Doelstellingen

zie leerresultaten

Terug naar boven

Leerresultaten

Kennis en Begrip
1.De student heeft een brede en diepgaande kennis van de bronnen en de ontwikkeling van het internationaal en Europees recht en hun rechtshistorische ontwikkeling.
2.De student heeft een brede en diepgaande kennis van het internationaal zeerecht, diplomatiek recht, het Europees mededingingsrecht, het Europees constitutioneel recht, internationale geschillenbeslechting en actuele vraagstukken van het internationaal en Europees recht.
3.De student begrijpt het totstandkomingsproces van het internationaal en het Europees recht en is vertrouwd met de actoren die daarbij betrokken zijn  alsook hun respectievelijke inbreng.
4.De student kan de ontwikkeling van internationaal en Europees recht opvolgen.
5.De student kan complexe, grensoverschrijdende problemen omzetten in juridische probleemstellingen en kan probleemstellingen situeren in een bredere maatschappelijke context.
6.De student kan complexe, grensoverschrijdende problemen kaderen in de bestaande regelgeving.
7.De student kan verantwoorde oplossingen aanreiken op basis van een kritische analyse en synthese, waarvan hij de inhoud helder en gevat schriftelijk en mondeling kan overdragen zowel aan vakgenoten als aan leken.
8.De student kan nieuwe kennis in het domein van het internationaal en Europees recht verwerven aan de hand van de toepasselijke methoden van het internationaal en Europees recht en kan deze kennis op een wetenschappelijk verantwoorde, kritische wijze toepassen in een brede maatschappelijke context.
 
Toepassing van kennis en vaardigheden
9.De student kan bronnen van het internationaal en Europees recht opsporen en toepassen in de praktijk.
10.De student kan autonoom wetenschappelijk onderzoek verrichten in het domein van het internationaal en Europees recht of kan autonoom kennis aanwenden in deze domeinen in het kader van een gespecialiseerde beroepsuitoefening.
11.De student kan het internationaal en Europees recht op hun merites beoordelen en kan een originele bijdrage leveren aan de rechtsontwikkeling in het vakgebied, zowel nationaal als internationaal, op het niveau van een beginnend onderzoeker of een beginnend beroepsbeoefenaar.
12.De student kan functioneren in een taalgrensoverschrijdende context.
13.De student kan zich in het Nederlands uitdrukken over internationaal- en Europeesrechtelijke materies en bezit daarnaast een gedegen passieve kennis van de Franse en Engelse rechtsterminologie in internationaal en Europees recht.
 
Attitudes
14.De student heeft een kritische, onderzoekende en integere houding die getuigt van intellectuele, internationale nieuwsgierigheid, intellectuele eerlijkheid en een ingesteldheid tot levenslang leren.
15.De student is een wereldburger die kan omgaan met de huidige en toekomstige uitdagingen van een globaliserende maatschappij en die er niet voor terugschrikt om in een internationale context of internationale werkomgeving te functioneren.
 
 
 
 

Terug naar boven

Studieplannen

In het kader van dit studieprogramma, zijn de volgende afstudeerplannen mogelijk:

Standaard traject

Terug naar boven