3 ECTS credits
90 u studietijd

Aanbieding 3 met studiegidsnummer 4022805ENW voor werkstudenten in het 2e semester met een verdiepend master niveau.

Semester
2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Alvorens men een inschrijving kan nemen voor 'Vakdidactiek Gedragswetenschappen 2' moet men ingeschreven of geslaagd zijn voor 'Vakdidactiek Gedragswetenschappen 1' en 'Positief en inclusief leefklimaat.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Verantwoordelijke vakgroep
Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding
Onderwijsteam
Jef Carlier
Jo Tondeur (titularis)
Onderdelen en contacturen
8 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
82 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Leerlijn Beroepspraktijk

De studenten starten in dit opleidingsonderdeel met 2 lesuren co-teaching voor vakdidactiek Gedragswetenschappen. De vorm van co-teaching is afhankelijk van de noden die de situatie stelt. Vervolgens wordt overgegaan naar een begeleide oefenstage voor vakdidactiek Gedragswetenschappen. Hierbij ontwerpen studenten lessen (7u) die ze eveneens uitvoeren in de klaspraktijk, in aanwezigheid van de mentor. 

Van studenten met een individueel traject die dit opleidingsonderdeel niet samen opnemen met Positief en inclusief leefklimaat kan gevraagd worden een reflectieopdracht uit te voeren ter ondersteuning van hun beroepspraktijk. 

Voor studenten met een LIO-statuut: inservice stage van 28 uren (en indien van toepassing preservice of alternatieve stage).  Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt kan het dat de student onvoldoende unieke lesuren kan presteren voor dit opleidingsonderdeel. In dat geval worden bijkomende opdrachten uit het reguliere traject gegeven, a rato van de ontbrekende uren. In gevallen waar de lesopdracht van de LIO-student niet of onvoldoende aansluit bij de vakdidactiek, wordt een bijkomende opdracht uit het reguliere traject gegeven, nl. begeleide oefenstage. Hierbij ontwerpt de student lessen die uitgevoerd worden in de klaspraktijk, in aanwezigheid van de mentor. 

Leerlijn Vakdidactiek

Binnen “Vakdidactiek Gedragswetenschappen 2” verdiepen studenten zich verder in de vakdidactiek gedragswetenschappen. Aan de hand van curriculumvraagstukken (uit hun stagepraktijk) leren ze een vakgerichte leeromgeving binnen het onderwijskundig referentiekader situeren door onder meer de verticale en horizontale samenhang te bestuderen. In een blended leeromgeving bestuderen de studenten welke actoren en factoren er van belang zijn op de verschillende aggregatieniveaus. Daarbij zullen onderwerpen als differentiatie, evaluatie en feedback, motivatie en klasmanagement aan bod komen en betrokken worden op hun stage-ervaringen. Er wordt ook telkens een link gelegd naar concepten binnen het vakdomein gedragswetenschappen. Via seminaries zal vakdidactisch onderzoek binnen dit opleidingsonderdeel een prominente plaats krijgen. 

 
Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplan van Steden en Gemeenten, http://www.ovsg.be
Praktisch cursusmateriaal (Aanbevolen) : Handboeken gedragswetenschappen
Digitaal cursusmateriaal (Aanbevolen) : Advies over studieprofiel studierichting Humane Wetenschappen in 2de en 3de graad ASO, VLOR, 1999
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Beschikbaar via Canvas.
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplan van het Katholiek Onderwijs, http://www.vvkso.be
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Leerplan van het Gemeenschapsonderwijs, http://www.g-o.be
Bijkomende info
  • Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 6 contacturen ingericht. 84u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage).
  • Er wordt verwacht dat studenten alle lessen binnen dit opleidingsonderdeel bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden (professionele attitude)
  • Stages kunnen plaatsvinden in academisch verlof dat niet samenvalt met schoolvakanties, blokweken en examenperiodes. Er wordt verwacht dat studenten de spreiden evenwichtig spreiden met oog op een optimaal leerrendement (cfr. stagehandleiding).
  • In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan een geïntegreerde set van competenties die nodig zijn voor het ontwerpen van een positief en inclusief leefklimaat in de klas. In de stage wordt de integratie van de leerresultaten uit de andere leerlijnen en uit het opleidingsonderdeel Positief en inclusief leefklimaat beoogd.
 
Leerresultaten

Algemene competenties

Opleidingsspecifieke leerresultaten

1, 2, 4,6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 16, 18, 19, 20, 22

Doelen

Leerlijn Beroepspraktijk

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude.
  2. De student kan succesvol lessen ontwerpen, uitvoeren en bijsturen in de klaspraktijk, onder begeleiding van, in aanwezigheid van de mentor en in lijn met de diversiteit van de klasgroep.

Leerlijn Vakdidactiek 

  1. De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude

  2. De student houdt bij het ontwerpen van lessen en het selecteren van op vakdidactische principes rekening met de schoolvisie.  

  3. De student bouwt lespakketten, jaar- en periodeplanningen logisch op, rekening houdend met horizontale en verticale opbouw van het vakdomein en met de afspraken binnen de vakgroepwerking. 

  4. De student onderbouwt de keuze van de probleemstelling en het lesontwerp met inzichten uit recente maatschappelijke debatten, met bijzondere aandacht voor de Brusselse grootstedelijke context. 

  5. De student kan actuele wetenschappelijke evidentie en nieuwe inzichten om een positief en zorgend leefklimaat te realiseren, integreren binnen het vakdomein.  

  6. De student kan werkvormen selecteren die aanzetten tot inspraak, participatie en samenwerking. 

  7. De student integreert zinvolle modellen van evaluatie uit de vakdidactische literatuur in de lesvoorbereiding en de lesuitvoering. 

  8. De student kan technieken van taalgericht vakonderwijs hanteren bij het ontwerp en de uitvoering van een les. 

  9. De student kan lessen ontwerpen en uitvoeren waarin de positieve interactie tussen en met leerlingen gestimuleerd wordt en waarbij hetleren van elke leerling geoptimaliseerd wordt. 

  10. De student kan competenties bij de leerlingen ontwikkelen in functie van onderzoekend leren (o.a. bronnenonderzoek, logische analyse en literatuuronderzoek). 

  11. De student kan leerlingen informeren over en voorbereiden op hogere studies binnen het vakgebied gedragswetenschappen (bv. opleidingen in pedagogische en psychologische wetenschappen). 

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Praktijk bepaalt 60% van het eindcijfer

Examen Andere bepaalt 40% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Co-teaching en begeleide stage met een wegingsfactor 60 en aldus 60% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De evaluatie van de begeleide stage of LIO-baan gebeurt door de stagebegeleider o.b.v. stage-administratie, lesvoorbereidingen en ontwikkeld materiaal, mondelinge en schriftelijke feedback van de mentor, zelfevaluatie en gesprek, etc.

Binnen de categorie Examen Andere dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Opdracht met een wegingsfactor 40 en aldus 40% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Opdracht m.b.t verwerking leerinhoud vakdidactiek.

Aanvullende info mbt evaluatie
  • Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel neemt de student deel aan alle onderdelen van de evaluatie.  
  • Er kan slechts een eindcijfer worden berekend indien voor elke opdrachtcategorie van de evaluatie een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere opdrachtcategorieën resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw). 
  • Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als voor elke opdrachtcategorie minstens 7/20 wordt behaald. De toegekende eindscore is dan het cijfer toegekend aan het laagst gescoorde examenonderdeel. 
  • Als het cijfer voor het praktijkexamen (stage) onvoldoende is, is remediëring een bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding. 
  • Het is verplicht om de stageplanning tijdig te communiceren (cfr. afspraken stagehandleiding). Het laattijdig communiceren kan leiden tot een 'afwezig’ (afw) voor de stage. 
  • Als het eindcijfer voor de praktijk onvoldoende is, kan men niet slagen voor het opleidingsonderdeel. Een tekort op praktijk kan slechts worden ingehaald in een volgende nuttige zittijd. De titularis kan in het geval van doorverwijzing naar de volgende nuttige zittijd toestaan dat de punten behouden blijven voor de reeds succesvol afgelegde onderdelen. 
Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: communicatiewetenschappen (90 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: politieke wetenschappen en sociologie (90 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: criminologische wetenschappen (90 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Diest)
Educatieve master in de maatschappijwetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Leuven)