6 ECTS credits
150 u studietijd
Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023481ANR voor alle studenten in het 2e semester met een inleidend bachelor niveau.
Wat is de mens, wat moet ik doen, wat mag ik hopen, wat kan ik kennen? Het zijn de vier
Kantiaanse vragen. Ze vormen het leitmotiv van dit opleidingsonderdeel, waarin we het
vraagstuk van de wisselwerking tussen mens en omgeving opnemen, met
onderzoeksvragen als: hoe beïnvloedt de mens de omgeving en hoe reageert de mens op
de omgeving? Specifieke thema’s zijn omgevingspsychologisch van aard (bv. privacy,
territorialiteit, persoonlijke ruimte, crowding, thuisgevoel), betreffen de plek van de mens in
de natuur en de kosmos, en de oorzaken en gevolgen van de klimaatproblematiek. De
student kan een wijsgerig-antropologisch standpunt formuleren en verdedigen. We zoeken ook naar de plek van de mens in de kosmos en analyseren de klimaatproblematiek.
.
B2. De bachelorstudent heeft basiskennis van probleemstellingen in voor de opleiding relevante mens-, natuur- en levenswetenschappen
B4. De bachelorstudent beschikt over de vaardigheid om filosofische terminologie en begrippen correct te hanteren.
B6. De bachelorstudent beschikt over de vaardigheid om filosofische en ethische problemen te identificeren, formeel en inhoudelijk te ontwikkelen,
te interpreteren en persoonlijke stellingen te beargumenteren.
B7. De bachelorstudent beschikt over communicatieve vaardigheden door deelname aan discussies, het schrijven van papers, het presenteren van
voordrachten of het ontwikkelen van de BA-paper.
B8. De bachelorstudent beschikt over de vaardigheid om filosofische en wetenschappelijke bronnen op te zoeken en te hanteren vanuit een
probleemstelling; de student/e maakt gebruik van recente en gepaste informaticamiddelen bij het verzamelen en verwerken van informatie.
B9. De bachelorstudent heeft een kritische, redelijk eigenzinnige, open en kosmopolitische houding met belangstelling voor het vrij onderzoek, de
Verlichting en het humanisme.
B10. De bachelorstudent heeft het vermogen filosofische, ethische en humanistische problemen en thema’s vanuit een breder perspectief te zien
dan enkel de eigen identiteit en cultuur.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 60% van het eindcijfer
ZELF Paper bepaalt 40% van het eindcijfer
Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:
Binnen de categorie ZELF Paper dient men volgende opdrachten af te werken:
60% schriftelijk examen.
40% paper met een persoonlijk antwoord op de vier vragen, gebaseerd op de aangereikte
leerstof en academisch onderbouwd (eigen literatuurstudie).
Indiening van een draft (tenminste opzet van een betoogstructuur) ten laatste twee weken
voor het begin van de betreffende zittijd is verplicht; hieraan verzaken betekent een aftrek
van 2/10 voor het deel ‘paper’.
Om te kunnen slagen voor dit oo moet de student geslaagd zijn voor de beide
componenten afzonderlijk.
Het gebruik van generatieve AI is verboden.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Schakelprogramma Master of Arts in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject
Voorbereidingsprogramma Master of Arts in de wijsbegeerte en de moraalwetenschappen: Standaard traject