwijsspecifieke onderzoeksparadigma’s en onderzoeksmethoden.

Begeleiding promotor: Tijdens de oriëntering (eerste semester) belegt de student het eerste oriënterend overleg met zijn/haar promotor(en). Daarin vindt een eerste inhoudelijke bespreking plaats van het onderwerp. Er wordt o.a. bepaald op welke wijze de onderwijsrelevantie kan worden gerealiseerd en hoe een eventuele praktijktoetsing vorm kan krijgen. Verder worden ook afspraken gemaakt m.b.t. het proces (m.i.v. tussentijdse deadlines, begeleidingsmomenten met promotor(en) en te volgen seminaries).

Een handleiding met bijkomende informatie (deadlines, vorm van indienen, beoordeling en afwijkende (vormelijke) afspraken tussen de verschillende domeinen...) is terug te vinden op de cursusruimte (CANVAS) van dit opleidingsonderdeel.

Studiemateriaal

Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Beschikbaar via Canvas
Handboek (Aanbevolen) : Academisch schrijven tijdens de hogere opleiding, De pen is machtiger dan het zwaard, Cornelis, G., Pelckmans Pro, 9789463370608, 2017

Bijkomende info

Er wordt verwacht dat studenten zes research seminars (werkcolleges) binnen dit OO bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden.

Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

2, 14, 15, 18, 22

Doelen

De student neemt een algemeen onderzoekende houding aan.
De student hanteert een academische schrijfstijl en respecteert daarbij de regels omtrent wetenschappelijke integriteit (respecteren van het auteursrecht, respecteren van privacy-regels en regels omtrent verzamelen en opslag van data, navolgbare beschrijving van onderzoekshandelingen).
De student kan in overleg met de promotor(en), en desgevallend gekoppeld aan een praktijkvraag van een onderzoeksteam in de onderwijspraktijk waarmee hij/zij mee samenwerkt, een wetenschappelijk relevante probleemstelling afbakenen.
De student kan een gerichte literatuurstudie verrichten binnen de internationale onderzoeksliteratuur uit het vakdomein en uit leraarschap, en uit de gevonden literatuur kritisch de relevante bronnen selecteren op basis van kwaliteitscriteria.
De student kan uit de literatuurstudie de actuele bevindingen rond het onderwerp samenbrengen in een kernachtig betoog dat overtuigend aantoont waarom verder onderzoek noodzakelijk is en wat de maatschappelijke relevantie van dit onderzoek is voor de onderwijspraktijk.
De student kan heldere, afgebakende onderzoeksvragen formuleren, die wetenschappelijk relevant zijn en voor de praktijk een meerwaarde betekenen.
De student kan, desgevallend in overleg met een onderzoeksteam, een eerste concept van het onderzoeksdesign uitwerken met een voorstel voor methodologie die gepast is om de onderzoeksvraag te beantwoorden en die aansluit bij het theoretische kader waarbinnen de probleemstelling zich situeert.
De student kan een goed gestructureerd onderzoeksvoorstel presenteren aan een publiek van vakgenoten en zijn/haar keuzes (o.a. paradigmakeuzes) verantwoorden.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 70% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 20% van het eindcijfer

Andere bepaalt 10% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

Schriftelijk examen - werkstuk met een wegingsfactor 70 en aldus 70% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Het masterproefplan bestaat uit volgende delen:
• Inleiding op de masterproef: waarin een duidelijke
probleemstelling ontwikkeld is en de onderwijsrelevantie geduid
wordt, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur.
• Onderzoeksplan: waarin het opzet van het onderzoek
beschreven wordt, m.i.v. onderzoeksvragen, onderzoeksdesign, methode, planning, analyses, etc.
Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel dient de student een voldoende cijfer te behalen op zowel de inleiding als het onderzoeksplan.
De promotor (en desgevallend de tweede promotor) is (zijn) de beoordelaar(s).

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

Presenteren met een wegingsfactor 20 en aldus 20% van het totale eindcijfer.

Toelichting: De student presenteert zijn masterproefplan aan medestudenten en promotoren binnen de educatieve master. De toehoorders peilen naar de methodologische inzichten/ keuzes en formuleren suggesties voor de uitvoering van het onderzoek.
De presentatie en het daaropvolgende gesprek worden beoordelend door de promotor of begeleider via de beoordelingswijzer.

Binnen de categorie Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

Procesevaluatie met een wegingsfactor 10 en aldus 10% van het totale eindcijfer.

Toelichting: Bij de beoordeling van het proces worden volgende criteria in acht genomen met betrekking tot sociale en organisatorische vaardigheden:
• Contact begeleider
• Initiatief en volharding
• Planmatigheid en stiptheid
• Ethisch handelen
• Omgaan met feedback en kritiek
• Communicatie met onderzoeks- en werkveldpartners
Deze score wordt toegekend door hij/ zij die de begeleiding op zich nam. Voor de scorebepaling kan hij zich bijkomend laten informeren door relevante actoren (vb. wervkeldpartners die betrokken waren bij de valorisatie).

Aanvullende info mbt evaluatie

Toegestane onvoldoende

Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context