3 ECTS credits
90 u studietijd

Aanbieding 4 met studiegidsnummer 4022794ENW voor werkstudenten in het 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Je hebt ‘Vakdidactiek Frans 1’ gevolgd, alvorens ‘Vakdidactiek Frans 2’ op te nemen. 'Vakdidactiek Frans 2’ opnemen houdt in dat je gelijktijdig ‘Positief en inclusief leefklimaat TA’ volgt of reeds geslaagd bent voor ‘Positief en inclusief leefklimaat TA’.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Verantwoordelijke vakgroep
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Onderwijsteam
Ingeborg Plackle
Jill Surmont (titularis)
Pascale Fierens
Onderdelen en contacturen
8 contacturen Werkvormen en Praktische Oef.
82 contacturen Zelfwerk en -studie
Inhoud

Leerlijn Beroepspraktijk

De studenten starten in dit opleidingsonderdeel met 2 lesuren co-teaching voor vakdidactiek Frans. De vorm van co-teaching is afhankelijk van de noden die de situatie stelt. Vervolgens wordt overgegaan naar een begeleide oefenstage voor vakdidactiek Frans. Hierbij ontwerpen studenten lessen (7u) die ze eveneens uitvoeren in de klaspraktijk, in aanwezigheid van de mentor. 

Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage van 28 uren (en indien van toepassing preservice of alternatieve stage).  Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt kan het dat de student onvoldoende unieke lesuren kan presteren voor dit opleidingsonderdeel. In dat geval worden bijkomende opdrachten uit het reguliere traject gegeven, a rato van de ontbrekende uren. In gevallen waar de lesopdracht van de LIO-student niet of onvoldoende aansluit bij de vakdidactiek, wordt een bijkomende opdracht uit het reguliere traject gegeven, nl. begeleide oefenstage. Hierbij ontwerpt de student lessen die uitgevoerd worden in de klaspraktijk, in aanwezigheid van de mentor. 

Leerlijn Vakdidactiek

Binnen deze leerlijn verbreden de studenten hun vakdidactische toolbox Frans.

 

 
Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplannen van alle netten
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Eindtermen (en curriculumdossiers) Frans
Handboek (Aanbevolen) : Didactique-Enseignement du français language étrangère et seconde, Jean-Pierre Cuq & Isabelle Gruca, 4de, PUG, 9782706126772, 2017
Bijkomende info
  • Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 6 contacturen ingericht. 84u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage).
  • Er wordt verwacht dat studenten alle lessen binnen dit opleidingsonderdeel bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden (professionele attitude).
  • Stages kunnen plaatsvinden in academisch verlof dat niet samenvalt met schoolvakanties, blokweken en examenperiodes. Er wordt verwacht dat studenten de stages evenwichtig spreiden met oog op een optimaal leerrendement (cfr. stagehandleiding).
  • In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan een geïntegreerde set van competenties die nodig zijn voor het ontwerpen van een positief en inclusief leefklimaat in de klas. In de stage wordt de integratie van de leerresultaten uit de andere leerlijnen en uit het opleidingsonderdeel Positief en inclusief leefklimaat beoogd.
 
Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 11, 14, 16, 19, 20, 22

Doelen

Leerlijn Beroepspraktijk

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude  (m.i.v. planning/ voorbereiding van en communicatie over de stage).  

  1. De student kan coherente en uitdagende lessen ontwerpen en deze onder begeleiding van de mentor succesvol uitvoeren. 

  1. De student kan, beroepend op de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, een krachtige leeromgeving creëren, waarin leerdoelen, leermiddelen en leer- en evaluatieactiviteiten op elkaar afgestemd zijn en aansluiten bij de diversiteit van de leergroep. 

  1. De student kan, beroepend op de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, leerdoelen, leeractiviteiten en leerinhouden gestructureerd, accuraat en wervende manier aanbieden aan leerlingen. 

  1. De student gaat constructief om met feedback van de mentor of stagebegeleider op de voorbereiding en uitvoering van de stagelessen, kan er zelf kritisch op terugkijken en kan de feedback verwerken in de onderwijspraktijk. 

  1. De student gaat op een respectvolle manier en discreet om met informatie over de leerling/ student/ leerkrachten/ school/ begeleiders. 

Leerlijn Vakdidactiek

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude. 

  2. De student kan vakdidactiek Frans op een geschikte plaats positioneren in de schoolvisie en kan de schoolvisie vertalen naar de vakdidactische praktijk en vakgerichte leeromgeving. 

  1. De student heeft inzicht in de horizontale en verticale opbouw van de leerplannen Frans en kan dit vertalen naar vakgroepwerking, jaar- en periodeplanning.

  1. De student kan actuele wetenschappelijke evidentie en nieuwe inzichten om een positief en inclusief leefklimaat binnen de les Frans te realiseren, vertalen naar de vakdidactische praktijk en vakgerichte leeromgeving. 

  1. De student integreert actuele maatschappelijke thema's in zijn lessen en heeft hierbij bijzondere aandacht voor de Brusselse grootstedelijke context. 

  1. De student kan klasmanagementstrategieën inzetten om het leren van leerlingen te stimuleren. 

  1. De student kan een positieve interactie tussen leerlingen stimuleren, verbondenheid en competentiegevoel realiseren met het oog op het optimaliseren van het leren van elke leerling.

  1. De student kan domeinspecifieke kennis en vaardigheden flexibel inzetten in het pedagogisch-didactisch handelen en zo nodig hiaten in de eigen domeinspecifieke kennis en vaardigheid remediëren.

  2. De student kan bij individuele leerbegeleiding technieken van taalgericht vakonderwijs toepassen, opdrachten en feedback mondeling of met visuele ondersteuning helder formuleren en constructief reageren op het taalgebruik van de leerling.

  3. De student kan de leerinhouden proces- en productgericht evalueren met het oog op studiebeoordeling, remediëring, differentiatie en bijsturing van het eigen pedagogisch-didactisch handelen.

 

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Praktijk bepaalt 60% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 40% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Co-teaching en begeleide stage met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De evaluatie van de co-teachingstage of LIO-baan gebeurt door stagebegeleider o.b.v. stage-administratie, lesvoorbereidingen en ontwikkeld materiaal, mondelinge en schriftelijke feedback van de mentor, zelfevaluatie en gesprek etc.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Opdracht met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Opdracht m.b.t verwerking leerinhoud vakdidactiek.

Aanvullende info mbt evaluatie
  • Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel neemt de student deel aan alle onderdelen van de evaluatie.  
  • Er kan slechts een eindcijfer worden berekend indien voor elke opdrachtcategorie van de evaluatie een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere opdrachtcategorieën resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw). 
  • Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als voor elke opdrachtcategorie minstens 7/20 wordt behaald. De toegekende eindscore is dan het cijfer toegekend aan het laagst gescoorde examenonderdeel. 
  • Als het cijfer voor het mondeling examen onvoldoende is, is remediëring een bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding. 
  • Als het cijfer voor het praktijkexamen (stage) onvoldoende is, is remediëring een bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding. 
  • Het is verplicht om de stageplanning tijdig te communiceren (cfr. afspraken stagehandleiding). Het laattijdig communiceren kan leiden tot een 'afwezig’ (afw) onvoldoende voor de stage. 
  • Als het eindcijfer voor de praktijk onvoldoende is, kan men niet slagen voor het opleidingsonderdeel. Een tekort op praktijk kan slechts worden ingehaald in een volgende nuttige zittijd. De titularis kan in het geval van doorverwijzing naar de volgende nuttige zittijd toestaan dat de punten behouden blijven voor de reeds succesvol afgelegde onderdelen. 
  • Bij de evaluatieopdracht is het gebruik van generatieve AI toegestaan om te ondersteunen mits er op een verantwoordelijke en integere manier gewerkt wordt met deze AI-tools.  Elk gebruik van generatieve AI moet op een passende manier worden aangegeven (zie richtlijnen op Canvas)
Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de talen: 1 taal (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: 2 talen (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de talen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)