8 ECTS credits
210 u studietijd

Aanbieding 1 met studiegidsnummer 1023693ANR voor alle studenten in het 1e en 2e semester met een inleidend bachelor niveau.

Semester
1e en 2e semester
Inschrijving onder examencontract
Niet mogelijk
Beoordelingsvoet
Beoordeling (0 tot 20)
2e zittijd mogelijk
Ja
Onderwijstaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit Geneeskunde en Farmacie
Verantwoordelijke vakgroep
Pathologie/Moleculaire en cellulaire geneeskunde
Onderwijsteam
Johan Bilsen
Karine Hellemans (titularis)
Sven Van Laere
Jordy Stichelmans
Lara Vesentini
Joren Bosmans
Onderdelen en contacturen
44 contacturen Hoorcollege
20 contacturen Werkcolleges, practica en oefeningen
25 contacturen Zelfstudie en externe werkvormen
Inhoud

1. Wetenschappelijk denken: Prof. Hellemans

De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken wordt tijdens de hoorcolleges in perspectief gezet. De ontwikkelingen in de wetenschappen vanaf de klassieken en de middeleeuwen tot aan de moderne tijd worden nader bekeken waarbij ook aandacht gegeven wordt aan de grote doorbraken in de natuurwetenschappen en hun effect op de stand van het medisch begrijpen en handelen. Dit gebeurt aan de hand van goed gedocumenteerde voorbeelden die verwijzen naar concrete en voor de student herkenbare verworvenheden in de levenswetenschappen en natuurwetenschappen. Op deze wijze wordt de student bewust gemaakt dat ontdekkingen in de basiswetenschappen vaak bevruchtend gewerkt hebben op ontwikkeling van de geneeskunde en de (bio-)medische en farmaceutische wetenschappen.

Wetenschappelijke ontwikkelingen hebben ook hun stempel gedrukt op het kritisch denken rond kennisvergaring. Aan de hand van de empirische cyclus wordt uiteengezet dat het proces van kennisvergaring zijn eigen systematiek heeft; de begrippen inductie, deductie, verificatie en evaluatie worden besproken.  De student maakt kennis met de inzichten van Karl Popper en met de methode van onderzoek waarin het vinden van fouten belangrijker is dan de bevestiging van hypothesen. Gevallen waarin het wetenschappelijk denken werd gecompromitteerd door dogmatiek en politiek worden besproken, maar ook moderne voorbeelden van wetenschappelijk falen. Dat wetenschap als maatschappelijk verschijnsel ook sociologische kenmerken vertoont wordt geïllustreerd aan de hand van het werk van Thomas Kuhn en Imre Lakatos. Tot slot wordt besproken hoe wetenschappelijke vooruitgang de samenleving telkens weer tot bezinning en waarde oordelen aanzet.  Tijdens de practica zal de student inzicht krijgen in de organisatie van de wetenschappelijke literatuur, de wijze van refereren, het opzoeken, leren lezen en beoordelen van een artikel. Tevens zullen themata als experimentele vraagstelling, meting, interpretatie van gegevens, visualisering van kwantitatieve informatie en rapportering aan bod komen. Voor de eerste stappen in deze praktische uitwerking van wetenschappelijk denken is een vertrouwdheid met de moderne informatica systemen onontbeerlijk.

 

2. Medische Informatica: Prof. Hellemans

Het doel van het gedeelte medische informatica is de studenten vertrouwd te maken met de moderne informatica werkmiddelen, voor gebruik als student, als onderzoeker en als professional in de medische sector. Er wordt vertrokken van de belangrijkste basisbegrippen van de informatica, om vervolgens de belangrijkste toepassingen te bestuderen en te oefenen, inclusief elektronische medische informatiebronnen.

 

3. Epidemiologie: Prof. Bilsen

In de hoorcolleges epidemiologie krijgt de student een grondige introductie in de belangrijkste principes en concepten van de epidemiologie, geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk. Er wordt kort stilgestaan bij de achtergrond en geschiedenis van de epidemiologie. Epidemiologie wordt gedefinieerd en de specifieke benadering van ziekte en gezondheid wordt toegelicht.. Er wordt meer uitgebreid stilgestaan bij de verschillende basisbegrippen en meest voorkomende epidemiologische maten zoals  mortaliteit, morbiditeit, incidentie, prevalentie, epidemiologische breuk,  standaardisatie,...  In een apart deel wordt ingegaan op de betrouwbaarheid en validiteit van metingen en screening. Vervolgens komen verschillende epidemiologische onderzoeksmethoden aan bod, zowel observationele designs, zoals cross-sectioneel, patiënt-controle studies, longitudinaal, cohort studies, ecologische studies, als experimentele designs, zoals randomized controlled clinical, field  en community studies. Verschil tussen causaliteit en associaties wordt duidelijk uitgelegd. Doorheen de ganse cursus worden concrete toepassingen en voorbeelden gebruikt om de theorie, concepten en werkwijze binnen de epidemiologie te verhelderen en de link met de praktijk te bewaren.

Studiemateriaal
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Via afgedrukte cursusnota's en on-line, Prof. Van Schravendijk, Canvas
Handboek (Vereist) : Epidemiologie, Gordis L, 6de, Saunders Elsevier, 9780323552295, 2019
Digitaal cursusmateriaal (Vereist) : Powerpoint presentaties hoorcolleges, Prof. J. Bilsen, Canvas
Handboek (Vereist) : Wetenschappelijk Denken, Een inleiding voor de medische en biomedische wetenschappen, Prof. Van Schravendijk, 3de druk, Acco, 9789033489334, 2012
Cursustekst (Aanbevolen) : Wetenschappelijk denken en informatica, Eigen aantekeningen van de student tijdens de lesuren, Prof. Hellemans
Bijkomende info

Aanvullend studiemateriaal:

Eigen aantekeningen van de student tijdens de lesuren.

Voor de geïntegreerde practica wetenschappelijk denken en medische informatica is aanwezigheid verplicht, dit omvat eveneens verplichte deelname aan een taaltest Academisch Nederlands. Er wordt ook verwacht dat de student minstens wekelijks het elektronisch leerplatform checkt voor updates i.v.m. het vak.

Studenten die onvoldoende scoren voor de taaltest Academisch Nederlands dienen verplicht een remediëringstraject te volgen in het tweede semester. Aanwezigheid en indiening van de afstandstaken die binnen dat traject vallen is verplicht. Elke afwezigheid of het niet indienen van afstandstaken, zal leiden tot het niet mogen herindienen van de geïntegreerde taak

Leerresultaten

Algemene competenties

Voor het gedeelte Wetenschappelijk denken:

De student:

-kent de historische basis van het westerse wetenschappelijk denken.

-is op de hoogte van het logisch model van het wetenschappelijk onderzoeksproces en herkent ook het maatschappelijk proces in de wetenschap.

- weet wat wetenschappelijk falen is en kan de diverse vormen daarvan identificeren.

- kan literatuur opzoeken en correct refereren met de moderne informatica middelen.

- heeft een basiskennis van de wijze waarop kwantitatieve gegevens grafisch correct worden uitgedrukt.

 

Voor het gedeelte medische informatica:

De student:

- kan vlot omgaan met de eenheden van de informatica en deze converteren.
- kan de meest geschikte informatica toepassingen zoeken, kiezen en
gebruiken voor het (levenslange) leren, onderzoek en de medische
praktijk.
- kan de meest relevante medische informatiebronnen onderscheiden en
gebruiken op de meest adequate wijze.
- kan de beste principes van veiligheid en privacy aspecten in de
informatica toepassen.

 

Leerresultaten Epidemiologie:

-De student kan belangrijke historische en actuele ontwikkelingen in de epidemiologie schetsen.
-De student kan een definitie geven van epidemiologie in termen van object en methode
-De student kan voorbeelden van toepassingen van epidemiologie geven
-De student kan de belangrijkste epidemiologische begrippen uitleggen (mortaliteit, morbiditeit, prevalentie, incidentie, betrouwbaarheid, validiteit, vertekening, confounding, causaliteit, associatie,..)
-De student kan freqentie- en associatiematen berekenen in eenvoudige situaties (prevalentie, incidentie, incidentiedichtheid, stertecijfers, relatief risico, attributief risico, odds ratio, ...)
-De student kan de verschillende onderzoeksdesigns uitleggen en de voor- en nadelen ervan alsook de toepasbaarheid ervan aantonen.
-De student is in staat om gegevens van (medisch gericht) wetenschappelijk onderzoek begrijpend te lezen en kritisch te beoordelen.
-De student kan aangeven wat verstaan wordt onder 'empirische onderzoekscyclus"

Beoordelingsinformatie

De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Examen Schriftelijk bepaalt 85% van het eindcijfer

WPO Praktijkopdracht bepaalt 15% van het eindcijfer

Binnen de categorie Examen Schriftelijk dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Wetenschappelijk denken met een wegingsfactor 40 en aldus 34% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De stof van de hoorcolleges 'Wetenschappelijk Denken' wordt geëxamineerd via schriftelijke meerkeuzevragen (met giscorrectie) en open vragen.
  • Informatica met een wegingsfactor 30 en aldus 25.5% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: De stof van de hoorcolleges 'Medische Informatica' wordt geëxamineerd via schriftelijke meerkeuzevragen (met giscorrectie) en open vragen. Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld met één eindcijfer.
  • Epidemiologie met een wegingsfactor 30 en aldus 25.5% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Schriftelijk examen

Binnen de categorie WPO Praktijkopdracht dient men volgende opdrachten af te werken:

  • Taak WD/INF met een wegingsfactor 100 en aldus 15% van het totale eindcijfer.

    Toelichting: Geïntegreerde taak

Aanvullende info mbt evaluatie

Wetenschappelijk denken: Prof. Hellemans

De stof van de hoorcolleges 'Wetenschappelijk Denken' & ‘Medische Informatica’ wordt samen geëxamineerd via schriftelijke meerkeuzevragen (met giscorrectie) en open vragen. Het examen gebeurt met gesloten boek.

De leerstof van de hoorcolleges 'Epidemiologie' wordt geëxamineerd via schriftelijke meerkeuzevragen (zonder giscorrectie) en een paar open vragen. Het examen gebeurt met gesloten boek

Het deel Taak WD/INF (geïntegreerde taak) wordt digitaal binnen gevraagd via Canvas voor de eerste examenperiode van de eerste zittijd (januari). Studenten dienen de taak op papier binnen te brengen op de dag van het examen, of zoals anders meegedeeld tijdens de lessen. Deelname aan de WPO is verplicht, alsook deelname aan een taaltest Academisch Nederlands. Aanwezigheid wordt getoetst aan het eind van elke WPO sessie. Niet deelname aan de WPO en de taaltest leidt tot een uitsluiting voor de WPO praktijkopdracht en geeft aanleiding tot een afwezigheid voor dit onderdeel.

Studenten die onvoldoende scoren voor de taaltest Academisch Nederlands (<60%) en die onvoldoende scoren op de Taak WD/INF (<50%) dienen verplicht een remediëringstraject te volgen in het tweede semester. Het volgen van dit traject geeft de mogelijkheid om een aangepaste geïntegreerde taak aan te leveren. Aanwezigheid en indiening van de afstandstaken die binnen dat traject vallen is daarom verplicht. Elke afwezigheid of het niet indienen van afstandstaken, zal leiden tot het niet mogen herindienen van de geïntegreerde taak.

Het opleidingsonderdeel wordt beoordeeld met één eindcijfer. Dit eindcijfer bestaat uit de volgende deelcijfers gewogen volgens hun respectievelijke gewichten: Wetenschappelijk denken, Epidemiologie, Informatica en Taak WD/INF (geïntegreerde taak). Deze deelcijfers kunnen op aanvraag van de student worden bekomen. Er wordt een rekenkundig gemiddelde gemaakt op voorwaarde dat de student voor elk van de onderdelen minstens 50% haalt of op maximaal één onderdeel een cijfer tussen 45% en 49%.  Bij een cijfer van 44% of lager op één of meer van deze onderdelen (inclusief het WPO geïntegreerde taak) is het eindcijfer voor het gehele vak gelijk aan dat van het laagste resultaat. Bij slechts één cijfer tussen 45% en 49% op één van boven vermelde onderdelen wordt het rekenkundig gemiddelde bepaald. Indien meer dan één cijfer tussen 45% en 49% op één van boven vermelde onderdelen werd behaald, zonder inclusie van cijfers van 44% of lager, zal het eindresultaat naar 45% (of te 9/20) gebracht worden. Afwezigheid op een examenonderdeel leidt tot de resultaatcode 'afwezig' op het geheel.

Deelvrijstellingen zijn mogelijk in de 2e zittijd van het desbetreffende academiejaar voor die onderdelen waarvoor 50% behaald werd.

Deelvrijstellingen worden WEL overgedragen naar een ander academiejaar, indien de student hiervoor online het aanvraag tot vrijstellingen formulier invult, gestaafd met de nodige documenten. De student krijgt enkel de vrijstelling wanneer alle documenten hiervoor correct werden aangeleverd. Elke aanvraag wordt behandeld tot en met 15 oktober en wordt via mail beantwoord aan de student.

Toegestane onvoldoende
Kijk in het aanvullend OER van je faculteit na of een toegestane onvoldoende mogelijk is voor dit opleidingsonderdeel.

Academische context

Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Bachelor in de biomedische wetenschappen: Standaard traject
Bachelor in de biomedische wetenschappen: Startplan