15 ECTS credits
450 u studietijd
Aanbieding 2 met studiegidsnummer 6024298FNW voor werkstudenten in het 1e en 2e semester met een gespecialiseerd master niveau.
In een inleidend hoorcollege licht de masterproefcoördinator het concept en alle praktische zaken i.v.m. het opleidingsonderdeel toe. Deze informatie (video-opname, kennisclips, slides en documenten) wordt ook ter beschikking van de studenten gehouden via het leerplatform.
In dit opleidingsonderdeel voeren de studenten een beroepenveldgerichte opdracht of een voor het sociaal recht relevant rechtswetenschappelijk onderzoek uit. De opdracht respectievelijk het onderwerp van het onderzoek houdt verband met één van de opleidingsonderdelen die worden onderwezen in de opleiding. De studenten kiezen zelf het onderwerp van hun opdracht respectievelijk het te onderzoeken onderwerp. Zij kunnen daarbij gebruik maken van de lijst van suggesties die via het leerplatform wordt ter beschikking gehouden.
De beroepenveldgerichte opdracht kan bijvoorbeeld bestaan in het opstellen van een gemotiveerd wetsvoorstel (met memorie van toelichting, verwijzing naar onderzoeksrapporten, enz.), een beleids- of ander advies (met op basis van wetenschappelijk onderzoek gemotiveerde aanbevelingen of voorstel van aanpak), een juridisch gefundeerde werkwijze voor de invoering van een bedrijfspensioenplan, etc. In hun scriptie (35 à 40 p.) omschrijven en analyseren de studenten de uitgevoerde opdracht en reflecteren zij kritisch daarover. Zij formuleren de sociaalrechtelijke en eventuele andere vragen die gepaard gaan met de uitvoering van de opdracht, zetten de gekozen methodologie uiteen en motiveren deze. De scriptie geeft zowel het resultaat van de uitvoering van de opdracht, als de sociaalrechtelijke onderbouwing ervan weer. Studenten formuleren oplossingen of toekomstgerichte voorstellen en geven eventueel daarmee gepaard gaande beperkingen of dimensie van onzekerheid aan. De scriptie wordt afgesloten met een referentielijst.
Als studenten een rechtswetenschappelijk onderzoek uitvoeren, omschrijven zij in hun onderzoeksgerichte scriptie de probleemstelling waaruit het gekozen onderwerp voortvloeit en de positionering van het onderzoek ten opzichte van de bestaande rechtswetenschap. Zij formuleren de centrale onderzoeksvraag en daarvan afgeleide onderzoeksdeelvragen en geven aan welke onderzoeksresultaten worden verwacht bij uitvoering van het onderzoek. Zij zetten de gekozen onderzoeksmethodologie uiteen en motiveren deze. De studenten lichten de structuur van hun scriptie toe en geven hun onderzoeksbevindingen weer in opeenvolgende hoofdstukken. In de conclusie vatten de studenten het gevoerde onderzoek bondig samen en beantwoorden zij de onderzoeks(deel)vragen. Zij geven eventueel daarmee gepaard gaande beperkingen of dimensie van onzekerheid aan. De scriptie wordt afgesloten met een referentielijst.
Voor bijkomende informatie kan men terecht bij de masterproefcoördinator Guido Van Limberghen en kan men de masterproefrichtlijnen van de opleiding raadplegen. In de eerste weken van het academiejaar wordt een inleidend masterproefcollege georganiseerd.
Het opleidingsonderdeel kan niet worden gevolgd met creditcontract.
De beoordeling bestaat uit volgende opdrachtcategorieën:
Masterproef bepaalt 100% van het eindcijfer
Binnen de categorie Masterproef dient men volgende opdrachten af te werken:
De mondelinge presentatie en verdediging van de casestudy bepaalt 25% van het eindcijfer, het schriftelijk gedeelte bepaalt 75% van het eindcijfer.
De beoordeling van de scriptie bepaalt 100% van het cijfer voor het schriftelijk gedeelte.
Het gebruik van generatieve AI is alleen toegestaan voor spelling- en grammaticacontrole en voor vertalingen.
Studenten zijn pas geslaagd, als zij ZOWEL OP HET MONDELINGE GEDEELTE ALS OP HET SCHRIFTELIJKE GEDEELTE MINSTENS DE HELFT VAN DE PUNTEN behalen.
Studenten die niet geslaagd zijn, dienen in de tweede zittijd een verder uitgewerkte versie van hun scriptie in. Een nieuwe presentatie en verdediging wordt gehouden, ook al was de student geslaagd voor het mondelinge gedeelte. Studenten kunnen tussen de eerste en tweede zittijd niet overstappen naar Masterproef SORE met stage, noch een onderzoeksgerichte scriptie omzetten in een beroepenveldgerichte scriptie of omgekeerd.
Studenten die voor de scriptie minstens 50% van de punten voor het schriftelijk gedeelte hebben behaald, kunnen ervoor opteren om dat cijfer te behouden. Zij worden geacht die optie te nemen, als zij de scriptie niet opnieuw indienen. In de tweede zittijd wordt dan alleen een nieuwe presentatie en verdediging gehouden.
Studenten die niet zijn geslaagd in de tweede zittijd, kunnen in het volgende academiejaar naar keuze een verder uitgewerkte versie van hun scriptie dan wel een nieuwe scriptie indienen en presenteren en verdedigen. Zij kunnen ook een onderzoeksgerichte scriptie omzetten in een beroepenveldgerichte scriptie of omgekeerd. Zij kunnen ook overstappen naar Masterproef SORE met stage.
BEOORDELINGSCRITERIA EN -WIJZE
1. Mondelinge presentatie en verdediging:
presentatie: aantrekkelijk en goed gestructureerd; repliek op kritiek in beoordeling van de scriptie
verdediging: kennis en inzicht die blijken uit de antwoorden op de vragen over de scriptie.
beoordeling: masterproefjury met behulp van waarderingsschaal
2. Scriptie
Beoordeling: promotor+commissaris met behulp van beoordelingsformulier + waarderingsschaal
Promotoren en commissarissen motiveren hun beoordeling in een verslag dat aan de student wordt meegedeeld, behoudens overmacht, uiterlijk 3 kalenderdagen vóór de datum van de mondelinge verdediging. Behoudens overmacht wordt de beoordeling meegedeeld via MaThis.
Deze aanbieding maakt deel uit van de volgende studieplannen:
Master in het sociaal recht: Standaard traject