6 ECTS credits
180 u studietijd

Aanbieding 2 met studiegidsnummer 1023235ANR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Inschrijvingsvereisten
Om dit opleidingsonderdeel te kunnen opnemen, moet je gelijktijdig het opleidingsonderdeel "Heuristiek: Bronnen voor Geschiedenis" opnemen of moet je er reeds geslaagd voor zijn.
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Verantwoordelijke vakgroep
History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics
Onderwijsteam
Alexander Meert (titularis)
Peter Erdkamp
Onderdelen en contacturen
13 contacturen Hoorcollege
26 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
80 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

Het centrale onderzoeksthema voor het academiejaar 2020-2021 is status en identiteit in de Romeinse wereld.
Voor de dagstudenten geldt het volgende traject: De cursus bestaat uit twee blokken. In het eerste blok (eerste semester) wordt een inleiding gegeven op de verschillende soorten bronnen binnen de oude geschiedenis. Verder wordt een overzicht gegeven van bibliografische hulpmiddelen. Op basis hiervan zoeken studenten moderne literatuur en antieke bronnen bij een deelaspect van het onderwerp 'Status en identiteit in de Romeinse wereld'. Dit dient aan het einde van het eerste semester uitgewerkt te worden in een handout waarin de studenten onderzoeksvragen rond hun specifieke thema presenteren en (een selectie uit) de primaire bronnen op grond waarvan deze vragen worden beantwoord.

In het tweede blok (tweede semester) verzorgen alle dagstudenten een presentatie rondom hun thema. In deze presentatie worden de vraagstelling, primaire bronnen, onderzoeksmethoden, debatten in de hedendaagse literatuur en voorlopige conclusies toegelicht.

Voor de avondstudenten (BBP) geldt een ander traject: de avondstudent krijgt op de eerste bijeenkomst richtlijnen bij de opzet van het werkcollege alsook een overzicht van de bibliografische hulpmiddelen. Tevens krijgt iedere avondstudent een deelaspect van het centrale onderzoeksthema toegewezen. Aan de hand van de verstrekte informatie gaat de avondstudent op zelfstandige basis de scriptie uitwerken. Tijdens het eerste semester en in het begin van het tweede semester worden tijdens bijeenkomsten de concrete vorderingen besproken. Op het einde van de maand maart dient de scriptie ingediend te worden. In de loop van de maand april verzorgt de avondstudent een presentatie op basis van de onderzoeksresultaten van de scriptie.

Voor alle studenten geldt dat deelname aan de presentatie een vereiste is om het werkcollege succesvol te beëindigen. Indien men niet deelneemt aan de presentatie in 1ste zittijd, dient men in 2de zittijd ter compensatie een vervangende (methodologische) opdracht, die losstaat van het onderzoeksthema van de scriptie, in te dienen.” Deze vervangende opdracht moet met een voldoende worden beoordeeld om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel.

Bijkomende info

Betreffende het traject van de dagstudenten: Aanwezigheid en actieve deelname zijn een voorwaarde voor het slagen van het leerproces. Actieve deelname maakt deel uit van de beoordeling. Aanwezigheid is verplicht. Indien men meer dan 2 maal afwezig is op de bijeenkomsten (d.w.z. 1ste en 2de semester samen) zal dat leiden tot een bijkomende opdracht aangaande het thema van het werkcollege. Deze opdracht moet voldoende gemaakt worden om te voldoen aan de eisen van het werkcollege, m.a.w. te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel.

Deelname aan de presentatie is een vereiste om het werkcollege succesvol te beëindigen. Indien men niet deelneemt aan de presentatie in 1ste zittijd, dient men in 2de zittijd ter compensatie een vervangende (methodologische) opdracht, die losstaat van het onderzoeksthema van de scriptie, in te dienen.

Alle studenten worden geacht moderne publicaties te gebruiken die raadpleegbaar zijn in de bibliotheken van de VUB, de ULB en de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.

Er is een syllabus van het werkcollege voorhanden met praktische informatie rond bibliografische hulpmiddelen en referentiewerken voor het schrijven van een scriptie.

Indien het aantal deelnemende studenten daartoe noopt i.v.m. de planning van de presentaties, zullen de presentaties en werkstukken niet individueel, maar in tweetallen gemaakt worden. Het behaalde cijfer zal voor beide studenten gelijk zijn, tenzij de titularis na overleg met beide studenten anders besluit. Uitzonderingen op het werken in tweetallen zullen worden toegestaan, mits gemotiveerd en door de titularis goedgekeurd. 

Leerresultaten

Algemene competenties

De student beheerst op aanvangsniveau de basisvaardigheden met oog op de ontwikkeling van de competentie 'zelfstandig en kritisch voeren van historisch onderzoek', meer specifiek binnen de Klassieke Oudheid. Dit houdt in: de beheersing van heuristische, diagnosticerende, argumentatie- en mondelinge en schriftelijke rapporteringsvaardigheden.

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
WPO Praktijkopdracht bepaalt 50% van het eindcijfer

WPO Paper bepaalt 50% van het eindcijfer

Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Praktijkopdracht met een wegingsfactor 1 en aldus 50% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De cursus is een leerproces – met andere woorden, de nodige vaardigheden voor het formuleren en beantwoorden van onderzoeksvragen en het presenteren van onderzoeksresultaten in mondelinge en schriftelijke vorm worden tijdens de cursus aangeleerd. Niettemin worden alle activiteiten meegewogen in de beoordeling, waarbij niet alleen het resultaat maar ook de inzet meetelt.

Binnen de categorie WPO Paper dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Werkstuk met een wegingsfactor 1 en aldus 50% van het totale eindcijfer.

Aanvullende info mbt evaluatie

De cursus is een leerproces – met andere woorden, de nodige vaardigheden voor het formuleren en beantwoorden van onderzoeksvragen en het presenteren van onderzoeksresultaten in mondelinge en schriftelijke vorm worden tijdens de cursus aangeleerd. Niettemin worden alle activiteiten meegewogen in de beoordeling, waarbij niet alleen het resultaat maar ook de inzet meetelt. De helft van het eindcijfer bestaat uit de beoordeling van het werkstuk.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de geschiedenis: Standaard traject
Bachelor in de geschiedenis: minor Human Sciences
Bachelor in de geschiedenis: minor Social Sciences
Schakelprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (63 ECTS)
Schakelprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (84 ECTS)
Schakelprogramma Educatieve Master of Science in de cultuurwetenschappen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (63 ECTS)
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de geschiedenis: Standaard traject (84 ECTS)