3 ECTS credits
90 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 4022783DNW voor werkstudenten in het 1e semester met een inleidend master niveau.
Leerlijn Beroepspraktijk
Deze stage omvat 4u participerend observeren inclusief opdrachten verbonden aan de observatie (bv. beginsituatie in kaart brengen) en het eindgesprek met de mentor ter voorbereiding van de stage in vakdidactiek 2. In functie van deze stage dient de stage-administratie (stagecontract, stagerooster, e.d.) in orde te worden gebracht. De student voert één oefenminiles uit tijdens de werkcolleges vakdidactiek. Actieve deelname aan de miniles is verplicht om de stages in vakdidactiek 2 te mogen aanvatten.
Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage van 28 uren (en indien van toepassing preservice of alternatieve stage). De student voert een oefenminiles uit tijdens de werkcolleges vakdidactiek. Actieve deelname aan de miniles is verplicht om de stages in vakdidactiek 2 te mogen aanvatten. Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt kan het dat de student onvoldoende unieke lesuren kan presteren voor dit opleidingsonderdeel. In dat geval worden bijkomende opdrachten uit het reguliere traject gegeven, a rato van de ontbrekende uren
Leerlijn Vakdidactiek
Binnen dit opleidingsonderdeel wordt er naast de situering van het vakdomein in het huidige Vlaamse onderwijs specifieke aandacht besteed aan het vertalen van vakspecifieke concepten en referentiekaders voor het creëren van een optimale krachtige leeromgeving. De studenten Engels 1 leren binnen opleidingsonderdeel hoe ze de talige competenties van hun leerlingen (verder) kunnen ontwikkelen door middel van didactische keuzes. Vertrekpunt is de leraar als deel van een groter geheel. Ze leren hoe ze eindtermen, curriculumdossiers (indien van toepassing) en leerplannen kunnen vertalen naar de klasvloer, maar ook hoe maatschappelijke en politieke debatten/discussies en nieuwe wetenschappelijke inzichten een impact (kunnen) hebben op hun klaspraktijk.
De rode draad doorheen dit opleidingsonderdeel is de stapsgewijze vakspecifieke ondersteuning bij het ontwerp van een krachtige leeromgeving zodat deze kunnen uitgetest worden op het einde van dit opleidingsonderdeel. De studenten hebben de kans een individuele mini-les te geven binnen het domein vakdidactiek Engels.
Opleidingsspecifieke leerresultaten
1, 2, 3, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 20
Doelen
Leerlijn Beroepspraktijk
Leerlijn Vakdidactiek
De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude.
De student kent en begrijpt de opbouw van de verschillende leerplannen Engels en kan op basis hiervan lesinhouden selecteren
De student vertrekt vanuit de beginsituatie van de leerlingengroep om lesdoelen te formuleren en koppelt voor de uitwerking van de les de nodige werkvormen hieraan. Doordat de meeste leerlingengroepen heterogeen zijn (speakers of other/multiple languages, (near) native speakers) voorziet hij hiervoor de nodige ondersteuning op maat.
De student kan lesdoelen formuleren en deze koppelen aan de leerinhouden en taalvaardigheidsverwerving die hij geselecteerd en geconstrueerd heeft binnen de horizontale en verticale samenhang (i.e. de constructive alignment) van een les(senreeks)
De student kan les- en instructiemodellen uit de taaldidactiek benutten, waaronder de OVUR-methode, om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en werkt hiervoor de meeste geschikte vorm van uit naargelang de beginsituatie van een klasgroep
De student kan een krachtige leeromgeving ontwerpen vanuit het kader van de 21st century skills. In deze krachtige leeromgeving is er plaats voor grammatica, woordenschat en de verschillende vaardigheden.
De student kan vakdidactisch onderzoek benutten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en om het eigen didactisch handelen te kaderen.
De student laat leerlingen actief aan de slag gaan met de verschillende vaardigheden en leerinhouden via zinvolle en logische werkvormen gecombineerd met doordachte vormen van ondersteuning en groeperingsvormen. De student kent ook verschillende bestaande handboeken en materialen die gebruikt kunnen worden in hetzij het secundair onderwijs, hetzij het volwassenonderwijs. De student is vertrouwd met bestaande handboeken, materialen en methodes ontworpen voor TEFL = teaching English as a foreign language.
De student kan de basismodellen voor differentatie naar interesse, leerstatus en leerprofiel toepassen bij het uitwerken van lesvoorbereiding.
De student maakt gebruik van actuele en authentieke contexten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen. Hij kan de leerlingen motiveren om te reflecteren over taalgebruik en taalgebruikssituaties eigen aan het Engels.
De student past verschillende manieren toe om na te gaan in welke mate lesdoelen al dan niet bereikt zijn.
De student verwerkt een op groei gerichte opvolging in zijn lessen op basis van de beginsituatie en de doelen.
De student kan een krachtige leeromgeving ontwerpen zowel in fysieke als in digitale vorm en gebruik maken van geschikte tools voor de lessen Engels.
De student maakt gebruik van de mogelijkheden en de opportuniteiten die een diverse klasgroep met zich meebrengt om een krachtige leeromgeving in de lessen Engels te creeëren.
De student kan via taalgericht vakonderwijs cultuur aanbrengen. Hij kan de leerlingen laten kennis maken met de Angelsaksische cultuur, maatschappij, geschiedenis en politiek en hij moedigt ze aan om te willen communiceren in het Engels. De student kan de leerlingen motiveren om taal op een abstracter niveau te bestuderen.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer
Examen Praktijk bepaalt 40% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als voor elke opdrachtcategorie minstens 7/20 wordt behaald. De toegekende eindscore is dan het cijfer toegekend aan het laagst gescoorde examenonderdeel.
Als het cijfer voor de opdrachtcategorie praktijk onvoldoende is, is remediëring een bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding.
Actieve deelname aan de oefenminiles is verplicht om te kunnen starten met de beroepspraktijk van vakdidactiek 2
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de talen: 1 taal (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: 2 talen (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Diest)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Leuven)