3 ECTS credits
90 u studietijd
Aanbieding 4 met studiegidsnummer 4022791DNW voor werkstudenten in het 1e semester met een inleidend master niveau.
Leerlijn Beroepspraktijk
De studenten voeren een participerende observatiestage en een miniles uit.
In de participerende observatie observeren studenten de klaspraktijk van het vak Frans bij een mentor. In de mate van het mogelijke nemen de studenten actief deel aan deze lessen (volgens afspraak met de mentor). Het doel van de participerende observatiestage is een breed en genuanceerd beeld te vormen van de leeromgeving. Tijdens het observeren brengen de studenten daarom verschillende dimensies van de leeromgeving grondig in kaart (beginsituatie, lesopbouw, werkvormen, interactie etc.). De totale stageomvang bedraagt 4 uur participerende observatie voor vakdidactiek Frans en een eindgesprek met de mentor.
De studenten voeren een miniles uit tijdens de werkcolleges vakdidactiek. Actieve deelname aan de miniles is verplicht om de stages in Vakdidactiek 2 te mogen aanvatten.
Voor studenten met een LIO-statuut: In-service stage van 28 uren. Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt of indien de lesopdracht van de LIO-student niet of onvoldoende aansluit bij de vakdidactiek, wordt een bijkomende opdracht uit het reguliere traject gegeven.
Leerlijn Vakdidactiek
Binnen dit opleidingsonderdeel wordt er naast de situering van het vakdomein in het huidige Vlaamse onderwijs specifieke aandacht besteed aan het vertalen van vakspecifieke concepten en referentiekaders voor het creëren van een optimale krachtige leeromgeving. De studenten Frans 1 leren binnen opleidingsonderdeel hoe ze de talige competenties van hun leerlingen (verder) kunnen ontwikkelen door middel van didactische keuzes. Vertrekpunt is de leraar als deel van een groter geheel. Ze leren hoe ze eindtermen, curriculumdossiers (indien van toepassing) en leerplannen kunnen vertalen naar de klasvloer, maar ook hoe maatschappelijke en politieke debatten/discussies en nieuwe wetenschappelijke inzichten een impact (kunnen) hebben op hun klaspraktijk.
De rode draad doorheen dit opleidingsonderdeel is de stapsgewijze vakspecifieke ondersteuning bij het ontwerp van een krachtige leeromgeving zodat deze kunnen uitgetest worden op het einde van dit opleidingsonderdeel. De studenten hebben de kans een individuele mini-les te geven binnen het domein vakdidactiek Frans.
Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 9 contacturen ingericht. 81u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage).
Er wordt verwacht dat studenten alle lessen binnen dit opleidingsonderdeel bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden (professionele attitude).
Bijkomende info leerlijn stage: De observatiestage vindt plaats in de daarvoor voorziene stageperiode (6 november 2023 t.e.m. 1 december 2023). Er wordt verwacht dat studenten de stage-uren evenwichtig spreiden met oog op een optimaal leerrendement. Voor gedetailleerde informatie over de modaliteiten van de stage wordt verwezen het stagereglement.
In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan een geïntegreerde set van competenties die nodig is voor het ontwerpen van een krachtige leeromgeving. In de stage wordt de integratie van de leerresultaten uit de andere leerlijnen en uit het opleidingsonderdeel Krachtige leeromgeving beoogd.
Opleidingsspecifieke leerresultaten
1, 2, 3, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 20
Doelen
Leerlijn Beroepspraktijk
De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude (m.i.v. planning/ voorbereiding van en communicatie over de stage en miniles).
De student kan aan de hand van een instrumentarium voor breed observeren de verschillende kenmerken van de beginsituatie van een leergroep identificeren en in kaart brengen.
De student kan onderbouwde voorstellen formuleren om de diversiteit in een leergroep constructief te benutten in de onderwijspraktijk.
De student kan aan de hand van pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders de geobserveerde onderwijspraktijk analyseren.
De student kan een lesvoorbereiding voor een leergroep uitwerken, waarin beginsituatie, leerdoelen en leer- en evaluatieactiviteiten geëxpliciteerd en op elkaar afgestemd zijn.
De student kan de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, nodig voor het ontwerpen van een krachtige leeromgeving, verwerken in de voorbereiding van een miniles (m.i.v. gepaste leerdoelen formuleren en leermiddelen en leer- en evaluatieactiviteiten ontwerpen aansluitend op de beginsituatie van een leergroep).
De student gaat constructief om met feedback op de voorbereiding en uitvoering van de miniles en kan aan peers onderbouwde feedback geven over hun minilessen.
De student kan kritisch terugkijken naar de gegeven miniles en participerende observatiestage, erover reflecteren en eventueel een alternatief formuleren.
De student gaat op een respectvolle manier en discreet om met informatie over de leerling/ student/ leerkrachten/ school/ begeleiders.
Leerlijn Vakdidactiek
De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude.
De student kent en begrijpt de opbouw van de verschillende leerplannen Frans en kan op basis hiervan lesinhouden selecteren
De student vertrekt vanuit de beginsituatie van de leerlingengroep om lesdoelen te formuleren en koppelt voor de uitwerking van de les de nodige werkvormen hieraan. Doordat de meeste leerlingengroepen heterogeen zijn (Nederlandstalige, Franstalige, tweetalige en anderstalige leerlingen) voorziet hij hiervoor de nodige ondersteuning op maat.
De student kan lesdoelen formuleren en deze koppelen aan de leerinhouden en taalvaardigheidsverwerving die hij geselecteerd en geconstrueerd heeft binnen de horizontale en verticale samenhang (i.e. de constructive alignment) van een les(senreeks)
De student kan les- en instructiemodellen uit de taaldidactiek benutten, waaronder de OVUR-methode, om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en werkt hiervoor de meeste geschikte vorm van uit naargelang de beginsituatie van een klasgroep
De student kan een krachtige leeromgeving ontwerpen vanuit het kader van de 21st century skills. In deze krachtige leeromgeving is het vertrekpunt de taakgerichte benadering, met aandacht voor de rol en de plaats van grammatica, woordenschat en de verschillende vaardigheden.
De student kan vakdidactisch onderzoek benutten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen en om het eigen didactisch handelen te kaderen.
De student laat leerlingen actief aan de slag gaan met de verschillende vaardigheden en leerinhouden via zinvolle en logische werkvormen gecombineerd met doordachte vormen van ondersteuning en groeperingsvormen. De student raakt ook vertrouwd met verschillende bestaande handboeken, materialen en methodes ontworpen voor FLE ( = français langue étrangère) en dit zowel voor het secundair onderwijs als voor het volwassenonderwijs.
De student kan de basismodellen voor differentatie naar interesse, leerstatus en leerprofiel toepassen bij het uitwerken van lesvoorbereiding.
De student maakt gebruik van actuele en authentieke contexten om een krachtige leeromgeving te ontwerpen. Hij kan de leerlingen motiveren om te reflecteren over taalgebruik en taalgebruikssituaties eigen aan het Frans, en dit vooral in de huidige Brusselse en Vlaamse context.
De student past verschillende manieren toe om na te gaan in welke mate lesdoelen al dan niet bereikt zijn.
De student verwerkt een op groei gerichte opvolging in zijn lessen op basis van de beginsituatie en de doelen.
De student kan een krachtige leeromgeving ontwerpen zowel in fysieke als in digitale vorm en gebruik maken van geschikte tools voor de lessen Frans.
De student maakt gebruik van de mogelijkheden en de opportuniteiten die een diverse klasgroep met zich meebrengt om een krachtige leeromgeving in de lessen Frans te creeëren.
De student kan via taalgericht vakonderwijs de leerlingen laten kennis maken met de Franstalige cultuur in brede zin (maatschappij, geschiedenis, politiek, artistiek, ...) en hij moedigt ze aan om te communiceren met Franstaligen. De student kan de leerlingen motiveren om taal op een abstracter niveau te bestuderen.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer
Examen Praktijk bepaalt 20% van het eindcijfer
Examen Andere bepaalt 20% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:
Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als:
Niet deelnemen aan of niet slagen voor de miniles of observatiestage resulteert in een remediëringstraject voor Vakdidactiek 2 (bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding).
Een tekort op de observatiestage kan slechts worden ingehaald in een volgende nuttige zittijd. De titularis kan in het geval van doorverwijzing naar de volgende nuttige zittijd toestaan dat de punten behouden blijven voor de reeds succesvol afgelegde onderdelen.
En als hij/zij voor elk onderdeel van de evaluatie (werkstuk, observatiestage en miniles) minstens 7/20 heeft behaald. Als voor minstens één van de onderdelen een score lager dan 7/20 werd behaald, is de toegekende eindscore gelijk aan het cijfer dat toegekend werd aan het laagst gescoorde examenonderdeel.
Hij/ zij heeft deelgenomen aan alle onderdelen van de evaluatie: het werkstuk, de observatiestage en de miniles. Er kan pas een eindcijfer worden berekend als voor al deze onderdelen een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere onderdelen resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw).
Bij de evaluatieopdracht is het gebruik van generatieve AI toegestaan om te ondersteunen mits er op een verantwoordelijke en integere manier gewerkt wordt met deze AI-tools. Elk gebruik van generatieve AI moet op een passende manier worden aangegeven (zie richtlijnen op Canvas)
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de talen: 1 taal (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: 2 talen (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)