3 ECTS credits
90 u studietijd
Aanbieding 3 met studiegidsnummer 4022886DNW voor werkstudenten in het 1e semester met een inleidend master niveau.
Leerlijn Beroepspraktijk
De studenten voeren een participerende observatiestage en een miniles uit.
In de participerende observatie observeren studenten de klaspraktijk van het vak Filosofie bij een mentor. In de mate van het mogelijke nemen de studenten actief deel aan deze lessen (volgens afspraak met de mentor). Het doel van de participerende observatiestage is een breed en genuanceerd beeld te vormen van de leeromgeving. Tijdens het observeren brengen de studenten daarom verschillende dimensies van de leeromgeving grondig in kaart (beginsituatie, lesopbouw, werkvormen, interactie etc.). De totale stageomvang bedraagt 4 uur participerende observatie voor vakdidactiek Wijsbegeerte en een eindgesprek met de mentor.
De studenten voeren een miniles uit tijdens de werkcolleges vakdidactiek. Actieve deelname aan de miniles is verplicht om de stages in Vakdidactiek 2 te mogen aanvatten.
Voor studenten met een LIO-statuut: In-service stage van 28 uren. Indien het opdrachtvolume tussen de 200 en 499 lesuren telt of indien de lesopdracht van de LIO-student niet of onvoldoende aansluit bij de vakdidactiek, wordt een bijkomende opdracht uit het reguliere traject gegeven.
Leerlijn Vakdidactiek
Binnen dit opleidingsonderdeel wordt er naast de situering van het vakdomein in het huidige Vlaamse onderwijs specifieke aandacht besteed aan het vertalen van vakspecifieke concepten en referentiekaders voor het creëren van een optimale krachtige leeromgeving. Voor de vakdidactiek wijsbegeerte bestuderen de studenten het profiel van de leerkracht wijsbegeerte/filosofie. Ze analyseren het leerplan. Ze leren lesvoorbereidingen op te stellen met het oog op kritische reflectie en burgerschapseducatie. De studenten zien het onderwijsveld vanuit het standpunt van het betreffende vak. De studenten leren bijzondere werkvormen in te zetten. De studenten leren per week en per jaar te plannen.
De rode draad doorheen dit opleidingsonderdeel is de stapsgewijze vakspecifieke ondersteuning bij het ontwerp van een krachtige leeromgeving zodat deze kunnen uitgetest worden op het einde van dit opleidingsonderdeel. De studenten krijgen de kans om een individuele miniles te geven binnen het domein wijsbegeerte.
Voor studenten van campussen Anderlecht, Diest en Leuven worden 9 contacturen ingericht. 81u worden gepresteerd als zelfstudie (m.i.v. stage).
Er wordt verwacht dat studenten alle lessen binnen dit opleidingsonderdeel bijwonen om zich maximaal op de praktijk te kunnen voorbereiden (professionele attitude).
Bijkomende info leerlijn stage: De observatiestage vindt plaats in de daarvoor voorziene stageperiode (6 november 2023 t.e.m. 1 december 2023). Er wordt verwacht dat studenten de stage-uren evenwichtig spreiden met oog op een optimaal leerrendement. Voor gedetailleerde informatie over de modaliteiten van de stage wordt verwezen het stagereglement.
In dit opleidingsonderdeel wordt gewerkt aan een geïntegreerde set van competenties die nodig is voor het ontwerpen van een krachtige leeromgeving. In de stage wordt de integratie van de leerresultaten uit de andere leerlijnen en uit het opleidingsonderdeel Krachtige leeromgeving beoogd.
Opleidingsspecifieke leerresultaten
1, 2, 3, 7, 11, 12, 13, 14, 16, 20
Doelen
Leerlijn Beroepspraktijk
De student geeft blijk van een open en leergierige ingesteldheid en een professionele attitude (m.i.v. planning/ voorbereiding van en communicatie over de stage en miniles).
De student kan aan de hand van een instrumentarium voor breed observeren de verschillende kenmerken van de beginsituatie van een leergroep identificeren en in kaart brengen.
De student kan onderbouwde voorstellen formuleren om de diversiteit in een leergroep constructief te benutten in de onderwijspraktijk.
De student kan aan de hand van pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders de geobserveerde onderwijspraktijk analyseren.
De student kan een lesvoorbereiding voor een leergroep uitwerken, waarin beginsituatie, leerdoelen en leer- en evaluatieactiviteiten geëxpliciteerd en op elkaar afgestemd zijn.
De student kan de pedagogisch-didactische en vakdidactische referentiekaders, nodig voor het ontwerpen van een krachtige leeromgeving, verwerken in de voorbereiding van een miniles (m.i.v. gepaste leerdoelen formuleren en leermiddelen en leer- en evaluatieactiviteiten ontwerpen aansluitend op de beginsituatie van een leergroep).
De student gaat constructief om met feedback op de voorbereiding en uitvoering van de miniles en kan aan peers onderbouwde feedback geven over hun minilessen.
De student kan kritisch terugkijken naar de gegeven miniles en participerende observatiestage, erover reflecteren en eventueel een alternatief formuleren.
De student gaat op een respectvolle manier en discreet om met informatie over de leerling/ student/ leerkrachten/ school/ begeleiders.
Leerlijn Vakdidactiek
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer
Examen Praktijk bepaalt 40% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie Examen Praktijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Een student kan slechts slagen voor het opleidingsonderdeel als:
Hij/ zij heeft deelgenomen aan alle onderdelen van de evaluatie: het werkstuk, de observatiestage en de miniles. Er kan pas een eindcijfer worden berekend als voor al deze onderdelen een score werd behaald. Niet deelnemen aan één of meerdere onderdelen resulteert in de vermelding 'afwezig’ (afw).
En als hij/zij voor elk onderdeel van de evaluatie (werkstuk, observatiestage en miniles) minstens 7/20 heeft behaald. Als voor minstens één van de onderdelen een score lager dan 7/20 werd behaald, is de toegekende eindscore gelijk aan het cijfer dat toegekend werd aan het laagst gescoorde examenonderdeel.
Niet deelnemen aan of niet slagen voor de miniles of observatiestage resulteert in een remediëringstraject voor Vakdidactiek 2 (bindende voorwaarde om verder te gaan met de stage in de opleiding).
Een tekort op de observatiestage kan slechts worden ingehaald in een volgende nuttige zittijd. De titularis kan in het geval van doorverwijzing naar de volgende nuttige zittijd toestaan dat de punten behouden blijven voor de reeds succesvol afgelegde onderdelen.
Bij de evaluatieopdrachten is het gebruik van generatieve AI toegestaan om te ondersteunen mits er op een verantwoordelijke en integere manier gewerkt wordt met deze AI-tools. Elk gebruik van generatieve AI moet op een passende manier worden aangegeven (zie richtlijnen op Canvas). Dit betekent concreet dat generatieve AI mag ingezet worden voor (verregaande) taalcorrectie, het verkennen van een domein, ter inspiratie, maar niet in het kader van de vaardigheden die desgevallend getoetst worden.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: geschiedenis (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: kunstwetenschappen en erfgoedstudies (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: wijsbegeerte (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: moraalwetenschappen en humanistiek (120 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Etterbeek)
Educatieve master in de cultuurwetenschappen: standaard traject (60 ECTS, Anderlecht)